Niet eerlijk

Ik was nog coronamaagd. Twee jaar lang kenmerkten kuisheid en kieskeurigheid de omgang met medemensen (met één uitzondering). Die voorzichtigheid en afstandelijkheid werden in natura beloond: we bleven gevrijwaard van covid.

Tot (het mocht!) we ons vorige week weer onder de mensen mengden; een concert in een erg volle zaal, een crematie en een lange treinreis in een drukbezette coupé. En nu voelen we ons een beetje als Schubert (was het Schubert?) die bij zijn eerste intieme verstrengeling met een vrouw syfilis opliep (het was niet háár eerste intieme omstrengeling!) en daaraan overleed.

[Hier mogen jullie protesteren, want hoe kan je je voelen als een overledene? En technisch overleed de brave Franz waarschijnlijk aan een kwikvergiftiging – het geneesmiddel erger dan de kwaal.]

Maandag kuchte de huisdichteres een lief kuchje en griste direct de bovenste van de manshoge stapel zelftests. Die tests pleegt zij uit te voeren met onkarakteristieke onverschrokkenheid. Religieus en rigoureus tegelijk. Liefst zou ze voor alle zekerheid een teststaaf met een extensie van 75 cm gebruiken, want ook in de afgelegen pancreas of diep in de twaalfvingerige darm kunnen zich virusdeeltjes als verstekeling schuilhouden.

Na vijf minuten telde ze de rode streepjes en ook bij de hertelling bleken het er twee (2). NEeeeEEeeeEEEEEeee, hè!!! Even verbaasd als 40.000 andere Nederlanders die dag. Waarom ík? Het is niet eerlijk ...

Ik moest toen ook. Zo'n staafje wekt bij mij gekokhals op en per neusgat een nies van jewelste. Negatief. 's Avonds was ik wat snifferig (hooikoorts?) maar de volgende dag nog net zo negatief. Ik snifte door en mijn keel schuurde (erge hooikoorts?) en ik testte wederom negatief. Met verstopte neus, zere keel en nu ook rillerig ging ik slapen. Donderdag vertelde de test me eindelijk wat ik eigenlijk al wist.

Het leed was te overzien. We hadden geen koorts. Er hoefden geen dwingende afspraken afgezegd; het was mooi weer en we konden in de tuin zitten met een boek (elk een eigen boek). Het merkwaardige: al na twee snotloze jaren was ik de eerste wet van Jaspers vergeten: ziek zijn is slecht voor de gezondheid. Het is helemaal niet leuk.

Vijftig jaar lang was ik gewend geweest aan ten minste één stevige griep per winter (met af en toe een zomergriep / oudewijvengriep als tussendoortje). En nu zat ik gisteren, op dag vijf, al te griepen (humor!) en te piepen dat het niet opschoot, dat ik long-covid had, dat ze eens betere vaccins moesten maken, want het natte zweet stond op mijn rug, om van het droge maar te zwijgen.

En dat terwijl we net terug waren van ons eerste herstelwandelingetje. Dagklad is ook een soort dagboek, dus ik beschrijf mijn ongeduld maar zoals het is; en in het wrange besef dat een oude vriend van me momenteel met covid aan de beademing ligt. Over 'niet eerlijk' gesproken.

 

© Marius Jaspers - p 2022 Dagklad

Reacties naar marius.jaspers@gmail.com
https://arnodb.nl/marijas/