Rustig blijven. Geen paniek, laat niet je hele dag vergallen. Obsessief
piekeren kan altijd nog. Je zit niet in een TV-quiz, je hoeft het
antwoord niet te weten voordat de zoemer snerpt en het gaat niet
om een complete keukenuitzet. Je had toch zo'n zin in deze stortbui?
Vlak voor deze opbeurende monoloog had ik met een minzame knipoog
naar het overvliegend oceaanfront mijn 'gaiters' te voorschijn gehaald.
Ooit gekocht tijdens een wandelvakantie in Yorkshire en sindsdien
niet meer weg te denken uit het bovenste vak van mijn rugzak. Ideaal
voor wie zich niet struikelend in zo'n plakkerige regenbroek wil
hijsen, maar wel droge voeten en onderbenen wil houden. Je bevestigt
de haakjes aan je schoenveters en ritst ze dicht tot onder de knie.
Bestaat er eigenlijk een Nederlands woord voor?
In het Frans weet ik het wel, gek genoeg. ... En daar begint de malaise:
de Franse term is zoek. Of was het nou Duits? Onuitstaanbaar, dit
soort vergeetachtigheid. Je krijgt het gevoel dat het woord zojuist
uit de bovenste klep van de rugzak is geglipt en vlak onder je neus
in het gras moet liggen. Tegen beter weten in blijf je er maar naar
graaien, al weet je uit ervaring dat die zelfkwelling nergens goed
voor is. Het is zoiets als te lang doorkrabben aan een muggenbult,
of tot bloedens toe met je tong over een afgebroken tand raspen.
Eerst probeer ik het via vrije associatie, op het ritme van mijn
door het gras soppende voeten. Ik neem me voor me niet te ergeren
aan alle idiotie die boven komt drijven: 'randonneurs' ... 'gateaux'
(lijkt een beetje op 'gaiters', maar geven meer geklieder) ... 'poubelles'
(mijn favoriete Franse woord, maar evenmin erg praktisch als voetbedekking)
... 'jambonnières' ... 'sans-souliers' ... 'sous-genoux' (solliciteer
ik naar een erelidmaatschap van de Académie Française met deze taalvondsten?)
... 'camisoles' ... 'couvre-cuisses' (nee, dat zijn dijen, wat zijn
kuiten dan?) ... 'Gauloises'. Misschien toch iets Duits? Maar in
de taal van Goethe en Schiller gaat mijn onderbewustzijn zich kinderachtig
te buiten aan ongein en baldadigheid: 'Schinkenschütze' ... 'Beinbehörden'
... 'Beinstuben' ... 'Gehters' ... 'Feuchtwebel' ... 'Tropfenwehre'
... 'Dreckfeinde'?
Mijn geheugen is de vliering van een door de thuiszorg afgeschreven,
anaal gefixeerde bejaarde: met plakband gerepareerde vuilniszakken
volgepropt met antieke plastic tasjes, wankele stapels verbruinde
couranten, een ongewassen lampetkan, 1427 elastiekjes in uitstekende
staat en - geparkeerd tegen de staande schemerlamp - een gefrustreerde
paarse Koga-Miyata racefiets met 14 versnellingen, geen van alle
ooit gebruikt.
Soms heb je tenminste nog een vaag aanknopingspunt: een vermoeden
van de beginletter, een rijmwoord, een klemtoonpatroon, de zucht
van een Keulse ober die het voortvluchtige woord drie keer moest
herhalen eer je het verstond. Of met een beetje mazzel dreun je
de rest van de pagina uit Wortschatz op, dat wil zeggen al die
woorden waar je het van de samenstellers niet mee mocht verwarren:
"Die Spitze des Matterhorns war kaum zu sehen durch den Mist" (=mest).
Maar in dit geval daas ik rond als een hypere hasj-hond en kieper
willekeurig laatjes leeg, vloekend op de seniele archivaris, die
het kaartsysteem 51 jaar heeft laten verslonzen en de sleutel van
de grootste dossierkast veilig heeft verstopt in een plastic tasje
dat in een van de gerepareerde vuilniszakken zit. 'Chaussures' ...
'chaussettes à pluie' ... 'chômage'? Nee, bij de 'ch' kriig ik geen
beet. 'Schuhhilfen' ... 'Spaziergenossen' ... 'Gehters' ('seems
to ring a bell somehow') ... 'Wanderwadenwickel' ... 'Garmisch Partenkirchen'?
Welbeschouwd is het een mirakel dat een mens 'le mot juste' wel
eens paraat heeft ondanks alle tinnef die de doorgang verspert.
Je ziet een pelotonnetje kek kwekkende ganzen en floep!, gelijk
weet je dat zo'n stoet een 'gaggle' heet; en op hetzelfde schoteltje
waarop dat mooie woord ongevraagd wordt opgediend, liggen als garnering
'giggle' en 'goggles' (het brilletje van Biggles) en nog meer gutturale
randversiering. Op zulke momenten stel je je het binnenschedelse
voor als een Vinex-wijk van duizenden identieke door Bill Gates
persoonlijk afgestofte, lichtgele Windows-mappen.
Borges - of anders Karel van het Reve, daar wil ik van af zijn -
heeft gezegd dat de steeds frequentere haperingen van het geheugen
voor hem niet zo'n plaag betekenden. Via een omweggetje arriveerde
hij meestal wel op de gewenste bestemming en al dolende had hij
allerlei onverwachte ontmoetingen. Soms had hij trek in van die
pittige, roodbruine soep. "Uit Midden-Europa ergens, Slowakije,
als ik het goed heb," zei hij dan tegen zijn vrouw. "Jouw tante
Gyula had er zo'n lekker recept van. Dan moet het dus waarschijnlijk
Hongarije zijn, niet? Hoe heet ie nou, Gauloises of zoiets, met
paprika erin. Gamaschen? Ach nee, natuurlijk niet! 'Gamaschen' zijn
van die beenwikkels voor bij het wandelen, ken je die? Verdomd handige
dingen. In Engeland heten ze 'gaiters'. Ik had altijd een paar in
de bovenste klep van m'n rugzak. Zeg, weet je wat, doe eigenlijk
ook maar gewoon kippensoep, da's wel zo makkelijk."
© Marius Jaspers - p 2005 Levende Talen Magazine
Reacties naar marius.jaspers@gmail.com
https://arnodb.nl/marijas/ |