Lang, lang geleden hadden alleen sportbeoefenaars een coach. Honkballers
die geen grip op de knuppel meer kregen of zwemmers die het hoofd niet
boven water hielden. En niet-sporters, ja gut ... die zochten het zelf
wel uit.
Die klooiden maar een eind aan – ze volgden hun dierlijke instincten,
belden hun moeder, of ze voelden aan hun water alvorens te beslissen of
ze naar het seminarie gingen of toch liever naar Indië. En daarna zegende
God de greep, of Hij zegende niet.
Die primitieve tijden zijn voorbij, dus toen ik op het grote boze wereldwijde
web een advertentie zag van een strandwandelcoach wist ik vanzelf dat
het niet om een bijklussende jutter ging die strandwandelaars aan ezelsbruggetjes
hielp om de getijdentabellen te memoriseren of ze leerde giftige kwallen
te onderscheiden van eetbare.
Nee, zo'n strandwandelcoach ... Dat gaat veel dieper! Dat gaat onpeilbaar
diep! Dat gaat over energiestromen, erosie van idealen, pijnpunten, innerlijke
blokkades, de stront waar je altijd weer in stapt - van dat werk en daar
mag je dan (terwijl de branding zich schuimend uitleeft en het zand uitbundig
stuift) over praten met 80 kilo geconcentreerde empathie verpakt in modieuze
jas en dito bril.
Zo'n jas zou ik ook wel willen zijn, dacht ik toen ik het las.
Met een gebutste of gemangelde medemens spreek je af bij paviljoen Riche.
Eerst tot aan het Bloemendaalse strand door goed getimede aanrakingen
en mijn integere oogopslag efficiënt het vertrouwen winnen, bij Parnassia
een psycho-opdracht improviseren – "zoek (terwijl ik aan de appeltaart
met slagroom zit) een schaal- of weekdier waarmee jij je in jouw huidige
levensfase het meest verwant voelt" – en bingo, vóór we het uiterste puntje
van de Pier van IJmuiden hebben bereikt, komt daar, als op bestelling,
die bevrijdende emotionele ontlading in de vorm van een onbedaarlijke
huilbui, op de terugweg in de taxi gevolgd door het tekenen van een lucratief
contract voor het vervolgtraject van tien sessies. Want met alleen langs
de vloedlijn struinen en een potje grienen ben je natuurlijk nog nergens.
Als de emoties en onverwerkte trauma's 2000 euro later overzichtelijk
zijn gerubriceerd, wordt de cliënt doorverwezen naar de stadscoach.
Dat ben ik ook, al draag ik in de stad een duurdere jas.
De stadscoach ontwikkelt in overleg met zijn cliënt – veelal een opgebrande
jobhopper of een gecrashte carrièrevrouw - een stappenplan op weg naar
zelfontplooiing en een nieuwe levensvervulling op maatschappelijk gebied.
We spreken af tegenover de Burgerking in het station en verkennen samen
de mogelijkheden. Op onze oriëntatietocht maken we kennis met enkele potentiële
rolmodellen uit het scala van Haarlemse ondernemers. We beginnen rustig,
met babbeltjes met de oude stationskapper en diens buren, het vriendelijke
echtpaar dat al zo'n vijftig jaar rookwaren en kranten slijt vanaf hetzelfde
winkeloppervlak van 6 vierkante meter. Met rijwielhersteller Joop Verheijde
in de Rozenstraat sluiten we het hoofdstuk 'betrouwbaar maar niet zo dynamisch'.
Het centrum wenkt. Via slager Broekhof (ambachtelijk én hip) en een reeks
tuttefluttige kadoshops en –tiekjes (daar ben ik heel open in) voer ik
mijn cliënt met een omtrekkende beweging (langs een vioolbouwer, het stadhuis
en de Society Shop) langzaam maar zeker naar onze eindbestemming in de
Zijlstraat. Weldra slaat het uur van de waarheid, en kan ik hopelijk de
kroon op mijn werk zetten.
We staan met de rug naar De Schalm, voor de bizarre uitstalling van de
Bijna-Gratismarkt.
"'Drumles 5 euro per uur'!?" sputtert mijn cliënt argwanend. "Wat is dat
nu weer?"
"Kom op, Jorrit! Vanaf nu moet je het helemaal zelf doen."
Ik knipoog naar Dirk, de ex-verslaafde, ex-snelle zakenjongen, die de
Bijna-Gratis-Markt twee jaar geleden heeft opgezet, en duw Jorrit met
zachte hand naar binnen, tussen een sliert lampions, een plumeau en een
opgezette paarse papegaai door. "Ik kom je over een kwartier ophalen,
éérder kom je niet naar buiten!"
In een jas van 1400 euro zég je dat soort dingen gewoon.
Als ik hem terugvind, manoeuvreert Jorrit met uitpuilende ogen tussen
alle bric à brac, curiosa, oude zooi, restpartijen en ongewenste erfboedels
waarmee de winkel tot aan het plafond is volgestouwd. "Fantastisch, moet
je zien!" jubelt hij als hij me ziet. "Die winkel gaat maar door en door!
Zie je die roestige rolschaatsen daar? En dat spinnewiel? Het hele léven
trekt hier aan je voorbij, de hele tragikomische rataplan, met al zijn
dwaasheden, ijdeltuiterij, obsessies en bevliegingen!"
Als coach kan ik niet anders dan instemmend knikken bij zoveel levenswijsheid.
"Ga je nog drummen?" vraag ik, en wijs naar het einde van de vijftig meter
diepe pijpenla, aan de overkant van het binnenplaatsje. Hij hoeft niet
zo nodig, maar als hij zegt dat hij voor we weggaan nog wel even een praatje
wil maken met de mensen die er werken, weet ik dat mijn missie is volbracht.
[Voorgelezen tijdens de Broodkast radiouitzending van februari
2008 op Radio Haarlem 105.]
© Marius Jaspers - p 2008 Raarlems Dagklad
Reacties naar marius.jaspers@gmail.com
https://arnodb.nl/marijas/ |