Overwintert HFC Haarlem, dat is de bange vraag die de stad deze dagen bezighoudt.
Bij Ajax of PSV betekent 'overwinteren' dat de club de eerste schifting
in een Europees toernooi overleeft en nog een extra ronde meepikt. In
het geval van Haarlem moeten we het woord echter letterlijk opvatten.
De kans bestaat dat de club er in januari niet meer is. Een faillissement
dreigt; de schuldeisers, waaronder de belastingdienst, rammelen steeds
ongeduldiger aan de stadionpoort. Binnen luttele weken moet een bedrag
van drie ton worden opgehoest; de totale schuld bedraagt ruim een miljoen.
De afgelopen dagen liet de harde kern van supporters zich niet onbetuigd.
Een van hen, Charles de Jong, reed op zijn rode brommobiel naar Deventer,
naar de uitwedstrijd tegen Go Ahead, en zamelde €2100 in. Niet voldoende
om de FC te redden, maar zijn tocht had onmiskenbaar symbolische waarde.
Ze zijn er dus nog, mensen die echt van die club houden.
Er was nóg een opmerkelijk initiatief. De supportersvereniging kocht voor
€2000 Staatsloten en hoopte op een klapper. De jackpot ... Dat zou toch
een stunt wezen, zoiets als met negen man terugkomen van een 0-4 achterstand
tegen Telstar en dan in de laatste minuut van de blessuretijd de winnende
treffer scoren uit een omhaal van de keeper, die met zijn 'zwakke linkerbeen'
eerst de lat raakt, waarna de bal via de binnenkant van de paal over de
lijn caramboleert. Wonderen gebeuren, toch? Toch? Alleen zijn ze zo verdomd
schaars, dat is het nadeel van wonderen. Het gewonnen prijzengeld, las
ik vanochtend, bedroeg een schamele €900.
Eén miljoen euro ... het is veel, en het is weinig. Het is veel als je
het à la Dagobert Duck met een kruiwagen vol muntjes van een geheime vindplaats
naar een verborgen kluis moet rijden. Of als je het met liefdadigheidsacties
moet vergaren. Zo leverde de voorstelling Rigter Live (in het Patronaat,
met optredens van Ilse de Lange, Lee Towers en Acda en de Munnik) €45.000
op voor kinderkanker. Dat is veel, maar twintig van zulke concerten om
de Roodbroeken uit het rood te krijgen, dat zal niet meevallen ...
Of moeten we juist groter denken? De afgelopen dagen volgde ik het lokale
nieuws met de schulden van Haarlem in mijn achterhoofd. Een kleine greep:
de 'fooi van Mooij' gaat definitief aan Haarlem voorbij. Hoewel ... fooi?
Dat ging om pakweg 100 miljoen voor beter openbaar vervoer. Gereserveerd
door de Provincie Noord-Holland (jullie weten wel, die onlangs 70 miljoen
verkwanselde in de IceSave affaire). Bij diezelfde provincie willen ze
nu hun kantoor aan het Houtplein vertimmeren. Geraamde kosten: 116 miljoen.
En wie riep daar 'peanuts'? Dat was de heer Jan Poot van Chipshol, die
sinds mensenheugenis zijn 'grondoorlog' voert met Schiphol. De onverzoenlijke
projectontwikkelaar zint op een schadeclaim van zes (ja 6!) miljard (ja,
-jard!).
Ook in de grote voetbalwereld is dat miljoen van HFC Haarlem natuurlijk
een schijntje. Daarmee koop je op de transfermarkt een afgeknipte teennagel
van Ronaldo, of een tweedehands meniscus van Van Nistelrooij.
Maar er is nog iets en ik raak nu een teer punt. Het gaat bij deze crisis
om meer dan de pegels. Het gaat ook om bestaansrecht. De wezenlijke vraag
is hoeveel mensen nog echt iets met HFC Haarlem hebben. Ik heb even gekeken,
bij de fan-shop kun je voor een tientje een Haarlempetje kopen, of een
roodblauwe wollen muts. Als iedere Haarlemmer morgen zo'n hoofddeksel
zou aanschaffen, was de penningmeester uit de zorgen en had ie zelfs nog
een half miljoen te makken.
Graag zou ik een democratisch experiment opzetten. Zondag strooit een
vliegtuig 10.000 vrijkaartjes boven de stad uit voor de competitiewedstrijd
tegen FC Dordrecht. En als het op 20 november dan niet bomvol zit aan
de Jan Gijzenvaart, als niet alle 3500 plaatsen bezet zijn (ja, 3500,
meer zijn het er echt niet!), dan moeten we de feiten onder ogen zien.
Dan staat vast dat de meeste mensen geen boodschap hebben aan dat armzalige
regionale voetbal, of dat ze liever op een comfortabel bankstel hun herinneringen
aan betere voetbaltijden koesteren dan dat ze op een tribune staan kleumen.
Laten we in dat geval een mooie vitrine inrichten in het Historisch Museum,
en daar af en toe een nostalgische filmavond organiseren. Opnames van
de fraaiste doelpunten van Joop Böckling en Piet Keur, de beste luchtduels
van Piet Huyg en de dolste grollen van Barry Hughes. Ik hoop niet dat
hij ooit echt nodig is, maar voor het geval dat, heb ik vast een titel
bedacht voor de tentoonstelling: Het Laatste Fluitsignaal.
[Voorgelezen tijdens de Broodkast radiouitzending van november
2009 op Radio Haarlem 105.]
© Marius Jaspers - p 2009 Raarlems Dagklad
Reacties naar marius.jaspers@gmail.com
https://arnodb.nl/marijas/ |