1934 | In het spoor van de Uiver

3. Van Parijs naar Marseille


De dames en heren die uit de pioniersluchtvaart een wereldbedrijfstak maakten hebben al lang hun rol beëindigd. Met een nostalgische terugblik memoreer ik de rolverdeling. Twee namen springen eruit: Anthony Fokker en Albert Plesman. Een wonderlijke speling van het lot dat in een land met een klein grondgebied en een getalsarme bevolking twee reuzen opstaan die gelijktijdig hun tijd en krachten besteden aan hetzelfde onderwerp. Fokker en Plesman houden zich bezig met de wereldluchtvaart en nergens anders doet men hen dat op zo'n grote schaal na. Sterker nog, ze hebben geen concurrentie te duchten.

Fokker, die in de Eerste Wereldoorlog de beste jachtvliegtuigen bouwde, is de eerste constructeur die daaruit een bruikbaar verkeerstoestel ontwikkelt. Wat hij daarmee bereikt lijkt zelfs nu nog een ongelooflijke prestatie. Rusland, de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Duitsland, Italië, Frankrijk, Japan, Scandinavië, Spanje, Argentinië gebruiken zijn vliegtuigen en bouwen ze na. Panam, Lufthansa, de voorgangers van Aeroflot, Air France en vele andere vliegen met Fokkers. Concurrenten blijven ver achter. Fokker heeft tussen 1920 en 1930 de alleenheerschappij.

Albert Plesman richt in 1919 de nu oudste luchtvaartmaatschappij ter wereld op. Hij werkt een dienstregeling uit op Europese en binnenlandse centra en voert, gevoed door de behoefte daaraan in de kolonie, de eerste lange-afstand route in op Indonesië, toen nog Nederlands-Indië. De KLM vliegt met toestellen van Fokker.

De twee giganten in die generatie van de roaring twenties brengen een luchtvaartontwikkeling in ons land op gang die zo rijk is aan talenten, energie en enthousiasme dat Nederland zich aan de top nestelt wat de luchtvaart betreft. Er wordt een traditie gevestigd die doorwerkt tot in onze generatie en een erfdeel is geworden van ons land.


Albert Plesman en Anthony Fokker.

Nu al stonden er nieuwsgierige mensen voor de etalage van het KLM-gebouw aan de Hofweg in Den Haag. Plesman, die kort na het vertrek van de Uiver uit Mildenhall zelf ook met vrouw en kinderen vanuit Engeland het vliegtuig had genomen, was aan het begin van de middag geland op Schiphol en wilde nu nog even wat dringende zaken afhandelen op kantoor.

"Is er al nieuws?" riep een van de omstanders hem toe.

Plesman begreep dat hij het publiek niet teleur moest stellen en nam even de tijd om hen te woord te staan. "Ze zijn onderweg naar Marseille, maar ik heb nog niet gehoord of ze daar al zijn geland om te tanken. Maar dat hoop ik hier op kantoor te horen, dus neemt u het mij niet kwalijk dat ik nu snel naar binnen ga. Zodra we meer weten, maken we dat in de etalage bekend."


Bram Suijker / Fedja van Huêt en Daan Schuurmans / Steef de Bot als Anthony Fokker en Albert Plesman in de televisieserie Vliegende Hollanders uit 2020.

In mijn vliegplan voor de vlucht van Parijs naar Marseille heb ik drie historische steden opgenomen waarvan twee in Frankrijk en een in Zwitserland: Orléans, Genève, en Avignon. Dat betekent weliswaar een flinke omweg, maar dat heb ik er wel voor over. De vlucht is meer dan 450 NM (±840 km) lang. Ik laat daarom de tank van mijn vliegtuig helemaal volgooien. Tevens zal ik rekening moeten houden met de bergen in de buurt van Zwitserland. Mijn vlieghoogte zal dan ook 7000 voet zijn.


Na het opstijgen vanaf het vliegveld Le Bourget in Parijs gaat het zuidwaarts over Parijs naar Orléans, waar ik een bocht naar links maak richting Genéve en de Alpen. Boven het Meer van Genève zet ik koers naar het zuidwesten richting Avignon. Vandaar is het niet ver meer naar mijn bstemming van vandaag, het vliegveld Provence in Marseille.


Er hangt een dikke laag smog boven Parijs. Gelukkig kan ik nog wel enkele bezienswaardigheden van de stad onderscheiden, zoals de Eiffeltoren en het Palais de Chaillot dat er tegenover ligt. Hoe zuidelijker ik kom des te zonniger zal het worden, totdat het uiteindelijk zelfs onbewolkt is. Maar dan ben ik al bijna aan het einde van deze etappe.


Een 'lappendeken' tussen Parijs en Orléans.


Orléans. Rechtsonder een groot rangeerterrein.


De rivier de Loire slingert zich door het centrum van Orléans.


Op weg naar Genève. Opnieuw een 'lappendeken'. De rookpluim bij de rivier is van de Belleville atoomcentrale in Belleville-sur-Loire.


Ik nader Genève. In de verte kan ik het Meer van Genève zien liggen.


Genève. Een lijntoestel van Swissair dat net is opgestegen van de luchthaven van Genève komt wel erg dichtbij. Let de verkeersleiding wel op?!


Ik vlieg over een groen, geschakeerd landschap met bergen en gletsjers in de verte.


Ik zie kort na elkaar enkele mooi aan meren gelegen steden. Dit is Annecy.

Ik laat de bergen achter mij. Ze leverden fraaie plaatjes op. Ik kan nu dalen naar 2000 voet. Er staat nog één historische stad op mijn programma: Avignon.


Ik nader Avignon. Van 1309 tot 1376 was hier de pauselijke residentie gevestigd in plaats van in het Vaticaan in Rome. Links de rivier de Rhône, rechts de rivier de Durance.


Het centrum van Avignon. Het pauselijk paleis is goed te zien.


De landing op het vliegveld Provence in Marseille.

Deze lange vlucht zit erop. De omweg was de moeite waard. Ik heb veel moois gezien onderweg. De volgende etappe voert mij naar Rome.