Goed en kwaad

Het Absolute Kwaad, dat vinden we allemaal machtig interessant. Grote geesten als Hannah Arendt hebben er studie van gemaakt, lezers van sensatiekranten verlustigen zich aan de sadistische gruweldaden van psychopaat X of ontsnapte tbs'er Y; in de media wordt gretig gespeculeerd over de innerlijke roerselen van Poetin of de terroristen van het seizoen.

Daarbij vergeleken komt het Goede er bekaaid af. In mijn lokale bibliotheek heeft grofweg een derde van de boeken een stickertje met een pistooltje (detective / misdaad). Er zijn geen stickers met een aureooltje (naastenliefde, zachtmoedigheid, toewijding).

Misschien is Goedheid wel even moeilijk te begrijpen als slechtheid.

Die gedachte kwam bij mij op tijdens de talkshow van Van Roosmalen & Groenteman. De gastheren hadden de graatmagere, hyperactieve cabaretier Dolf Jansen uitgenodigd. Die zat amper op zijn stoel of op het scherm verscheen een 'pathetische' tweet die hij de wereld in had gestuurd: "Ik was thuis. Ik was veilig. Ik was in een tv-studio. Ik was veilig. Ik ging hardlopen. Ik was veilig. Ik was in een theater. Ik was veilig. Ik was op de A28. Veilig. Hotel in Zwolle. Veilig. 1 miljoen kinderen in Gaza zijn niet veilig. Onveilig. Nergens veilig. 1.000.000 kinderen."

Pathetisch? Vind ervan wat je wilt, maar Van Roosmalen wilde met dit citaat iets bewijzen. Zijn verwijt kwam erop neer dat grapjes van Dolf altijd een boodschap hadden. "Ik denk altijd bij jou van: het wereldleed rust op jouw schouders, je zult altijd de goede kant van de streep kiezen."

Het was een harde, pijnlijke botsing en terwijl Marcel en Dolf bleven hakketakken (gekwetste idealistische spijker versus onderuitgezakte cynicus) drong tot mij door hoe wezenlijk de tegenstelling tussen beiden was: een poema en een giraf die het eens moesten worden over het kerstmenu.

Iemand die altijd Het Goede wilde en voor zijn principes koos? Van Roosmalen wilde er niet aan. Kon er niet bij. Ook als hij tegenover Moeder Teresa had gezeten, zou zijn instinct geweest zijn om haar af te bladderen. Onder het motto "een heilige is een schijnheilige die nog ontmaskerd moet worden."

Nou moet ik toegeven dat andermans goedheid en idealisme mij soms ongemakkelijk maken. Zo raakte ik laatst verzeild in een buurthuis in de stad Groningen. Een buurthuis!?! Hunebed en herberg klinken nóg ouder, maar daar in het socialistische Groningen hadden ze een buurthuis geconserveerd dus. Zou ik er nog een uitgestorven gewaande straathoekwerker kunnen spotten?

Direct bij de ingang golfde Pure Goedheid me tegemoet, als frituurwalm bij een snackbar met een kapotte afzuigkap. Standaards met pamfletten, opvoedkundige posters en op een muur werd reclame gemaakt voor "verbinding / elkaar helpen / je ontwikkelen / elkaar vertrouwen/ jezelf zijn". Er was een door vrijwilligers gerunde bar met koffie, broodjes en bier; een bibliotheek met een allegaartje aan boeken en omdat ze aan 'knuffelweek' deden, was er een 'knuffel-corner' ingericht met uitgeknipte hartjes, ballonnen en ... knuffels.

Mijn innerlijke Marcel van Roosmalen zocht paniekerig naar de nooduitgang, maar het wende snel. Een clubje mens-erger-je-nieters had dikke pret, een zangkoor wachtte tot hun oefenzaaltje vrijkwam en iedereen was er vriendelijk. Verdacht vriendelijk? Nee, echt! En de buurt wist het gebouw goed te vinden. Wie het thuis koud had of anderszins verkleumde kon daar terecht, dat was de sfeer. In de knuffel-corner begon een laagdrempelige poëzieavond, met twintig dichters; groen, rijp en rot door elkaar, waarbij de deelnemers elkaar waardeerden en (soms letterlijk) ondersteunden.

Een Bubbel van Goedheid en Saamhorigheid, dat was het. Zoals ze altijd zullen ontstaan, bestaan, tegen de verdrukking in, zolang er mensen zijn. En ook als je dat niet begrijpt, kan je (help, een kerstgedachte!) daar alleen maar dankbaar voor zijn.

 

© Marius Jaspers - p 2023 Straatjournaal

Reacties naar marius.jaspers@gmail.com
https://arnodb.nl/marijas/