Dancing days

In 2013 was er een rage rond het aanstekelijke Happy van Pharrell Williams (bijna een jaar in de Top 40). In talrijke wereldsteden werd een filmproject opgezet waarbij mensen op straat werd gevraagd te dansen op dat nummer. Zojuist heb ik weer eens een halfuurtje naar de aflevering van Amsterdam gekeken (YouTube bewaart die dingen) en dat doet wonderen voor mijn humeur.

Sommigen beginnen schuchter, een beetje verontschuldigend naar voorbijgangers op de stoep, maar spoedig neemt de muziek het over en improviseren ze steeds spontaner hun danskunsten. Eén jong grietje zwiert uitbundig even aan een lantaarnpaal, een enkeling gebruikt handtas of capuchon als attribuut, maar verder is het gewoon wat dansen altijd is geweest sinds de uitvinding van de tamtam en de tamboerijn: springen en swingen op het ritme en je laten verrassen door wat het lenige lijf voor je bedenkt.

Vanzelf, het is een selectie. De stramste heupen en houtste klazen hebben de montage niet gehaald, of weigerden principieel om mee te doen. Happy? Doe effe normaal! Degenen die hun kunsten ongegeneerd durven vertonen weten dat ze het kunnen, het hébben. Laat de trampassagiers maar kijken, ik mag gezien worden. Ze vieren in het openbaar hun jeugd en fitheid, bewust of onbewust.

Op de dansvloer schudden de naturals bij de eerste maten van The Bee Gees of Shakira al hun beperkingen en sores van zich af en worden één met de muziek, hun partner, de mensheid, de kosmos ... Ik heb ze sinds mijn vroege puberteit benijd en bewonderd, zulke types. Ik mocht graag naar ze kijken, op veilige afstand, want ik was niet een van hen, zo wist ik (zes pagina's psychoanalyse en bekentenisliteratuur weggelaten).

Het heeft weliswaar dertig jaar geduurd, maar sinds corona heb ik het dansplezier ontdekt. Aangespoord door mijn vrouw, die niets liever doet – liefst in een park als het MOT het toestaat (silent disco) maar desnoods met mij. Nu komt het wel erg dichtbij, denken jullie misschien geshockeerd. Een geremde gepensioneerde die tussen de schuifdeuren met zijn echtgenote staat te hupsen op Katzenjammer of The Meridian Brothers. Dat willen we niet weten!

Ik zou er dan ook niet over zijn begonnen als ik niet in NRC zo'n ontroerend artikel had gelezen over Marc Vlemmix en Dance for Health. "Dansen tegen de aftakeling van het brein" staat erboven en het gaat over een project voor patiënten met parkinson, MS of dementie. Bij Vlemmix (48) werd elf jaar geleden parkinson geconstateerd. Hij was zelf werkzaam in de danssector; toch duurde het even eer hij zijn heil zocht in dansen. De krant onderbouwt de therapeutische voordelen braaf. Neuropsycholoog Erik Scherder mag opsommen welke hersenactiviteiten de danser (elke danser!) ontplooit: auditief, motorisch, cognitief, emotioneel, enz. "Dans biedt een verrijkte omgeving en belangrijke stimuli."

Alle synapsen op een stokkie, kijk echt even naar de choreografie Dans met de maan die Vlemmix maakte. Op de filmopname, gemaakt aan de Maas-oever, in de namiddagzon, zie je hoeveel voldoening de deelnemers halen uit elke beweging. Uit hun samenzijn en samenwerking. Qua intensiteit en vitaliteit doet hun opvoering niet onder voor Le Sacre du Printemps. Ze dansen op Heb het leven lief, bekend van Liesbeth List: Het geluk van het moment / Zet een streep door het verleden / Heb het leven lief. Wees maar niet bang.

Het Engels kent de misprijzende uitdrukking her dancing days are over; maar wie de zwoegende lijven en stralende gezichten van die patiënten ziet, komt tot een tegengestelde conclusie: dansen is uiteindelijk misschien wel het laatste waar we ooit mee mogen stoppen.

Voor principiële dansweigeraars heeft Erik Scherder gelukkig nog troost: zelfs alleen maar kijken naar dansende mensen heeft al een positief effect op lichaam en geest!

 

© Marius Jaspers - p 2021 Straatjournaal

Reacties naar marius.jaspers@gmail.com
https://arnodb.nl/marijas/