Voor bierminnend Nederland was het
een heuse tragedie: begin februari ontstond een schisma binnen GHOOT,
het Gilde van Hyperlokale Onafhankelijke Ondergrondse Thuisbrouwers.
Van de ene dag op de andere besloten de zes leden van het gevierde
Noord-Hollandse brouwerscollectief hun samenwerking te beëindigen.
De oorzaak? Een felle ruzie over één kardemompeul in het recept van
de Quintupel (12,6%).
Ik mag na lang aandringen op bezoek bij een van de leden, Wouter Schonken
(56) uit Gerstkarspel-West; Wouter heeft de kater van de opheffing
duidelijk nog niet verwerkt.
"Ach, het gistte al langer in ons genootschap. Hoe gaat zoiets? Je
rolt erin – de craft beer-wereld is klein. Men kent elkaar, men helpt
elkaar als iemand even niet aan hop kan komen bijvoorbeeld, of panne
heeft met de kroonkurkmachine. Je wijdt elkaar in – het procedé is
bij ieder nieuw bier met veel geheimzinnigheid omgeven, brouwers zijn
toch een soort alchemisten.
Wij van GHOOT zaten op één lijn: niemand van ons drinkt bier van over
de grens. De gemeentegrens, wel te verstaan! En we hebben een broertje
dood aan alles wat in plastic kratten zit, met een strak logo en een
gelikt etiket.
Je snapt, hier in de streek konden we rekenen op veel sympathie. Kleinschaligheid
is hip en dat we de ingrediënten zoveel mogelijk van dichtbij wilden
halen, past in de tijdgeest. Granen van boer Geurt, gist van de warme
bakker. Ook deden we alles zelf – handmatig, ambachtelijk. Mout maken,
schroten (het malen van de mout, red.), maischen (geen flauw benul,
red.), bottelen, enzovoort. We konden goedkoop een kelder huren. Ieder
bracht zijn eigen ideeën en expertise in. Er was ruimte voor Spielerei,
creativiteit. Kameraadschap.
Tot het noodlot toesloeg. Thuisbrouwen begint doorgaans als een onschuldige
hobby, maar kan omslaan in een soort religie. En wie religie zegt,
zegt ketterij, sektes, godsdiensttwisten. Het punt was, bij ons eerste
eigen bier, de Lampion, deden we alles op zijn janboerenfluitjes.
Snufje koriander, vleugje kaneel, tonen van pruim en kweepeer. Het
smaakte voortreffelijk, daar niet van. Maar toch ... ik wilde de lat
hoger leggen. Iets echt lokaals maken, iets oers. Daar ging het mis.
Zo jammer, want over de meeste dingen waren we het direct eens. We
wilden bottelsuiker van Oostknollendamse bieten, hopbloemen uit een
wildtuin in Jisp, bronwater uit Heiloo. Maar toen begon het gedonder
in de glazen. Het succes van Lampion was sommige jongens naar het
hoofd gestegen. Die gasten kregen ego's zo groot als eikenhouten fusten.
En mij vonden ze een puritein, met mijn strenge principes. Waar het
uiteindelijk op stukliep, geloof het of niet: zij wilden koste wat
het kost kardemom toevoegen aan onze Quintupel. Kardemom? Dat spul
komt verdomme uit Azië! Ik hield mijn poot stijf."
(Er drupt een bittere traan in de dampende pan wort waar Wouter in
staat te roeren.)
"Toen plofte de boel. Ik dacht eerst dat ik er voorgoed klaar mee
was, maar gelukkig, zoals je ziet ..."
(Wouter wijst op de onappetijtelijke brij, donker als vervuild rioolslib.)
"Dit wordt mijn nieuwste bier, Solist. Met tonen van spruitjes, zuring,
witlof en ossegalzeep. Het bitterste bier van het land, zweer ik je.
Solist wordt gelagerd in de kerker van het voormalige Armenhuis. Ik
brouw er welgeteld twaalf flesjes van. En ik garandeer je dat niemand
behalve ik het lekker zal vinden, vanwege de grimmige afdronk.
Maar nu komt het. Deze Solist, kan ik verklappen, is een karakterloos
doordrinkbiertje vergeleken met zijn opvolger de Puritein. Die krijgt
een uniek aroma van gemalen niersteen, rouwdistel en gerookte paardenmest.
14,3%. Dubbel gefilterd door een flanellen directoire van mijn bedlegerige
oudtante uit Wormer. Die Puritein ... pffff, die wordt zó godsgruwelijk
sterk, die zal ik uit het vat moeten bikken. Dus er is hoop voor de
toekomst. GHOOT is dood, maar Woutertje brouwt door!"
© Marius Jaspers - p 2023 Straatjournaal
https://arnodb.nl/marijas/ |