Messcherp

Jullie kennen die beroemde pijp die geen pijp was, toch? Die van Magritte, bedoel ik: Ceci n'est pas une pipe, een surrealistisch grapje dat deze maand een absurdistische nazaat bleek te hebben.

In het HD las ik over een "geweldsincident" in de kantine van een Haarlemse middelbare school. Geweldsincident? Het woord kwam me voor als een moeizaam construct, een verdoezelend knutselarijtje van een PR-afdeling. Heibel! Gevecht! Kloppartij! Matten! Een scholier had zich met een bloedende wond aan zijn hand in het ziekenhuis laten behandelen – er werd gewag gemaakt van "een scherp voorwerp".

In mijn verhitte fantasie ging direct een parade van start met al dan niet schoolgerelateerde scherpe voorwerpen: Een geodriehoek? Passer? Kegelsnede? Een slagroompunt? Een feesthoedje? Een haak- of injectienaald? Een taartvorkje? Het zal warempel toch geen ...?!?

Nee, nee ... De rector van het Lyceum Sancta Maria haastte zich in de krant te melden dat het geen "steekpartij" was. Arme Claasje Quadekker! Ontsnappende rode vloeistof in de kantine (het woord bloed leest ze vast liever niet)! Zoiets wens je geen schoolleider toe; en de timing had niet beroerder gekund. Die week konden hoopvolle, nieuwe brugklassers zich inschrijven, de bekroning van de jaarlijkse wervingscampagne waar scholen zoveel energie in steken. Onschuldige achtstegroepers leid je liever niet langs een rood-wit afzetlint.

Niettemin, zelfs als geharde onderwijsveteraan was ik geschokt door wat er onder druk allemaal uit zo'n professional lekt. "Veiligheid staat hier bij ons juist voorop", vertelt rector Claasje Quadekker. "We hebben niet voor niets het keurmerk Gezonde School gekregen, waarbij we juist voor onze inzet op veiligheid zijn geprezen." Desondanks zullen ze "het beleid nog weer eens tegen het licht houden ..."

Het licht, het licht, het nooit klagende, altijd geduldige polderlicht! Steeds weer nieuwe procedures en protocollen worden ertegen gehouden en, zo lijkt Quadekker te geloven, als school, website en leerlingen dicht genoeg beplakt zijn met keurmerken en vignetten, worden scherpe voorwerpen vanzelf stomp en bot. Of wellicht zien haar beroeps-gedeformeerde ogen de scherpe voorwerpen niet meer ... zo scherp?

Bij talrijke getuigen lag dat anders. Had C.Q. zich niet even kunnen laten bijpraten door haar leerlingen? Jongens, help me even, jullie zijn streetwise. Hoe noem je zo'n akelig voorwerp ook weer, ik kan er even niet opkomen, onze school is zó veilig geworden de laatste jaren ... Het bestaat uit een stalen lemmet, met daaraan bevestigd een zogenaamd heft. Samen een centimeter of twintig in dit geval. Als een vierdeklasser het in een onveilige situatie tegen je voorhoofd zet (bijvoorbeeld om zijn argumenten kracht bij te zetten) kun je beter geen onverhoedse armbeweging maken, want dan zou de buitenwacht kunnen denken dat er sprake is van een steekpartij ...

Overigens schuwde ook de woordvoerder van de Haarlemse politie – het recherchewerk was toen al twee dagen bezig – hardnekkig het woord 'mes'. Ceci n'est pas un couteau.

Het blijft iets wat ik weiger te geloven, met mijn recht-voor-zijn-raap-hoofd. Dat zo'n rector zich in de vingers snijdt ahum ... haar eigen belang schade zou berokkenen door de dingen bij de naam te noemen. Door te verklaren: "Wij staan bekend als een voortreffelijke school, met 1400 leerlingen. Daar zitten geheid 15 ploerten tussen en met wat pech dragen er daarvan vijf een mes. Dat voorkom je niet. Met wat geluk blijven die messen op zak. Helaas, wij hadden pech. Ik zal er alles aan doen dat laffe sujet een tuchthuisstraf te bezorgen."

Waarbij ik er optimistisch vanuit ga dat Quadekker en andere officiële woordvoerders welbewust met meel in hun mond spreken. Er is een andere, ergere mogelijkheid: dat ze niet beseffen hoezeer hun wereldbeeld wordt vervormd door al dat laffe beleidsjargon.

 

© Marius Jaspers - p 2018 Straatjournaal

Reacties naar marius.jaspers@gmail.com
https://arnodb.nl/marijas/