Busbaan

Werken, waarom doen zoveel mensen het eigenlijk nog? Complete sectoren brengen hun werknemers louter stress, treurnis en frustratie. Onderbezetting, overbelasting, wanbetaling. Bureaucratie, beknotting en ontmenselijking. Bezuinigingsoperaties en reorganisaties. Bestaansonzekerheid door fusies en overnames.

Het rijtje zwaarbeproefde beroepsgroepen kan iedereen opdreunen: lager, middelbaar en hoger onderwijs, brandweer en politie (met uitzondering van een enkele zelfverwennende ondernemingsraad), bankpersoneel, de gezondheidszorg van eerste hulp tot laatste hulp, de belastingdienst, de verzamelde uitgeklede keuringsdiensten, schoonmakers, rechters, cipiers en alle managers die lijden onder weer andere managers.

When I was just a little girl, I asked my mother, what will I be? zong ooit Mary Hopkin in Que sera, sera. Ja, meissie, blij dat je het niet aan mij vraagt. Soms heb ik even de illusie dat er mensen zijn die dagelijks fluitend naar hun werk gaan. Zo reden er in deze regio eind december ineens nieuwe, glimmende bussen. Sommige zo lang dat je na het inchecken bijna alternatief vervoer nodig had om de achterbank te bereiken. En felrode dubbeldekkers die met hoge frequentie soeverein van A naar B zoefden. Zo'n voertuig besturen, dat moet toch een machtig gevoel zijn, dacht ik in mijn onschuld.

Alleen, op 4 januari staakte het streekvervoer. Voornaamste grief van de chauffeurs was hun hoge werkdruk. Aan het idee van een dienstregeling zijn ze van oudsher gewend, maar tegenwoordig telt iedere seconde, zozeer dat ze bij de halte in gewetensnood komen als er iemand op het laatste moment aan komt hollen. Gassen (en op schema blijven) of vriendelijk wachten en van de baas op hun donder krijgen? En de ritten sluiten zo naadloos op elkaar aan dat een fatsoenlijke plaspauze erbij inschiet. Het rijdt niet lekker als je op knappen staat.

Worden jullie nou ook pissig als je zoiets leest? Kan Connexxion geen bus ontwerpen die op urine rijdt, vroeg ik me af, dan kan de bestuurder 8 uur achter elkaar doorjakkeren zonder losgekoppeld te worden. Intuïtief wil je de schuld geven aan 'de moderne tijd' als je leest hoe die chauffeurs worden afgeknepen, maar dat is larie. Ga maar na, kort na die staking las ik in NRC over de gamification van het autorijden.

Steeds meer automerken 'belonen' goed rijgedrag, las ik in een geestig artikel van Maarten van Gestel. De bestuurder van een Toyota Primus verzamelt punten. Wie langzaam optrekt en veel cruiset, krijgt 80 punten op een schaal van 100. Bumperklevers en afsnijders krijgen strafpunten. Hoe infantiel het ook klinkt, het werkt. Die autogiganten zijn niet gek. "Bezitters van een Opel Ampera proberen een balletje in het midden van hun scherm te houden, zuinige Ford-rijders zien een boompje in hun display [...] en wie een Nissan Leaf heeft, strijdt online om de titel 'beste Leaf-rijder' ter wereld."

De Faculteit Industrial Design van de TU Eindhoven heeft zelfs een Smart-mobility-squad. Het moet voor die gasten toch een koud kunstje zijn een dergelijk spelletje te ontwerpen voor buschauffeurs? Gewacht tot alle passagiers op hun stoel zitten alvorens op te trekken? Duimpje omhoog! Verdwaalde toeristen afgepoeierd? Duimpje omlaag! Voldoende gedronken én geplast tussen de ritten? Petje af! En de scores worden zichtbaar gemaakt voor het publiek: eens per maand krijgt iedere chauffeur door de directeur van Arriva of Connexxion nieuwe insignes op de revers van zijn uniform gespeld. De besten krijgen een bonus. Zó pak je dat aan in deze app-happy tijden!

En zo was dit stukje bijna op een optimistische noot geëindigd. Bijna, want waar hebben we het over? Dit is de eenentwintigste eeuw. Voordat die chauffeurs nog drie keer een plas kunnen doen worden ze vervangen door een robot, al dan niet met het uiterlijk van Fred Teeven.

 

© Marius Jaspers - p 2018 Straatjournaal

Reacties naar marius.jaspers@gmail.com
https://arnodb.nl/marijas/