Hiep, hiep ...

Een nieuwe klus voor onze huisstatisticus / socioloog Paul T.? Hoe kan het dat van de twintig Sociëteitsleden die op dinsdagavond bij de biljarttafels rondkeutelen er altijd wel eentje jarig is en zich uitbundig laat toezingen? De heren wachten geduldig met het inzetten van hun feestlied totdat de akoestiek optimaal is, zo rond een uur of negen, dat wil zeggen als wij ons net verdiept hebben in het vroege middenspel.

"Lang zal ie leven! Lang zal ie leven!
Hij leve lang, hij leve hoog, Jaaaaaaa ... Hooooooooog!
For he's a jolly good fe-hell-low ...
Twee violen en een trommel en een fluit!
Want jonkheer Gijssie die is jarig en de vlaggen hangen uit!
Hi ha ho (Bis)!"

Door de eerdere stilte klinkt het of het Urker Mannenkoor een monsterverbond gesloten heeft met de harde kern van FC Utrecht. In het schaakgedeelte van de zaal krimpen de ergste zenuwlijders ineen alsof ze een nekschot hebben gekregen, en een bombardement van neerstortend serviesgoed slaat solide koningsstellingen uiteen.

Toen ik nog bij VHS speelde, stelde ik me HWP voor als een veredelde gezelligheidsvereniging, waar men zich met tegenzin losmaakte van de toog, uit de losse pols een zetje deed en ijlings terugkeerde naar de bar om toch in ieder geval paraat te zijn als de volgende meter bier arriveerde. De werkelijke speelcondities vallen dus alleszins mee: polonaises heb ik nog niet zien passeren en pas tegen twaalven ontstaat het eerste vrolijk tumult - afgezien dus van dat feestgedruis in de biljartzaal.

Ik neem die brave zangers niets kwalijk (tenslotte zijn wij te gast in hun Sociëteit); eigenlijk vind ik dat muzikale intermezzo wel amusant. Maar in plaats van gelaten te wachten tot de laatste noten (of de laatste biljarters) zijn weggestorven zou het misschien een leuke surprise zijn als we er eens iets tegenover konden stellen. Echte schakers vieren hun verjaardag helemaal niet of slechts onder dwang, dus van onze kant liever geen gehiephiephoera. Wel zouden we bijvoorbeeld kunnen afspreken hun eerstvolgende jubelzang te beantwoorden met een uit volle borst gezongen zesstemmige canon ("Vader Pancras, vader Pancras, slaapt gij nog? Alle klokken luiden ..."), of een schlager die ook door ongeschoolde kelen tot een goed einde kan worden gebracht. Met wat meer ambitie zouden we ons kunnen wagen aan gevoeliger repertoire. Wat dacht u van Toon Hermans?

"Ome Arie was ongeveer tachtig,
Ome Willem was ook net zoiets.
Ze vonden het leven nog prachtig,
Ze zaten nog recht op de fiets.
Ze zagen mekaar alle dagen,
In het dorp, in het kleine café.
En ze hielden van sarren en plagen,
Als ze samen biljartten die twee.
Café Biljart, Café Biljart,
Klein stukkie groen voor het eenzame hart.
Het schuiffie zegt klik, het balletje tik,
Die ene ben jij, die and're ben ik."

Ik geef u de complete tekst en de bladmuziek aanstaande dinsdag. Oefen vast onder de douche en zorg dat u goed bij stem bent, dan moeten wij hun volume toch minstens kunnen evenaren.

 

© Marius Jaspers - p 2001 HWP Clubblad 'De Ruif'

Reacties naar marius.jaspers@gmail.com
https://arnodb.nl/marijas/