Ik zag gisteren een foto die werd gemaakt
op 31 december 2019: een man in de berm. In de schrale zon, zijn haar
meedogenloos gestyled door de oceaanwind. Laten we zeggen dat hij
wel wat van mij wegheeft. Het eerste woord dat de foto nu bij mij
oproept is 'nietsvermoedend'.

Dat was op het eiland Sanday, waar de Royal Bank is gevestigd in een
soort garagebox die alleen op donderdag open is.
De man was eerder op die kale eilanden geweest, ook 's winters. De
reis naar de Orkney-archipel voelde inmiddels als een bedevaart voor
hem en zijn vrouw: de boot naar Newcastle, gevolgd door een treinreis
van elf uur, via Edinburgh naar Thurso, in de noordelijkste Highlands.
Daar overnachten, dan de vroege boot naar Kirkwall (Mainland) en met
de ferry naar een van de kleinere eilanden. Eday, Rousay, Sanday,
Westray. De man was net met pensioen en vanaf 2020 zou hij veel tijd
in verlaten streken kunnen doorbrengen.
Wat een vreemde, onwetende man, zoals hij daar zit op dat muurtje!
Hij had nog nooit van covid-19 of corona gehoord; hij kon niet vermoeden
dat hij in het nieuwe jaar een yogamatje zou kopen (om dat daarna
amper te gebruiken). Laat staan dat Schotland voor hem tot ver in
2021 onbereikbaar zou blijven.
Natuurlijk – je kan het niet helpen – maakten wij ons destijds voorstellingen
van de toekomst. Zoals elk jaar. Zoals dat gaat. Op Hogmanay was er
in de enige kroeg een uitbundig feestje geweest met de locals en de
volgende ochtend schoof ik nog enigszins duf de gordijnen open. Vanuit
het raam van de vakantiewoning hadden we zicht op de pier bij de haven.
Een ietwat mollige veertiger kwam aanlopen, kleedde zich uit tot op
zijn zwembroek en daalde langs een ladder af in het koude water. Er
was verder niemand. Hij baadde kort en vertrok.
Was die eenzame Nieuwjaarsduik een vast ritueel voor hem? Waren wij
de eerste getuigen ooit? Zijn onverwachte verschijning leek een belofte
in te houden voor 2020, dacht ik, onwetende man. De eerste week van
2020 bracht meer zulke betoverende momenten en als onwetende man zie
je er graag de symboliek van in. Een nieuwe dageraad, van die dingen.
Wat wist hij véél niet, die onwetende man! Bijna niets wist hij. Zo
kon hij onmogelijk bevroeden dat hij tien maanden later zijn huis
in Haarlem zou verkopen om aan de IJssel te gaan wonen, in een dorp
dat hij tot 2019 alleen van naam kende.
Hoe zou het zijn om één dagje een wetende man te zijn? En moet je
dat willen? Gisteren bestelde ik bij de Kennemer Boekhandel om 16.20
uur De onzichtbaren van Roy Jacobsen (niet toevallig over het leven
op een klein, Orkney-achtig Noors eiland). Om 16.35 uur werd er aangebeld.
Ah ... het werd al bezorgd! Wie had dat kunnen voorspellen? Een uur later
– nog een verrassing – brak er zonder waarschuwing een stukje vulling
van een kies (irritant, maar niet erg erg); 's avonds trippelde er
voor het eerst in maanden een muis door de keuken (liever niet, maar
ach ... Of is er een oud bijgeloof dat zegt dat ...); om 22 uur karameliseerde
ik uitjes voor een quiche (dat was een impuls, een uur eerder wist
ik nog van niche niets); even na middernacht klonk er vanuit het zwarte
niets één daverende donderslag! En weer een uur later knetterde en
knalde er in de binnenstad minutenlang aanhoudend vuurwerk. Dus tenzij
de voortekenen mij ernstig bedriegen ...
Tenzij de voortekenen me erg bedriegen, ga ik straks met oliebollen
en quiche langs bij mijn moeder en zal ik in 2021 even onwetend zijn
als in 2020 en alle jaren voordien. En voor jullie geldt vermoedelijk
hetzelfde (niet qua quiche, wel qua onwetendheid). Misschien is dat
maar beter ook zo. Laten we er het beste van maken het komende jaar!
© Marius Jaspers - p 2020 Raarlems Dagklad
https://arnodb.nl/marijas/ |