Hoeveel manieren zijn er om van Haarlem te
houden, vroeg ik me deze week af in mijn weblog. En om die liefde uit te
dragen?
Muziek en poëzie zijn de traditioneelste. Joost Mulder vertolkt al sinds
zijn puberteit driemaal daags "Ik ben een Haarlemse jongen"; vorig jaar
werd het Haarlems liedboek verrijkt met twee nieuwe klassiekers: Mylou Frencken
zong meeslepend "Háárlem, Háárlem, Haarlemmerhoud/t jij ook van mij?" én
er kwam een nieuwe uitvoering van Fredi Kuipers "Haarlem wat ben je mooi,
Haarlem wat ben je prachtig!". In de bijgaande video figureerden zowel talloze
zoet-gevooisde Haarlemmers als de Muggenmeester. Het resultaat mocht er
wezen, alleen duurde het na de presentatie ettelijke dagen eer ik die rot-ode
uit mijn hoofd kreeg.
De vraag op mijn weblog werd ingegeven door een mini-tentoonstelling die
ik bij toeval ontdekte in een raamkozijn in de Zijlstraat, met twee ingelijste
borduurwerken: een van de Amsterdamse Poort en het ander van het stadswapen
van Haarlem. Huisvlijt en Haarlemliefde ineen. Prompt meldde zich bij de
reacties Maarten Brock van het NH-Archief, die bekende dat hij op een vrijmarkt
een andere geborduurde Amsterdamse Poort op de kop had getikt. Een andere
Amsterdamse Poort?
Het prikkelde mijn verbeelding: hoeveel geborduurde Poorten bestonden er,
in huiskamers, in hobbykamers, in rommelhokken? Tientallen? Honderden? Zouden
er ook gepunnikte Bavo's zijn, gekantkloste Melkbruggen en handgeknoopte
wandkleden met de Waag of de Koepel – al dan niet op ware grootte? Is er
een wijdverbreide subcultuur, een geheim gilde van ongesubsidieerde handwerksters,
die in het razendsnelle cybertijdperk op anachronistische wijze hun dierbare
stad eren, steek voor bloedige steek, zonder verdoving en zonder daarvoor
ooit publieke erkenning of applaus te krijgen?
Denk niet dat ik er cynisch over doe, beste luisteraars. Wie cynisch wil
doen over de liefde, en zeker de liefde voor Haarlem, doet dat maar thuis.
Als ik hier al een kanttekening wil plaatsen, is het bij de manier waarop
wij die liefde uiten. Aan initiatieven en idealen is geen gebrek, maar ach
... wat krijgen we vaak the usual suspects in beeld, de vaste kliek
doorgefokte überhaarlemmers (van wie ik er zelf misschien ook wel een ben
zo onderhand). Er gebeurt van alles en veel gebeurt hapsnap, op zijn janboereklazes:
een opzetje hier, een weblog daar, een feestje zus, een expo zo ... En doordat
steeds dezelfden zich inspannen, wordt het ook enigszins voorspelbaar en
sleets. Haarlemporno.
Misschien was ik daarom wel zo jaloers toen ik twee weken geleden in de
NRC las van het project Stadsleven – dat beoogt Amsterdam te belichten vanuit
onverwachte invalshoeken. Aan alles merk je dat ze een maatje groter zijn
dan wij, dat ze er meer en sterkere schouders onder kunnen zetten. Ga maar
na: het bioscoopmuseum EYE, De Groene Amsterdammer en er is een maandelijke
talkshow met Tracy Metz. Deze maand is het onderwerp 'The Happy City', in
februari is het 'Afval stinkt niet' – het is maar om een idee te geven.
Er staat op de site een reeks columns om van te watertanden: Amsterdam
door andere ogen. De stad gezien vanuit een drone, en vanuit vogelperspectief.
De stad door de ogen van fotografen, planologen, historici, of zelfs de
ogen van een blinde (over vogelgezang in IJburg), enz. De stad als generator
van sierlijke datastromen. Iemand beschrijft hoe ze haar buurt gewaarwerd
in een nachtmerrie, na een verwoestende natuurramp – als je beseft hoe veel
er kapot kan, ben je blijer met wat overeind staat.
Wie míjn stokpaardjes kent, weet dat ik het meest gekieteld wordt door de
stukjes over wandelen en treuzelen. Bavocentrist ben ik en geen escapist
wiens leven het hele jaar draait om drie vakantieweken in een paradijselijk
oord, waar je dan MOET genieten. Zelf denk ik dat het belangrijker is om
die andere 49 weken goed door te komen en je zintuigen de kost te geven.
Zo'n site helpt je verrassingen te vinden op allerlei plekken waar je anders
duf voorbij sjokt. Ik noem hier alleen Erik Kessels, die een beeldcolumn
plaatste over zogenaamde dagsculpturen: toevallig ontstane bouwsels van
grof vuil en ander afval.
Mesjogge? Het kan zijn. Maar jee, Haarlemmers, ga eens kijken bij de Grote
Buurman en wie weet delen jullie mijn geestdrift. Met vereende krachten,
een beetje coördinatie, wat jong bloed, een infuus voor de ouwe hap, een
minder labbekakkige gemeente, de steun van het ABC-centrum en het NH-Archief
moet hier toch ook iets dergelijks mogelijk zijn? Een project HAARLEM ANDERS?
Het zou toch prachtig zijn!
Eén ding is gelukkig zeker, met die talkshow zit het wel snor.
© Marius Jaspers - p 2014 Studio Smout, Haarlem 105
https://arnodb.nl/marijas/ |