Van onze veel te weinig geprezen overheid
had ik twee maanden eerder een paspoortrode kaart toegestuurd gekregen,
waarop (je maintiendrai!) de Nederlandse leeuwen stonden afgedrukt
samen met een geel post-it stickertje met de handgeschreven tekst
"Niet vergeten! Paspoort of identiteitskaart vernieuwen!" De schattebouten,
dacht ik toen ik die kaart op de mat vond en vervolgens dacht ik er
pas weer aan toen ik bijna op vakantie moest.
Vijf werkdagen stonden er officieel voor de aanvraag, dus het was
kiele kiele of het paspoort er op tijd zou zijn. Op de falende ambtenarij
kon ik het in ieder geval niet schuiven, dacht ik schuldbewust toen
ik in de Haarlemse Publiekshal bij een van de zeven welkomstschermen
mijn volgnummertje trok. B132. Ik nam plaats op een van de lange,
houten banken en wachtte af aan welk van de dertien loketten aan de
balie ik me mocht vervoegen. Bij elke vriendelijke doch dwingende
Dingdong versprongen op de vier grote info-schermen de nummertjes.
A254 werd A255, D87 werd D88 – daar zat een zekere logica in.
Rare naam, Publiekshal, dacht ik op mijn houten bank. Publiek? Door
de recente gruwelen was 'het publiek' zijn onschuld kwijt. Als je
in het Franse publiek stond, kon er een jihadistische vrachtwagenbestuurder
op je inrijden. Er kon zich een man uit losmaken die een priester
de keel doorsneed. Het Duitse publiek had een Blutwoche achter de
rug: een man met een bijl, een zelfmoordaanslag, een man met een machete.
Terreur en waanzin gingen maar door. Dingdong, T55. Dingdong, W39.
Hoe ga je ermee om? Hoe sluit je je ervoor af? Het waren veelgestelde
vragen in de kranten, de antwoorden even voorspelbaar als onbevredigend.
In mijn hoofd loeiden soms sirenes en vluchtten mensen paniekerig
weg. Wat een vreemd contrast: om mij heen in de Publiekshal werd vrolijk
gebabbeld en gegiebeld. Er drentelden kinderen rond, er hing een zomersfeer.
Aan de balie maakte niemand amok. B117 werd B118; er verschenen geen
alarmcodes als LW13 (Lone Wolf), VM666 (Verwarde Man) of TS16 (Teruggekeerde
Syriëstrijder).
Er ging een rustgevende, therapeutische werking uit van dat wachten.
Stempels werden geplaatst, paraafjes gezet, formaliteiten vervuld
en recu's overhandigd. Heer, geef ons meer bureaucratie, prevelde
ik. En monotonie. Want zo gewoon is het niet dat de dingen gaan zoals
wij gewend zijn. Dat er water uit de kraan komt. Lees The Mandibles
van de Amerikaanse schrijfster Lionel Shriver, een beklemmende roman
die begint in 2029, als de Amerikaanse overheid bankroet is gegaan
en de dollar op de internationale geldmarkt niet meer wordt geaccepteerd.
Geleidelijk verdwijnt de hoop dat de crisis van voorbijgaande aard
is. Alle pijlers waarop de maatschappelijke orde is gebouwd storten
in. Salarissen worden niet betaald, voedsel is schaars, de politie
staat machteloos door alle plunderingen en berovingen. De ontwrichting
is volstrekt geloofwaardig.
De leden van de ooit zo rijke familie Mandible zijn genoopt met twee
gezinnen in een bedompt huis te hokken. Als er geen WC-papier meer
is, knippen ze reepjes katoen, die ze na gebruik moeten wassen (lastig,
want water is gerantsoeneerd). En zo zijn er talloze ontberingen.
B132! Ik meld me bij loket 8 en overhandig de kopie van mijn aanvraag.
Misschien ben ik een dag te vroeg, dek ik me in. De medewerkster toetst
25362M. "Hij is gewoon klaar, hoor!" zegt ze monter. Ik verwacht dat
ze naar achteren moet om in een archieflade of kluis te rommelen,
maar ze drukt op een knop en plop! mijn nieuwe paspoort floept uit
haar bureau naar boven, als een tosti uit een broodrooster. Systemen
die werken! Ik wil haar zoenen, maar doe het niet. Daar is het systeem
vast niet op berekend.
© Marius Jaspers - p 2016 Straatjournaal
https://arnodb.nl/marijas/ |