1934 | In het spoor van de Uiver

2. Van Mildenhall naar Parijs


Daags voor de start van de groots aangekondigde race stonden de twintig vliegtuigen die hieraan deel zouden nemen uitgestald op het spiksplinternieuwe vliegveld Mildenhall, dat drie dagen eerder feestelijk in gebruik was genomen. De DC-2 van de KLM pronkte er ook. Het toestel was - zoals gebruikelijk bij de Nederlandse luchtvaartonderneming in die dagen - vernoemd naar een vogel. Ieder vliegtuig uit een bepaald bouwjaar kreeg een naam met dezelfde beginletter, maar omdat er nu eenmaal weinig vogelnamen zijn die met een U beginnen en er al een Uil was, werd deze DC-2 Uiver gedoopt, ofwel ooievaar in het dialect dat in de Betuwe werd gesproken.

De negenentwintigjarige Koene Dirk Parmentier en zijn bemanning stonden vol trots bij hun glimmende aluminium kist. Op deze dag voorafgaand aan de race was het een drukte van jewelste, maar voor morgen werd nog veel meer publiek verwacht. Sommige schattingen liepen zelfs op tot zestigduizend bezoekers. Ook veel topmensen uit de internationale vliegwereld liepen er rond, directeuren van luchtvaartmaatschappijen, fabrikanten van vliegtuigen, luchtmachtofficieren. Ze bekeken met interesse de Uiver van de KLM, de Panderjager van dezelfde firma, ook met een Nederlandse bemanning, een Boeing, vijf De Havilands, twee Fairy Foxes, twee Comets, drie Airspeed Couriers, een Lambert Monocoupe, een Lockheed en nog wat toestellen.


Mildenhall daags voor de race.

Op het moment dat de koning en koningin van Groot-Brittannië vrij onverwachts op het veld arriveerden om de machines te inspecteren stonden bemanning en grondploeg opgesteld voor de Douglas. "In vlekkeloze uniformen, witte kragen met net genoeg aan gouden banden om het niet opzichtig te maken," vermeldde de Britse pers. Het koningspaar werd in het toestel rondgeleid. Dat was de sensatie van de dag: de koning van het Britse rijk in de stuurhut van een Amerikaanse Douglas. De Engelse deelnemers kregen een handje en de overigen werden gepasseerd.


Links: de bemanning van de Uiver. V.l.n.r. telegrafist Cornelis van Brugge, gezagvoerder Koene Dirk Parmentier, eerste officier Jan Moll, en boordwerktuigkundige Bouwe Prins. Ook aan boord waren drie passagiers, de Nederlanders P.M. Gilissen en R.J. Domenie en de Duitse pilote en journaliste Thea Rasche.
Rechts: De Britse koning Edward VII wordt rondgeleid in de Uiver.

20 oktober 1934. Een zaterdagochtend met fraai najaarsweer. Zestigduizend toeschouwers, een groter spektakel was haast niet mogelijk. Een zinderende spanning maakte zich van de massa meester toen de Black Magic, een speciaal voor dit soort races ontworpen two-seater van het type Comet van de firma De Haviland, als eerste aan de start verscheen. Dit gestroomlijnde vliegtuig bemand door twee personen streed mee in de reguliere snelheidsrace, terwijl de Uiver als passagierstoestel ook stond ingeschreven in de zogeheten handicaprace, waarbij het aantal kilo's vracht en inzittenden aan boord werden verdisconteerd in de uitslag. Luid applaus weerklonk toen de Black Magic het luchtruim koos.

Spoedig meldde de omroepinstallatie dat de Uiver zich klaar moest maken voor aanvang van de race. Rustig taxiede het toestel naar de startbaan en wachtte op het vlagsignaal dat aangaf dat de race was begonnen. De start was vlekkeloos: de Uiver steeg op in een mooie strakke lijn en zette direct koers in zuidoostelijke richting.


De route van de race.

Bij het maken van mijn vliegplan voor de vlucht van Mildenhall naar Parijs heb ik opnieuw geprobeerd er zoveel mogelijk bezienswaardige plekken in op te nemen. De weersvoorspelling is goed. Ik besluit daarom ook vandaag op een hoogte van 2000 voet te vliegen. De vele bezienswaardigheden onderweg zullen mij niet ontgaan!


Na het opstijgen gaat het zuidwestwaarts langs de charmante steden Ely en Cambridge. Ik vlieg bovenlangs Londen naar het dorp Amesbury in het graafschap Wiltshire waar ik het megalitische bouwwerk Stonehenge hoop te spotten. Via Southampton en het eiland Wight stuur ik mijn vliegtuig over Het Kanaal naar Normandië waar ik over de D-Day stranden zal vliegen. Bij de Franse kustplaats Caen zet ik koers naar Parijs. Uiteraard maak ik een rondvlucht over de lichtstad om enkele bezienswaardige plekken te bekijken. Ik zal landen op Le Bourget, de derde luchthaven van Parijs, enkele kilometers ten noordoosten van de stad.


Ely.


Cambridge.


Stonehenge.


Southampton.


Het eiland Wight.


De D-Day stranden van Normandië.


Caen.


Parijs - Paleis van Versailles.


Parijs - Eiffeltoren.


Parijs - Arc de Triomphe.


Parijs - Basilique du Sacré-Cœur de Montmartre.


Parijs - Seine, Île de la Cité, Cathédrale Notre-Dame de Paris.

Nu we eenmaal in de lucht zijn is alles anders, realiseert Parmentier zich. Wat een opgezweepte vertoning op Mildenhall! De vliegers hebben zich in hun haast bij de start gedragen of die ene minuut meer of minder hun positie aan de finish zou beïnvloeden. Behalve dat het merendeel de eindstreep niet zal halen, liggen de aankomsttijden uren en dagen uit elkaar. Nu is het alsof we een normale Indië-vlucht gaan maken. Daarbij denken we nooit aan het eindpunt van de reis, maar we concentreren onze gedachten op het dagtraject. Parmentier kent de route. Die heeft hij tot Batavia al vele malen afgelegd. Moll kent weer de luchtweg naar Australië, die hij in opdracht van de koloniale luchtvaarttak KNILM in 1931 heeft verkend. Dat had de voorloper moeten zijn van de geregelde dienst waarop Plesman nog steeds aast, de reden waarom de 'Baas' met alle geweld aan de race wilde deelnemen.