Dromenland

Dit jaar alweer de foute goede voornemens gekozen? En je eigen motivatie en doorzettingsvermogen schromelijk overschat? Het is nog niet te laat om over te stappen!

Goede voornemens heb je in twee categorieën: prettige dingen (roken, pimpelen, snoepen, geld over de balk smijten) die je minder zou moeten doen en onplezierige dingen die je meer hoort te doen (rauwkost eten of je onderwerpen aan de martelwerktuigen in de sportschool – op een tegennatuurlijk vroeg tijdstip of anders na het werk, als ieder fatsoenlijk mens afgepeigerd op de sofa ligt). Foute goede voornemens zijn een recept voor mislukking, vandaar dat 85% van de Nederlanders februari in gaat met een knagende frustratie en een verlaagd zelfbeeld.

Het revolutionaire van míjn goede voornemen is dat je meer doet aan iets aangenaams en natuurlijks. Ik heb het over slapen. Slapen – voor de meesten van ons staat dat gelijk aan de tijd dat we niet naar een beeldscherm turen; tegenwoordig komt dat gemiddeld neer op 6,8 uur. Nota bene, in 1942 was het bijna acht uur. Gemiddeld – stropers en nachtclubdanseressen inbegrepen!

De westerse wereld heeft een epidemisch slaapprobleem. Kijk eens rond (als je zelf toevallig wakker bent) in een wachtkamer of een forensentrein. Op klaarlichte dag zitten ettelijke volwassenen te dommelen en doezelen. Want onze houding tegenover slapen is op zijn zachtst gezegd ambivalent. Baby's mogen nog gelukzalig soezen, die worden niet snel voor lui uitgemaakt. Op latere leeftijd ligt het gecompliceerder. Enerzijds kunnen veel volwassenen in het weekend niets heerlijkers bedenken dan uitslapen; tegelijk doen we onszelf stelselmatig tekort en benijden we politici en andere workaholics die pochen met vier ŕ vijf uur toe te kunnen. Stoer! We vragen ons zelden af in hoeverre de kwaliteit van de besluitvorming eronder lijdt als ze met duffe koppen doorvergaderen tot in het holst van de nacht. En wat heb je liever als je onder het mes moet, een chirurg die het klokje rond heeft geslapen of een kortslaper?

Het verschilt individueel, maar volgens deskundigen slaap je genoeg als je zonder wekker ontwaakt op het gewenste tijdstip. Oei! Zelf haal ik kantje boord 7 uur. Ik had daar nooit van wakker gelegen, tot ik deze maand een artikel las over neurowetenschapper Matthew Walker van de University of California. Die is er heilig van overtuigd dat slaapgebrek een ernstig maatschappelijk probleem is. En niet alleen doordat we overdag slechter functioneren, trager reageren en aan empathie inboeten.

In zijn boek Why We Sleep legt Walker een verband tussen weinig slapen en (onder meer) suikerziekte, obesitas, depressie en Alzheimer. Wat dat laatste betreft, tijdens de slaap wordt amyloďd afgebroken, de toxische plaque die zich afzet tussen zenuwcellen. Wie weinig slaapt (wij bijna allemaal) heeft daarom een grotere kans op de ziekte. Het boek is een even hartstochtelijk als onweerlegbaar pleidooi voor acht uur per nacht: cru gezegd komt het erop neer dat de onderhoudsploegen van het brein de kans moeten krijgen rustig hun werk te doen.

Vanuit een oogpunt van volksgezondheid (zowel geestelijk als lichamelijk) zou het dus heilzaam zijn als als de overheid een goede nachtrust stimuleerde; als Ziggo en KPN bijvoorbeeld door een wetswijziging werden gedwongen 's avonds om 9 uur de stekker eruit te trekken. De TV op zwart en op alle schermen en schermpjes de melding "error 2100: u schakelt in na bedtijd".

Ik zie het alleen nog niet snel gebeuren. Er rest mij dus weinig anders dan zelf het goede voornemen ten uitvoer te brengen: minstens 8 uur nachtrust in 2018. Met onmiddellijke ingang. Nou, ik kruip maar eens onder de wol.

 

© Marius Jaspers - p 2018 Straatjournaal

Reacties naar marius.jaspers@gmail.com
https://arnodb.nl/marijas/