Van de week bedacht ik het woord 'autoscepsismodus' (1 hit bij Google).
Bij sleetse cabaretiers, verzuurde columnisten en overwerkte nieuwscommentatoren
staat de autoscepsismodus standaard aangevinkt. Maar ook de slager op
de hoek of je kleegaatje op kantoor is er misschien zo een.
Hoe gaat dat? Iemand komt met een plannetje/ideetje/proefballonnetje/een
waarom-doen-we-het-voor-de-verandering-niet-eens-andersje. Iets als: waarom
zetten we geen sanseveria op de vensterbank naast die oude, eenzame ficus?
Of zullen we Noord-Holland, Utrecht en Flevoland eens vóór 2015 samenvoegen
tot een superprovincie? En dan - BAFFF! - binnen 117 milliseconden weet
zo'n autoscepticus al waarom dat niks is én nooit wat kan worden.
Wie in de autoscepsismodus staat, schudt sneller van nee dan Usain Bolt
kan reageren op het Olympisch startschot. Ridicuul plan, naïef, kansloos,
zoveel is bij voorbaat zeker. Het 'nee, driewerf nee' komt eerst, de onderbouwing
(zonder Drenthe wordt het een flop / sanseveria's hebben ficusintolerantie)
wordt er later pas bij gefabriceerd.
Autoscepsis komt in de beste kringen voor. Zo zag ik zelf geen heil in
de komst van de wisent in de duinen bij Overveen. Voor wie de wisent niet
kent, het is een oerrund, ooit op het nippertje van uitsterven gered.
In het woud van Bialowieza, op de grens van Wit-Rusland en Polen, komt
hij in het wild voor en zeven jaar geleden rees het plan er een stuk of
wat te importeren als goedkope arbeidskrachten. Tegen de vergrassing,
de natuurlijke vijand van alle duinbiologen.
Op mijn weblog maakte ik me er destijds vrolijk over. Gnuif, gnuif, wat
een lelijkerds, die wisenten, wisten die biologen geen ander troeteldier
voor op hun verlanglijstje? Dat het circuit van Zandvoort (milieuvriendelijk
sedert 1930) het experiment wilde sponsoren, voedde mijn bedenkingen.
Er liepen al Schotse Hooglanders, konikspaarden, schapen en blaarkoppen
in de Kennemerduinen. Ik nam stelling. Streng. Wisenten? Doe mij maar
meer konijntjes! Keuteltjes wilde ik, geen oervlaaien.
De duinbeheerders trokken zich er niks van aan en dus werden de eerste
wisenten uitgezet in het Kraansvlak, een gebied van 30 hectare. Bij Middenduin
kwam een speciaal uitkijkpunt. De wisenten heb ik er tot dusver nooit
betrapt - misschien hebben ze niet goed opgelet bij de briefing. Wel staat
er bij de hoge afscheiding een voorlichtingsbord: 'Toegang zonder begeleiding,
voeren of aanraken, kan tot ernstige ongelukken leiden of tot de dood.'
De dood, dat is nogal wat ... Qua aaibaarheid stond de wisent slecht aangeschreven,
zoveel was duidelijk. Wat wil je ook, de wisentstier heeft een streefgewicht
van 1000 kilo.
Maar onlangs bleek er een nieuw plannetje uitgebroed. Het Kraansvlak werd
opengesteld voor het publiek. Commissaris der Koningin Remkes opende in
november een wandelroute door het gebied. Nee, niet met gevaar voor eigen
leven. Ten eerste lieten de wisenten verstek gaan (het begrip 'bobo' zegt
ze hoegenaamd niets), maar bovendien hebben ze hun imago sterk verbeterd.
Blijf minstens op 50 meter afstand van zijn hoorns, staat in de gebruiksaanwijzing
bij het hek dat je over moet om toegang te krijgen tot het leefgebied
van de kudde.
Doordat ik al zo vaak vergeefs bij dat uitkijkpunt had staan turen, had
de wisent voor mij mythische proporties aangenomen. Twee keer liep ik
onlangs de gele route, al mijn zintuigen op scherp. Het was er schitterend.
Maar wisenten? Lou loene. Bestonden ze echt of was het een fabeldier?
De derde keer schemerde het. Herten schichtten langs. We zagen konijntjes
- leuk, konijntjes! - en toen ... toen stonden ze daar. En stonden wij
daar, minutenlang, als betoverd ...
Als PWN weer eens met een plannetje komt, zal ik het niet meteen afschieten.
De lynx, de wolf, de gekraagde Siberische lemming, laat maar komen. Mijn
autoscepsismodus staat uit. In Windows-speak: JA OP ALLES!
En mag ik ook een gnoe?
© Marius Jaspers - p 2013 Straatjournaal
https://arnodb.nl/marijas/ |