Literatuur heeft in het vreemde talenonderwijs nog slechts een marginale
plek. In de meeste lokalen staan weliswaar symbolische boekenkasten
die de verzamelde werken van Shakespeare of Molière bevatten,
maar het is daarmee net als met de hermelijnskeletten en de foetussen
op sterk water bij biologie: ze dienen voornamelijk als interieurversiering.
Slechts bij hoge uitzondering klimt de leraar op een trapladdertje om
een deeltje uit de reeks te bevrijden en zijn dierbaarste schrijver
aan de vergetelheid te ontrukken. Misschien de laatste les voor de vakantie,
als de echte lesstof af is. Dan mag het. Dan bedient hij - nadat het
traditionele gehuil om een 'videootje' is weerstaan - de enkeling met
een perverse belangstelling voor poëzie.
Het is een barre schande, maar zo is de huidige praktijk.
Bij mijzelf heeft het afschaffen van de wekelijkse literatuurles evenwel
geleid tot een prettige verandering in mijn leesgedrag. Zonder het te
beseffen voelde ik als leraar Engels (hoe graag ik ook lees) toch altijd
de druk van de actualiteit. Er komen teveel goede boeken uit om het
allemaal bij te houden. Iedere twee weken is er een nieuwe literaire
sensatie, iedere eigentijdse oprisping is al op het moment van verschijnen
een 'modern classic', en de 'blurbs' prijzen romans steevast aan als
"riveting" en "unputdownable".
Stiekem benijdde ik mijn collega's Nederlands wel eens. Die stonden
bij Atheneum een kwartiertje te teuten bij de tafel 'Recent Verschenen',
lazen wat in een flets debuut totdat ze een stijlfoutje vonden en snoven
dan innig tevreden. Schuursponsjesproza, versleten thematiek ... Hè,
hè, dat scheelde weer een hoop vrije tijd!
Van de Booker Shortlist van 2001 ken ik nog niks, en Nobelprijswinnaar
Naipaul heb ik de laatste paar jaar ook een beetje laten sloffen. Beyond
Belief gaat over de Islam, dan kan je toch eigenlijk niet om zo'n
boek heen, wel? Moet best wat mee te doen zijn in de klas ...
Zo zou ik vroeger geredeneerd hebben. Tegenwoordig liggen mijn prioriteiten
anders. Nu ligt What Ho! bij me op schoot, een gezellig
dikke omnibus van een schrijver die zestig jaar geleden al neerbuigend
werd betiteld als 'Edwardian': onschuldig, escapistisch en ouderwets.
Een schrijver die tijdens de Eerste Wereldoorlog onverdroten doorschreef
zonder ook maar één keer te verwijzen naar loopgraven
of Zeppelins. Soms (meestal vlak na het NOS-journaal of na een confrontatie
met een onderwijsblad) neem ik me voor stug door te gaan tot ik alles
van de man heb gelezen. Meer dan honderd titels, wat een feest!
· Aunts Aren't Gentlemen
· Much Obliged, Jeeves
· Pigs Have Wings
· Do Butlers Burgle Banks?
· The Man With Two Left Feet
· Psmith In The City
Er is genoeg P.G. Wodehouse om me minstens drie jaar in onder te dompelen,
en dat vind ik een geruststellende gedachte. Af en toe een schaterlach,
een goed glas rode port binnen handbereik en er staat in die boeken
niets dat knaagt aan de diepste zekerheden van het bestaan - ook al
heeft de wereldvreemde, verstrooide Lord Emsworth van Blandings Castle
daar geheel andere opvattingen over wanneer zijn mooiste zeug, Empress,
uitgerekend drie dagen voor de Agricultural Show pardoes in hongerstaking
gaat. Paniek! Maar trouwe lezers weten dat de crisis overwonnen zal
worden. En inderdaad, keurig twee regels voor het eind van het hoofdstuk
klinkt "a sort of gulpy, gurgly, plobby, squishy, wofflesome sound,
like a thousand eager men drinking soup in a foreign restaurant."
Er zijn dagen dat ik overweeg naar analogie van de BOM-moeders een genootschap
op te richten van BEEL-leraren: Bewust Edwardiaanse (of Emsworthiaanse)
Engelse Leraren. Het dragen van tweeds en knickerbockers is niet verplicht,
maar strekt tot aanbeveling. Leden streven ernaar zich te onttrekken
aan de didactische waan van de dag. Weliswaar houden zij de schijn op
zich te conformeren aan de uitgangspunten van de Tweede Fase, maar hun
werkelijke missie is jaarlijks twee of drie leerlingen op te leiden
die in staat zijn het stilistisch meesterschap van P.G. Wodehouse op
waarde te schatten, en die zich de ontroering kunnen voorstellen van
een aimabele lord die na een paar bange dagen mag meemaken hoe zijn
lievelingszeug nog net op tijd om op de landbouwshow een goed figuur
te slaan, begint te lebberen uit haar trog.
© Marius Jaspers - p 2002 Nothing Serious
https://arnodb.nl/marijas/ |