Open vraag aan de CEVO

Tekst 1

On the eve of the great upheaval in Dutch secondary education known as 'de Tweede Fase' it was felt that the foreign language exams were also up for revision. The familiar multiple-choice questions with their emphasis on close reading were no longer considered to do justice to the variety of skills that literacy involves. Malicious opponents suspected an ulterior motive behind the hasty introduction of open questions. The changes were to get it across to fuddy duddy language teachers that their work would never be the same again: "No more pussyfooting around, old chaps! 'De Tweede Fase' has arrived and it is here to stay."
(from Cevophobia by Marius Jaspers, 2002)

Vraag 1: Why did the opponents (line 7) object to this new type of exam?
A. Because of their reluctance to mark exam papers.
B. Because the changes purported to goad old-fashioned teachers into changing their obsolete teaching methods.
C. Because they needed more time to prepare their students thoroughly.
D. Because they were a bunch of old fogeys.
Correctievoorschrift vraag 1: B (1 punt).
OF
Vraag 1 (open vraag, max. 1 punt): Welk oneigenlijk motief zochten de tegenstanders achter de vernieuwde examens?
Correctievoorschrift vraag 1: een antwoord met de volgende strekking: de veranderingen moesten helpen het verzet van behoudzuchtige leraren tegen de Tweede Fase te breken; als het element 'behoudzucht' ontbreekt: 0 punten.

Laten we wel zijn, er zijn ergere dingen – zo mogen de vmbo-collega’s dit jaar vanwege de opheffing van het lom-onderwijs 100.000 zorgleerlingen gaan opvangen. Welkom terug van vakantie allemaal! Maar toch ... de nachten beginnen alweer te lengen en voor je het weet is het zo ver, dan zit je bij het eindexamen weer van die rottige open vragen na te kijken. Ik ken geen talenleraar die er een goed woord voor overheeft. En echt niet alleen uit heimwee naar de vorige eeuw, toen alle scoreformulieren nog werden gevoerd aan de grote, gulzige Cito-computer te Arnhem. Die rekende zonder haperen en zuchten de eindscores uit, terwijl wij nu, in het ICT-tijdperk nota bene, zitten te turven met een potloodje.

Zelf open vragen nakijken gaat nog wel, maar de ellende begint bij het overleg met de tweede corrector. Als je boft, heb je er een die zich er met een jantje-van-leiden van afmaakt, en in het andere geval zit je eindeloos te steggelen over stumperig geformuleerd Nederlands. Zo kwam in het vwo-examen het woord 'churchmen' ('geestelijken') voor, wat in mijn examenklas vrolijke varianten opleverde als 'mensen van de kerk', 'kerklui', 'kerkleden', 'kerkmensen', 'kerklieden', en 'pastoors'. Nou vind ik op zich dat je van jonge vwo-heidenen best mag verwachten dat ze een woord als 'geestelijke' paraat hebben, maar hoe beoordeel je of ze het Engels begrepen hebben als je niet weet wat ze in 's hemelsnaam bedoelen met een 'kerkmens'? Dat nadeel is inherent aan het systeem van open vragen, en onvermijdelijk zullen docenten identieke antwoorden verschillend interpreteren, wat ten koste gaat van de objectiviteit.

Ik heb geen brombrief geschreven aan de CEVO, omdat ik het antwoord wel kan raden: "Geachte heer Jaspers, allereerst hartelijk dank voor uw evaluatieve opmerkingen, ... stadium van de kinderziektes, ... dankzij intensieve pre-testing, ... toetstechnische aanpassingen in overleg met de vakontwikkelgroepen, ... eventueel een helpdesk, bemenst door twee van onze medewerkers", enz. Je kritiek wordt puntsgewijs gesmoord in het weeë maizenasaus-proza dat zo'n instituut afscheidt zodra het wordt aangevallen.

Leraren, vragenstellers van beroep, maar tevens beroepsmasochisten, stellen zich als het gaat om hun eigen ongemakken steevast de verkeerde vraag. Want het gaat er niet om of we met die misère kunnen léven (je kunt ook leven met psoriasis of grauwe staar), maar waaróm we ermee zouden moeten leven. The ball is in their court! Ik draai de bewijslast dus om, en stel de CEVO één open vraag (max. score 10 punten):
Vraag 1: Geef drie redenen waarom de nieuwe examenvorm niet alleen in theorie maar ook in de praktijk beter is dan de oude. Betrek in het antwoord de negatieve ervaringen van de afgelopen jaren.

Het zou mooi zijn als het antwoord in het volgende nummer van dit blad gepubliceerd kon worden. Mocht de CEVO in gebreke blijven dan zijn de voordelen kennelijk zo schamel dat we de open vragen beter kunnen afschaffen. Gelukkig kan dat 'beleidsarm'. Bij de examenteksten Frans, Duits en Engels van 2003 komen in dat geval vijftig meerkeuzevragen, net als vroeger, waarvoor even zovele punten te behalen zijn. En daarnaast zijn er nog vijftien open vragen, met dit verschil dat daarvoor een maximale score van 0 punten te behalen valt (zodat geen leerling ze zal beantwoorden). Eenvoudig opgelost, nietwaar?

Om de CEVO te helpen geef ik ze ter vergelijking ook nog een meerkeuzevraag op:
Vraag 2: Welk antwoord geeft de strekking van deze column het best weer?
A. De auteur verzoent zich mokkend met de nieuwe examens.
B. De auteur is een alleszins redelijk mens en zal het hoofd deemoedig buigen als de CEVO onweerlegbare argumenten aanvoert.
C. De auteur veinst open te staan voor tegenargumenten, maar heeft zo de schurft aan de open vragen dat iedere reactie onzerzijds verspilde moeite zou zijn.

 

© Marius Jaspers - p 2002 Levende Talen Magazine

Reacties naar marius.jaspers@gmail.com
https://arnodb.nl/marijas/