In het hart van de verdediging hadden wij Huib en George staan.
George had een klassieke boksersneus, die ooit was gebroken bij
een van de harde persoonlijke duels die hij graag uitvocht, zowel
op als buiten het veld. Bij wijze van warming-up schraapte hij altijd
demonstratief zijn stalen noppen over de bakstenen muur van de kleedkamer
en grinnikte daarbij vals: voorpret! Huib was een tot in de puntjes
gesoigneerde Indo, met een haardos die dankzij een mysterieuze crème
tot de laatste minuut van de blessuretijd volmaakt in model bleef,
ondanks de verbetenheid waarmee hij kopte en tackelde. Als zijn
slachtoffers op het gras lagen te kermen en tieren, wachtte hij
onbewogen of ze nog opstonden om de vrije trap te nemen, en beraamde
intussen zijn volgende aanslag. Dat was dertig jaar geleden, in
de junioren A 1.
Zulke bruikbare krachten zijn in dit land ineens niet meer uit voorraad
leverbaar, begrijp ik uit het gelamenteer na DE NEDERLAAG. Het ontbreekt
ons aan bikkelaars. De kindmiljonairs van nu willen per se "hun
eigen spelletje spelen", en trekken de vertroetelde beentjes terug
zodra Ierse straatschoffies als Keane en Kilbane zich ermee gaan
bemoeien.
En het is allemaal de schuld van onze softe maatschappij. Van Gaal
begon erover, en de sportpers (afgetrainde, Laseroms-achtige rauwdouwers
tot de laatste man!) ging er gretig mee aan de haal. Wat kan je
verwachten van een Oranje-generatie die is opgegroeid in luxe sportinternaten,
ver van het volle leven, in plaats van in getto's en favelas, zoals
dat een sportman betaamt?
Willen we als voetbalmogendheid ooit weer meedoen op het hoogste
podium, dan moet er iets grondig veranderen, luidt de consensus,
al kom ik er niet achter wat nou precies. Weer lijfstraffen op school
en alle uitkeringen met onmiddellijke ingang stopzetten?
Ik zal er pas in geloven als Liberia volgend jaar het WK wint. Momenteel
lees ik The Shadow Of The Sun van Ryszard Kapuscinsky. Hij beschrijft
daar in zijn onderkoelde stijl hoe in Monrovia een gebombardeerd
huis in luttele uren tot de fundering wordt ontmanteld door hordes
toegesnelde stadsnomaden, stuk voor stuk specialisten, die de hele
dag niets anders te doen hebben dan wachten op zo'n buitenkansje.
Met de buitgemaakte planken en bakstenen bouwen ze provisorische
onderkomens.
Een fijn staaltje mentale hardheid, en voor de liefhebbers staan
er nog veel meer in dit meeslepende boek, dat 40 jaar Afrikaanse
belevenissen bestrijkt. Wees echter gewaarschuwd, de opeenvolging
van gruwelverhalen gaat je niet in de koude kleren zitten. Het gaat
maar door met een moedeloos makende monotonie: Ethiopië, Rwanda,
Oeganda, Soedan en tal van andere landen, die net als wij dit jaar
geen prijzen pakken, hoewel het daar met de instelling en het doorzettingsvermogen
van de bevolking toch echt wel goed zit. In elk hoofdstuk strompelen
opnieuw tienduizenden uitgeputte ontheemden langs - berooid, uitgemergeld,
kreupel - op zoek naar rijst en rust.
Dus, Louis van Gaal en andere 'tough cookies', kunnen we het voortaan
een beetje simpel houden op de sportpagina? Geen maatschappijkritiek
en cultuurfilosofie, s.v.p. Zorg bij de volgende wedstrijd gewoon
dat de spelers de positie houden (ook tegen tien man!), vertel ze
dat ze voorin veel moeten scoren en achterin de nul moeten houden,
en als blijkt dat mietjes als Pierre en Phillip het niet rooien,
ga dan op zoek naar Huib en George.
© Marius Jaspers - p 2001 Homepage
https://arnodb.nl/marijas/ |