Ik ben hardloper in ruste. En dat is soms
best zwaar. Waar ik vooral moe van word is dat ik, kuierend door de duinen,
steeds hardloopmaatjes van weleer tegenkom. Van weleer? Van meer dan 25
jaar geleden! De conversaties verlopen volgens een vast stramien:
- Ha, Marius! Loop je nog hard?
- Hé Klaas-Jan! Uh ... nee, ik ben loper in ruste.
- Zonde, man. Je was altijd zo goed.
- Ja, was ...
- Zonde, hoor. Als ik jouw kuiten had gehad, en jouw talent ...
- Ach ... mwu ... dat was in 1985. Loop jij dan nog wel, Klaas-Jan?
- Ja, jaaaa-ahh ... Ik kan niet zonder. Ik heb nu net een hiel van glasvezel
in laten zetten. Over 6 maanden loop ik weer de Dam tot Damloop, als alles
goed gaat. Eerst revalideren, hè. Niks forceren. Samen met Rolf.
- Wat is er met Rolf?
- Wat is er niet met Rolf? Shin splints, maar dan óók in zijn dijbeen. En
zijn liezen. Maar Rolf komt altijd terug. Dat is Rolf. Die duikt straks
weer onder de tweeënhalf uur, als zijn nieuwe nier het houdt.
- Zo, niet slecht – 2.30. Gaan jullie New York doen?
- Nee, 2.30 dat is de Dam tot Damloop, dat zei ik toch? Tien Engelse mijl
– we worden allemaal een dagje ouder.
Ik ben loper in ruste, maar met ex-lopers is het net als met ex-verslaafden.
Ergens jeukt altijd nog een jeukje. Zo moet ik me beheersen om de lopers
van nu niet lastig te vallen met goede adviezen. De meesten zien eruit of
ze zo ontsnapt zijn van de intensive care. Slangen, snoeren, draden,
flacons, GPS, geluidsdragers, verlichting, chronometers, hartslagmeters
... Dan wil ik ze al die apparatuur afpakken en zeggen: "Ga nou toch gewoon
lekker lopen, man! Denk aan iets moois! En ontspan die rechterarm eens!"
De redenen dat ik niet meer loop zijn complex – om die te ontwarren zou
ik een psycholoog in de arm moeten nemen, of wellicht een psychiater. De
belangrijkste is vermoedelijk dat ik niet tegen mijn oude zelf wil lopen
– een race die je altijd verliest. Die eigenwijze gast van toen (wat een
vreemde snoeshaan met zijn trainingsdagboekje en blufferige huppelpasjes!)
hou je van je leven niet meer bij. Het lichaam van ooit, dat op de 10 km
25 rondjes liep van precies 80 seconden en naar de finish nog kon versnellen
– hoe bestaat het dat ik dat ooit normaal heb kunnen vinden?
Het hardlopen heeft mij veel mooie herinneringen opgeleverd, maar inmiddels
ben ik definitief wandelaar.
Over paardrijden zei Winston Churchill: "No hour of life is wasted that
is spent in the saddle." Hetzelfde geldt voor wandelen. Je kunt het
eigenlijk niet verkeerd doen. Je knapt er altijd van op. Je kunt natuurlijk
in een gestaag tempo van A naar B wandelen, en dan terug naar A. Dat doe
ik zelf ook zeer regelmatig en met veel plezier. Maar met jullie wil ik
het hebben over Wandelen Anders. Ik doe jullie vandaag een tiental varianten
aan de hand die het wandelen zijn alledaagsheid ontnemen; die de spieren
en zintuigen uit hun luie routines halen en die de geest op een ander spoor
zetten. Sommige heb ik gejat, andere zelf bedacht – wie weet zit er wat
voor jullie bij. Ze zijn geheel gratis en vergen geen atletisch vermogen.
Als ik aan Powerpointen deed, verschenen er nu vier rubriekjes: varieer
de snelheid – loop door de tijd – krik die nek – en doe eens gek!
1. Als kind smaalde ik om mijn ouders als die 'een blokje om' gingen – voor
mij het toppunt van slome sleur. Inmiddels koester ik mijn vaste rondjes.
