Het probleem met al die pogingen het imago van het leraarsberoep op
te vijzelen, is dat de doelgroep, de aankomende eerstejaars, diezelfde
leraar zo intensief heeft bestudeerd. Het is een illusie dat je die
jonge deskundigen iets wijs kunt maken na al het specialistische onderzoek
dat ze hebben verricht. Ze hebben de proefpersonen blootgesteld aan
allerlei stimuli en hen geobserveerd onder de meest uiteenlopende condities.
Docent belaagd door hun verongelijkte klasgenoten; digibete docent in
gevecht met onwillige computermuis; docent verdwaald in de doolhof van
de Tweede Fase, enzovoort.
Tijdens hun schoolcarriëre zien leerlingen een zes jaar durend
docu-drama over het leraarschap en geen reclamemaker kan daar tegenop
met een paar gelikte spotjes van 30 seconden. Je zult nog eerder een
baviaan overtuigen dat plastic bananen lekkerder smaken dan die van
Turbana.
Maar ja, ze zitten omhoog bij de overheid, want de komende tien jaar
neemt de helft van de huidige leraren afscheid. Dus komt OC&W deze
herfst met een nieuwe, negen miljoen kostende wervingscampagne. Na lang
'brainstormen' en vlák voor de 'deadline' kwamen ze bij BvH,
het uitverkoren reclamebureau, op de slogan "Je groeit in het onderwijs".
Ze wisten meteen dat het goed zat, vertelt art-director van Zijp opgetogen
in het tijdschrift Carp. "En dan ineens, dan heb je het, dan kruip
je te voorschijn uit een duistere tunnel." Voor de trageren van
geest legt hij de genialiteit van de vondst nog even uit. "Een
kind groeit in het onderwijs, maar een leraar ook. En zo kwamen we op
onze strategie van de leraar als mensontwikkelaar."
Dat ben ik dus de komende jaren, mensontwikkelaar. Wat een stuitend
woord! Ik associeer het met onduidelijke ingrediënten van bakpoeder
of Aardappel Anders. E492, iets in het rijtje stabilisator, rijsmiddel,
emulgator, smaakversterker.
Mijn gedachten gaan terug naar de dierbaarste leraren die ik zelf had.
In hoeverre zouden die zich hebben herkend in het nieuwe concept? Niemand
die zich destijds afvroeg of ze wel 'groeiden'. Het waren volwassenen.
Ze zaten boven ons verheven op een podium of ijsbeerden door de klas,
voorlezend, vertellend, en ze voelden nog niet de morele druk de jeugd
het goede voorbeeld te geven: bij iedere goed getimede cesuur in hun
betoog zogen ze gretig inspiratie uit pijp of sigaret. Er was maar één
vraag die je die erudiete mensen niet mocht stellen en dat was "Waarom
moeten we dit leren?" Het kwam trouwens niet bij je op, door de
gedrevenheid en het enthousiasme waarmee ze lesgaven. Ze wisten dat
ze ons iets moois overdroegen: hun plezier in literatuur, kennis en
wetenschap.
In het huidige onderwijs lopen nog steeds dergelijke individuen rond,
maar ze voelen zich betutteld en gekleineerd. En ze zullen voorlopig
geen versterking krijgen. De nieuwe campagne moet drie jaar mee en de
'mensontwikkelaars' aan wie hij appelleert, zullen zich liever bezig
houden met de psychische en sociale begeleiding van iedere mensachtige
in de wijde omtrek van het schoolgebouw dan met intellectuele vorming.
Iedere goede leraar heeft leerlingen die hem intrigeren of ontroeren.
En als je in de knel geraakte kinderen af en toe steun kunt bieden die
verder gaat dan wat extra uitleg van de grammaticaregels of de getaltheorie,
geeft dat voldoening natuurlijk. Bovendien zal je daarbij incidenteel
tot nieuwe inzichten komen, noem het 'groeien' desnoods. Het is alleen
een miskleun die bonus voor te stellen als de voornaamste attractie
van het beroep. Op die manier lok je wel kenners van het oeuvre van
James Redfield en Krishnamurti, maar schrik je academisch beter gekwalificeerden
af.
© Marius Jaspers - p 2003 Talendocenten
https://arnodb.nl/marijas/ |