De stad gaat spreken: op 19 juli houdt
Haarlem een parkeerreferendum. Er wordt rekening gehouden met een
ongekend hoge opkomst van 97%. Eindelijk krijgen de burgers namelijk
een principiële keuze voorgelegd: moet parkeren op straat worden toegestaan
of verboden?
Andere steden blijven eindeloos doormodderen met hun suffe vignetten,
parkeerschijven, haperende parkeer-apps en vandalismegevoelige parkeerautomaten.
Amsterdam heeft meer Amsterdammertjes dan Amsterdammers. En verder
is het overal hetzelfde: alleen een afgestudeerd parkeroloog kan wijs
uit de wirwar aan vergunningen en bepalingen. Denk aan gereserveerde
parkeerzones en de felbegeerde invalideplekken. Of de tijdsrestricties
(parkeren uitsluitend toegestaan van 7.45 uur tot 9.50 uur op zondag,
behalve als Tweede Pinksterdag en Vaderdag samenvallen). Dit hele
dolgedraaide, krakende systeem wordt gefinancierd uit exorbitante
parkeertarieven en dito boetes, uitgeschreven door een gedemoraliseerd
leger even wraakzuchtige als pietluttige handhavers.
Volgens cijfers van het CBS belopen de economische kosten door blikschade
en parkeerstress op jaarbasis drie miljard euro. Want 15% van de Nederlanders
met een rijbewijs kan helemaal niet parkeren. Niet doordat
ze geen 'plekje' kunnen bemachtigen – nee, als ze dat 'plekje' na
lang zoeken eindelijk hebben, begint de narigheid pas echt: door motorische
beperkingen, het ontbreken van ieder ruimtelijk inzicht en/of een
bedilzieke partner die averechts uitpakkende adviezen geeft. Hoge
bloeddruk en posttraumatische nachtmerries (de bestuurder moet uitparkeren
met 1,6 cm speling bij voor- en achterbumper) leiden tot extra ziekteverzuim
en oplopende zorgkosten.
Alleen daarom al strekt het Haarlem tot eer dat het als eerste stad
de enige wezenlijke vraag durft te stellen: bent u VOOR of TEGEN parkeren
op straat? Ik ken mensen in mijn omgeving die worstelen met dit dilemma,
maar zelf was ik er direct uit. Tegen! Want we zijn met z'n allen
ergens in gestonken. En hebben vervolgens een blinde vlek ontwikkeld.
Loop eens door je eigen buurt en kíjk. Kijk-kijk. Links stilstaande
auto's. Rechts stilstaande auto's. Daartussen een krappe doorgang,
breed genoeg voor één fiets en één stapvoets rijdende auto. De straten
lijken nauw en verstopt. Maar dan ... Doe in zo'n geconstipeerde wijk
eens het volgende gedachte-experiment. Denk al die auto's weg – ja,
ook je eigen blinkend gepoetste Audi. Er gebeurt dan iets eigenaardigs.
De straten worden twee keer zo breed. Ineens kloppen de verhoudingen
weer. Ook (nee, juist!) in volksbuurten is de vrijgekomen ruimte verbluffend.
Ineens besef je hoeveel kubieke meter al die particuliere wagens (van
Mini tot patserbak) samen in beslag nemen. Onttrekken aan het algemeen
gebruik.
Wie het aan fantasie ontbreekt, kan ook bladeren in een boekje als
Oud Haarlem in beeld, met fotomateriaal van de stad rond 1900.
Dan zie je wat er sluipenderwijs verloren is gegaan en ongemerkt is
bijgekomen. We hebben het zonder protest laten gebeuren. Sneu voor
de kinderen, die moeten spelen in een uitsparing tussen twee wanden
van blik. Maar niet alleen de kleinsten worden gedupeerd. Wijzelf
evenzeer, tenzij je zo'n volwassene bent die de stoep alleen gebruikt
als de kortste route van huisdeur naar autoportier. En daarom zou
ik (geen nostalgicus!) zo blij geweest zijn met een referendum over
parkeren dat de enige juiste vraag stelt: willen we het nog langer?
Helaas, in werkelijkheid is er op 19 juli weliswaar een referendum
over het parkeerbeleid, maar voor een gewoon mens is er geen sleepkabel
aan vast te knopen. Na de nodige volksmennerij en volksverlakkerij,
met name door de VVD, werden genoeg boze handtekeningen ingezameld
om het af te dwingen. Dus stemt de héle stad nu over een pakket van
negentien (19!) eerder door de gemeenteraad en de betrokken
wijkraden goedgekeurde maatregelen. U snapt het: ik blijf thuis en
hoop op een opkomst van 6%. Immers, mijn vraag wordt niet gesteld.
© Marius Jaspers - p 2017 Straatjournaal
https://arnodb.nl/marijas/ |