Schotersingel en het Staten Bolwerk bijvoorbeeld. Het blokje wordt misschien
wel nog wel eens hip. Alexandra Horowitz schreef er een aardig boek over.
On Looking heet het: over onze blinde vlekken, dode hoeken en de
manier waarop wij onze waarnemingen filteren. In elk hoofdstuk beschrijft
ze haar vaste ommetje door New York, maar dan steeds met een paar geleende,
extra zintuigen. Ze laat zich vergezellen door haar hond, door een 3-jarig
kind, een geoloog, een natuurvorser, een sound designer, enz. Er
staat een prachtig citaat in, als troost voor iedereen die niet in de gelegenheid
is die unieke voetreis door het Andesgebergte te maken: "To find new
things, take the path you took yesterday" (John Burroughs).
2. In 2007 stelden wetenschappers vast dat de gemiddelde loopsnelheid in
grote steden in tien jaar tijd met 10% was gestegen. We jakkeren en jagen!
Van je eigen looptempo ben je je doorgaans niet bewust. Experimenteer er
daarom eens mee. Wandel een uurtje zo traag mogelijk. Handen ouderwets,
dominee-achtig op de rug. Alleen of met zijn tweeën. Onderzoek de effecten.
En die zijn er. Een paar weken geleden deed ik het noodgedwongen: een goede
vriend van mij heeft door een ziekte nog maar 20% van zijn longcapaciteit.
Wat begon als 'een frisse neus halen' werd zonder dat we er erg in hadden
een heuse wandeling van een paar kilometer in de buurt van Landsmeer. We
schuifelden langs de berm, dreutelden langs de rietkragen, treuzelden zonder
reden en toen bespeurde ik iets opmerkelijks: niet alleen de zintuigen zogen
zich vol bij dit ongewone tempo; ook het contact werd er intensiever door.
Onze woorden hadden ineens geen haast meer.
3. Wilt u per se hard lopen i.p.v. ongegeneerd traag? De Franse schrijver
Roger Pol Droit suggereert in zijn boek Honderd Alledaagse Filosofische
Avonturen dat u daarvoor een begraafplaats uitkiest. Sprintjes trekken
tussen de graven – daarvan zou volgens hem een bevrijdende werking uitgaan
(net als van je voorstellen dat de wereld nog maar 20 minuten bestaat, drinken
terwijl je plast, proberen NIET te denken, of een lofrede houden op de Kerstman).
Vindt u zijn idee te pervers, ga dan niettemin naar de prachtige begraafplaats
aan de Kleverlaan. Drentel een half uur tussen de zerken en bezie je eigen
muizenissen in het licht der eeuwigheid. Jij mag het dan zwaar hebben, maar
denk eens aan die gasten onder de zoden – dood!
4. Haarlem meet in lengterichting zo'n dertien kilometer; ooit bedacht ik
de wandelklassieker Delftwijk Meerwijk. We begonnen bij die rare patiëntencontainer,
het Kennemergasthuis Locatie Noord, en slalomden zuidwaarts, terug in de
tijd. Het opgeknapte Marsmanplein, het nieuwe én mooie Slauerhofcomplex,
de naoorlogse Planetenbuurt, de Bomenbuurt (jaren dertig), de Kleverparkbuurt
(1915) en dan een steile duikvlucht naar de middeleeuwen. Vandaar het Spaarne
over en weer terug naar het heden – Schalkwijk, zeg maar. Niet alleen architectonisch
interessant; in die drie uur brengt zo'n wandeling ook het besef dat Haarlem
meer is dan de stad waar wij zo klakkeloos op mopperen en gedachteloos doorheen
sjezen; het is een coproductie, een Gesammtkunstwerk, met veel inspanning
en vernuft tot stand gebracht door onze ouders en voorouders.
5. Laat de telefoon thuis. Laat de telefoon thuis. Laat de telefoon thuis
als je wandelt. En de GPS ook. En je horloge. Laat zo veel mogelijk thuis.
6. Als mens ben je (daar ben je mens voor) anthropocentristisch. En egocentristisch
bovendien. Je hebt er een dagtaak aan. Neem eens een mini-vakantie van het
menszijn en sta stil bij nietige en nederige levensvormen. Zonder haast
en ambitie. Korstmos (overal te vinden op muren en stoeptegels) doet er
een halve eeuw over om een grootte te bereiken van een overhemdsknoopje.
