Het hoofdprogramma

In het Verenigd Koninkrijk heb je van die groezelige plattelandspubs waar het na "Last Orders, ladies and gentlemen, last orders NOW!" eigenlijk pas echt begint. Zo rond half twaalf: eerst de toeristen naar buiten, deur op de knip, luiken dicht en alleen een kliekje vaste gasten blijft hangen voor een kruikje zeer speciale, zeer clandestiene whisky en als het meezit doet de mollige slagersdochter voor een tientje een striptease. En dat brengt me op Frits Bakkes en Pieter Levasier.

Voor de modale HWP-er wordt de hoofdmoot van een dinsdagavond gevormd door de schaakpartij voor de interne. Drie uur ernstig zitten peinzen tegenover een tegenstander die net als hij de gangbare opvatting huldigt dat schaken een denksport is. Dat er oude schaakwetten bestaan, axioma's, vuistregels, klassieke patronen en beproefde methodes. Dat ze niet voor niets hebben geleefd, de groten van weleer: Nimzowitsj, Euwe, Lasker, Smislov en Petrosjan. En dat brengt me op Pieter Levasier en Frits Bakkes.

Een buitenstaander die rond tien uur de Sociëteit betreedt, ziet beide heren braaf achter het bord zitten, tegenover hun eigen, door de wedstrijdleider bepaalde tegenstander. In niets zijn zij te onderscheiden van de reguliere clubleden; ze turen naar het bord, voeren om de zoveel tijd geconcentreerd een zet uit, fronsen, noteren, wikken en wegen. Net echt. Maar wij weten wel beter. Een toneelstukje is het, een façade. Een doorzichtig excuus voor hun vaste rendez-vous een uur later, het ...

'Snelschaken', wou ik schrijven, maar dat doet geen recht aan het woeste spektakel dat zich afspeelt tussen en rond beide heren, want even belangrijk als de machtsstrijd op het bord is het verbale prestigeduel dat ze uitvechten. Wat er op het spel staat mag Freud weten, maar het moet verdomd veel zijn, want waarom zou je anders tijdens het 879e vluggertje dat je samen speelt bij de in totaal 76e dame die wordt weggegeven, nog even triomfantelijk als bij de eerste gnuivend uitroepen: "Soepel gespeeld, Pieter!" - en net zo lang doorgnuiven tot je door je vlag gnuift? "Je moet op rollatorschaak gaan, Frits, met dat tempo van jou!"

Qua openingsbenadering kunnen de verschillen niet groter zijn dan tussen deze twee gladiatoren. Frits (Fritz 1 voor zijn fans) moedigt zichzelf constant aan met kreten als "hoppa!", "vooruit met de geit!" en "jetzt geht's los!" Hij begint meestal solide met Blackmar-Diemer, koningsgambiet en The Grob, maar als dat naar zijn zin niet genoeg chaos oplevert, schakelt hij over op een repertoire dat tot nu toe is weggecensureerd uit alle fatsoenlijke databases: Mango-indisch in de achterhand, Madoffs tegengambiet en (als niets werkt) de Bermbom. Pieter blijft stoïcijns onder alle omstandigheden. Hij negeert alle gevaren, accepteert alle offers met een minzame glimlach en doet - hoe dan ook - zijn eerste twintig zetten binnen 7 seconden.

Daarna is het tijd voor een rustig slokje van zijn abdijbier en een eerste plaagstoot. "Ik weet niet hoe het met jou zit, maar voor mij is dit allemaal nog theorie." Verblufte omstanders (er zijn altijd omstanders) apporteren ondertussen de stukken die bij een net iets te krachtige krachtzet ergens bij het aquarium zijn beland en verzamelen van omliggende borden vast vier dames voor de promoties die ongetwijfeld zullen volgen.

Opgeven is uit den boze, doorgaan tot het gaatje is het parool en hoe onverdiender een overwinning, hoe uitbundiger die wordt gevierd. Hoe lang zo'n sessie zou duren zonder ingrijpen van hogerhand, valt onmogelijk te zeggen. Ik heb zelf nooit mee mogen maken dat een van de twee bij een 24-5 achterstand in tranen uitbarstte na een gemeen vorkje en een bijpassend gemeen grijnsje van de tegenstander en uitriep: "Ik haat je, ik HAAT je, ik speel NOOIT meer tegen je!"

Lang voor het zover komt, schuifelt onze trouwe kastelein Ed door de vrijwel verlaten zaal en werpt een korte blik op de stelling: "Hoogste tijd om te gaan, heren. Volgende week verder!"

 

© Marius Jaspers - p 2010 HWP Jaarboek 2009-2010

Reacties naar marius.jaspers@gmail.com
https://arnodb.nl/marijas/