Alleen op de wereld

Over de rolverdeling bij de bushalte kon geen twijfel bestaan: zij, de knappe jonge vrouw in de nauwsluitende spijkerbroek, had de hoofdrol en wij waren nederige figuranten ... of misschien slechts decor?

Ik zat op het bankje en speelde (uiterst rolvast) een gereserveerde, middelbare man. Iets verderop stond een kroezige jongen van een jaar of twintig in een mij onbekende taal te praten met zijn moeder, een degelijk uitgevoerde vrouw in een witte, gesteven verpleegstersrok en een zwart, gewatteerd jack.

De prima donna had laarsjes aan, zo puntig dat menige priem er jaloers van zou worden. Ze telecommuniceerde vaardig en al pratende gebruikte ze (hoewel er links én rechts op het perron twintig meter lege ruimte was) het stukje stoeprand recht voor ons als haar persoonlijke evenwichtsbalk.

Bij één hoogstandje – haar linkerbeen precair op de trottoirrand, het andere secondenlang gestrekt in een hoek van 60 graden – trokken de jongen en ik (mooi stil spel!) het kleinst mogelijke aantal wenkbrauwhaartjes op en seinden elkaar onze verwondering.

Zij merkte niks. Haar lichtroze truitje lag op het bed, hoorden we, dat mocht écht niet in de machine, anders zou het zeker krimpen en die beige blouse ... lag die in de kast ...? Nou, kijk anders even in de mand ... Hier onderbrak ze haar instructies. Ze nam pal voor mij plaats, kruiste haar voeten, en bukte diep voorover om aan een broekspijp te frunniken. Haar achterste was welgeschapen, heel erg dichtbij en op ooghoogte zo ... uh, confronterend als een achterste kan zijn.

Negeerde ze mijn aanwezigheid? Bestond ik gewoon niet?

Ze stapte terug naar haar stoeprand en babbelde door over haar wasmand. Dat ze die bus niet zag aankomen, verbaasde mij niks. "Oh, my Go…o…d!" riep ze toen bus 90 naar Den Haag zonder te stoppen doorreed. "Oh, my God!"

"Die bus rijdt zomaar door!" zei ze in onze richting toen het Opperwezen niet snel genoeg reageerde. Wij moesten er nu voor haar zijn. Iets doen, iets voelen. "Die bus rijdt zomaar door!"

Drie gezichten keken haar neutraal aan. Nee, wíj waren van bus 80 ... Naar Zandvoort. De vrouw zag in dat die lotgenotenvereniging er niet zou komen. "Ik kom NU naar huis!" jammerde ze tegen haar mobieltje en liep weg.

Toen lijn 80 naderde, staken wij figuranten eendrachtig en gedecideerd een arm op en toen hij stopte, grijnsden we meer dan tevreden.

 

© Marius Jaspers - p 2010 Raarlems Dagklad

https://arnodb.nl/marijas/