Een kwestie van techniek

In het computerschaakprogramma Junior 7 kun je de hulpfunctie 'Coach is watching' inschakelen, waarna op het scherm een plaatje van een Amerikaans uitziende legersergeant verschijnt die een beteuterde rekruut staat uit te kafferen en daar zo te zien een stief kwartiertje voor heeft uitgetrokken. Tijdens de eerste zetten van een partij houdt de bullebak zich nog rustig, maar alras intervenieert hij te pas en - helaas zelden - te onpas. "Qe1-g3 will quickly lead to your downfall, Marius", waarschuwt hij, of "This move is the beginning of your ultimate demise". Nadat je dan hebt gekozen tussen een subtiele aanwijzing of een expliciete, verschijnt de treiterige mededeling "Wait a minute while I work out a couple of million positions". Hoe leerzaam zijn commentaar ook is, na een tijdje klik ik de coach meestal kribbig weg.

Schakers van vlees en bloed verdoezelen hun superioriteit tenminste. Ik kan me een slecht opgevoed type jeugdspeler voorstellen dat zich na een simpele overwinning teksten permitteert als "Kunt u even een Colaatje voor me halen terwijl ik acht zetten diep reken", maar volwassenen verbergen doorgaans hun afgrijzen over de onkunde van de tegenstander, zeker als die 300 elo-punten minder heeft.

Laatst werd ik er weer eens aan herinnerd wat een enorm verschil in inzicht zo'n kloof betekent. Bij het Nova College Toernooi van dit jaar schreef ik de rondebulletins en zodoende hing ik langdurig rond in het zenuwcentrum, waar beeldschermslaven alle gespeelde partijen invoerden. Zes maal tachtig stuks! Het was een uitputtingsslag en niet alleen omdat veel notatiebiljetten onvolledig, foutief of zelfs in Cyrillisch schrift waren ingevuld. Die arme computerboys zagen in gecomprimeerde vorm alle ellende van de ronde aan zich voorbijtrekken: flaters, verknoeide kansen en chronisch onvermogen. Regelmatig schoven ze hun stoel vol ongeloof achteruit: "Wat?! Is dit echt gespeeld? Ja maar ... ja maar ...!!!???"

De beste schaker had het er psychisch het zwaarst mee. Sander H. moest soms letterlijk moed verzamelen. Dan maakte hij het soort gekreun dat je verwacht te horen op toiletten van Spaanse campings waar dysenterie heerst. Als hij zijn walging uiteindelijk had overwonnen voerde hij de zet uit, stond bruusk op, haalde koffie en ging pas daarna weer verder.

Daarnaast ondervond Sander hinder van een soort 'incompatibilité d'humeur'. Zelf schaakt hij volgens strenge principes (een voorkeur voor de drie achterste rijen, risico's zorgvuldig afwegen en vooral niks forceren) en het was hem een gruwel keer op keer te constateren hoe allerlei goudzoekers uit de lagere regionen daar maling aan hadden. Vooral op de slotdag bleef hem niets bespaard. Door drankmisbruik geïnspireerde offers werden beloond met een onverdiend punt, bon-vivants deden ter verhoging van de feestvreugde lukraak pionnen in de aanbieding, tegennatuurlijke stukkenbewegingen bleven onbestraft en theoretisch gewonnen eindspelen gingen verloren door een abominabele techniek. En zo kon het gebeuren dat er rond een uur of vier iets knapte bij Sander. "Sorry, jongens, ik taai af. Ik heb het helemaal gehad", sprak hij verontschuldigend en niemand die er aan twijfelde. Het was hem aan te zien.

's Avonds was er voor organisatoren en medewerkers nog een samenzijn bij restaurant Anatolia, waar het slagen van het toernooi werd gevierd met een overvloedige Turkse maaltijd. Aanvankelijk leek er geen vuiltje aan de lucht, totdat de buikdanseres onze kant op welfde en wervende arm- en navelgebaren naar de HWP-afvaardiging begon te maken. Aan mij was de uitnodiging niet besteed. Ik ken mijn beperkingen, dit in tegenstelling tot een aantal anderen. Ik zal bijna geen namen noemen, maar bon-vivant Willem de R. gaf ter verhoging van de feestvreugde een demonstratie exotisch dansen die gekenmerkt werd door riskante pirouettes, tegennatuurlijke bekkenbewegingen en een abominabele techniek, waarbij zijn actieradius zich niet beperkte tot de omgeving van onze eigen tafel. Argeloze gasten, die hadden gehoopt op een intiem dineetje, moesten overijl hun olijven in veiligheid brengen en meermalen vreesde ik dat zij uit ongenoegen onze door drank geïnspireerde wedstrijdleider aan een kebab-spies zouden rijgen.

Toen alle buikdansende HWP-ers eindelijk weer achter hun bord zaten, dacht ik terneergeslagen: gelukkig dat Sander dit niet mee hoeft te maken.

 

© Marius Jaspers - p 2003 HWP Clubblad 'De Ruif'

Reacties naar marius.jaspers@gmail.com
https://arnodb.nl/marijas/