Het zijn gouden tijden voor escapisme.
Wegvluchten naar een fantasiewereld of je verplaatsen in een andere
werkelijkheid, in heden, verleden of toekomst.
Graag wil ik jullie ontvoeren naar het land van de Hadzabe, een volk
uit Tanzania. Ik las iets over deze jager-verzamelaars dat mij nogal
bezighoudt. In de jaren vijftig werden de Hadzabe bestudeerd door
antropologen, die hun primitieve economie vergeleken met de onze (agrarisch
en industrieel), die in vakkringen bekend staan als delayed return
economies. Wij werken voor een uitgestelde beloning (salaris aan het
eind van de maand en dan de hypotheek aflossen of sparen voor een
skivakantie, etc.).
De Hadzabe zouden niets begrijpen van onze mentaliteit. Zodra de buit
daar binnen is (dat wil zeggen de antilope is geschoten) of er is
genoeg ander voedsel bij elkaar gescharreld voor de maaltijd, houden
ze het voor gezien. Aan oppotten / inmaken / voorraden aanleggen /
pensioenopbouw doen ze niet. Ze leven van de hand in de tand. De brave
antropologen probeerden dit systeem te benaderen met wetenschappelijke
objectiviteit, maar (het staat in Work van James Suzman) ondervonden
een onverwachte moeilijkheid.
Als een Hadzabe zag dat zo'n antropoloog vier pennen had, wees hij
op een pen en daarna op zichzelf. Daar kwam geen "alsjeblieft" aan
te pas. De pen werd min of meer geconfisqueerd en nadat hij was overhandigd
volgde geen "dankjewel" of erkentelijke glimlach, tot ergernis van
de westerling. Hadden ze geen manieren? Ik moest erg lachen toen het
raadsel uit de doeken werd gedaan. Het was voor stamleden onderling
een volkomen vanzelfsprekende zaak dat iemand met een overschot (vier
pennen?) zijn luxe deelde met anderen. Het verwerven van veel bezittingen
had derhalve amper zin; er kon altijd een behoeftige vriend of bloedverwant
binnenwandelen die aanspraak maakte op wat de materialist had vergaard.
Tot zover had ik het goed onthouden. Het komische was dat ik op dit
punt van mijn verhaal met een vermanend, moralistisch vingertje naar
de Nederlandse overheid had willen zwaaien. En bij wijze van kerst-
en nieuwjaarsboodschap onze eigen hebzucht aan de kaak had willen
stellen. Want grote goden, Wesley Sneijder was de afgelopen decembermaand
meer op tv dan het Kindeke Jezus en de Goedheiligman samen. Koning
Toto? Kan iemand hem snel van zijn troon stoten?
Het is allemaal de schuld van nieuwe wetgeving per 1 oktober, die
online gokken legaal maakte voor tien bedrijven, die elkaar sindsdien
op leven en dood beconcurreren. In de rust van Nederland-Noorwegen
werden acht (8!) gokreclames geturfd. Deze regering, huiverig voor
'gelukzoekers' uit verre landen, staat toe dat de eigen, de laatste
tijd toch al extreem labiele bevolking wordt verleid aanzienlijke
bedragen over de balk te smijten. Alsof gokverslaving niet bestaat
...
Niet alleen de casino's zetten hoog in; alom worden we gelokt met
easy money. De Staatsloterij, de Postcodeloterij, de krasloterij.
Je bent een sukkel als je niet belegt en dan zijn er nog de onbegrijpelijke
cryptomunten die appelleren aan ons magisch denken. Die kneus in het
STER-spotje die over rondslingerende lego-blokjes struikelt en in
het schijnsel van een lamp een Bitcoin-symbooltje ontwaart. Een teken
van Hogerhand!
Nee, dan die Hadzabe, die laten zich niet gek maken door hebzucht.
Hoewel? Een ding was ik vergeten, zag ik net. Want ze kappen daar
weliswaar met werken zodra ze hun kostje bij elkaar hebben (let’s
call it a day), maar ze zijn verzot op kansspelletjes. Dag in dag
uit, met pijlen en andere kleinoden als inzet en wie weet ook afgetroggelde
pennen.
Laat ik iedereen maar gewoon een gelukkig 2022 wensen. Met of zonder
roulette, loten of aandelen. Het leven blijft een kansspel, ook volgend
jaar weer. Rien ne va plus!
© Marius Jaspers - p 2022 Straatjournaal
https://arnodb.nl/marijas/ |