Of zoek naar fossielen. Niet je collega's, maar echte. Ze wachten al 200
miljoen jaar in natuursteen overal in de stad totdat jij ze ziet, in portieken
of kerkvloeren. Je hoeft geen kenner te zijn om er plezier aan te beleven.
7. "Hoog, Sammie, kijk omhoog Sammie", was de opbeurende tekst van Ramses
Shaffy. Daar zit wat in, ook voor wie niet in een dipje zit. Een paar jaar
geleden zag ik aan het Verwulft tegenover V&D twee stenen varkens in de
dakgoot, waar ooit een worstfabriek zat. Of doe aan cloudspotting!
Boven het graafschap Coventry werd deze zomer een wolk gefotografeerd die
een treffende gelijkenis vertoonde met de kaart van Groot-Brittannië. Zouden
jullie 'm hebben opgemerkt?
8. Voor deze is durf nodig. Glimlach eens een uur tegen iedereen die je
tegenkomt. Niet vet, guitig of ondeugend. Een glimlach zonder kunstmatige
toevoegingen en bijbedoelingen. 100% vriendelijkheid.
9. George Orwell zei dat iedereen op zijn vijftigste het gezicht heeft dat
hij verdient. En dat zou ook wel eens kunnen gelden voor je wandelstijl:
uniek als een vingerafdruk. Lopen op de manier van iemand anders kan je
tijdelijk verlossen van jezelf. Kruip in de huid van een bijzonder hinderlijke
superieur of een claimende oudtante. Of kies juist iemand die je bewondert.
Loop vijf minuten precies als zij (en vijf minuten is lang!)Er gebeuren
vreemde dingen met je. Soms verafschuw je ze des te meer; soms verbeeld
je je dat je ze beter begrijpt, of voel je zelfs mededogen. En hopelijk
kan je na die vijf minuten nog terug.
10. Ga de mist in – anonieme, rustgevende mist, die de geluiden dempt en
scherpe contouren afvlakt. Wandelen in de sneeuw werkt ook geestverruimend.
En voor wie niet op mist en sneeuw wil wachten zijn er de nacht en de dageraad,
die u gratis een andere wereld bieden, zonder dat er een reisbureau aan
te pas komt.
11. Mijn beste tip is tevens de laatste: richt een LMW op. Twee jaar geleden
stelden Sylvia en ik vast dat we zo vaak bij het afscheid tegen mensen riepen
"we moeten snel iets afspreken!" Waarna het verslofte en de volgende keer
dat we ze tegen het lijf liepen, riepen we wéér "we moeten nodig eens ..."
In de praktijk slibden de agenda's vol en waren we blij als we eens een
dag 'niks' hadden. Toch knaagde het. En zo werd de leukemensenwandelclub
geboren. We stelden een lijst op van mensen die wij graag zien. Het waren
er zo'n dertig. We verstuurden een groepsmail: "Beste leuke mensen, op 8
augustus staan wij om elf uur op perron 8 van station Haarlem. We nemen
de trein van 11.08 naar Overveen en dan lopen we door de duinen en langs
het strand naar Zandvoort. Wil je mee? Leuk! Kan je niet? Volgende keer
beter! Aanmelden hoeft niet, afzeggen evenmin."
Laat de kracht van deze formule rustig inwerken: organisatorische eenvoud,
vrijblijvendheid, spontaniteit en een vleugje avontuur. Wij bepalen de datum.
Hittegolf? Orkaan? Sneeuwstorm? De LMW gaat door. De route is elk maand
dezelfde en verveelt nooit. Er zijn steeds nieuwe ontdekkingen en verrassingen.
Deze winter smakten de golven een forse zeehond op het strand, die niet
wist hoe snel hij de branding weer op moest zoeken. Na afloop is er bier
en friet in een strandtent. Wij zien hoe onze vrienden elkaars vrienden
worden; er ontstaan plannen en projecten. We zijn (al is het maar tijdelijk)
vrolijk, ontspannen.
Geestelijke en lichamelijke fitheid! Zo eenvoudig kan het zijn.
© Marius Jaspers - p 2013 Blijf Fit!, HWP Haarlem
https://arnodb.nl/marijas/ |