Probleemkunde

"Wat is je probleem?"

Betrekkelijk kort geleden kwamen deze vier simpele woorden slechts in één context voor: een weldoener heeft zich ontfermd over een medemens in nood. Barmhartigheid en naastenliefde zullen stromen - enkel moet de precieze aard van het probleem nog worden vastgesteld.

Tegenwoordig heeft dat warmmenselijke "Wat is je probleem?" een egoïstisch, agressief broertje. De klemtoon is naar achteren verschoven. "Wat is je probleem?" betekent: "Hé, sukkel / bemoeial / regelrukker / tut hola / moraalridder, denk jij mij - MIJ! - de les te kunnen lezen? Pleur een end op!"

Iedereen doet al zo rot over onze arme maatschappij, anders zou ik uit dit moderne idioom afleiden dat andermans mores en sores ons minder interesseren. Dat we aan onze eigen problemen genoeg hebben.

Problemen hebben een slechte naam, maar (dat moet je ze meegeven) ze kennen wél hun plek. Ze houden zich aan een soort verdringingsreeks, in scheikundeterminologie. Ga maar na: als je voetschimmel hebt, is dat een probleem. Tot er een betonblok op die schimmelvoet valt en je mank loopt. Daarover kun je vervolgens eindeloos jeremiëren; maar geheid dat je een mopperstop inlast zodra er een grizzlybeer uit het struikgewas opduikt, die aanstalten maakt jouw onbeschimmelde kuit op te peuzelen - dan strompel je voor je leven. Dat die in je nek hijgende beer tevens slechte adem heeft, is ondergeschikt. Eén probleem tegelijk! Anderzijds, als je lief tijdens het minnespel een even penetrante mondmeur zou verspreiden als die beer, zou je dat (hoe precies, is nog even een probleem) graag eens aankaarten. Ik bedoel maar ...

Soms denk ik een non-probleem te signaleren. Dat blijkt achteraf meestal naïef. Zo stond in De Volkskrant een artikel over synthetische diamanten, die zelfs met een microscoop niet meer te onderscheiden vallen van natuurlijke. De onzuiverheid is éénmiljoenste deel, of éénmiljardste. Dat is alsof één Zwitserse peuter een heel klein windje laat in het Alpengebied. Big deal.

Alleen vrezen Antwerpse diamantairs nu voor hun nering en tienduizenden Afrikaanse mijnwerkers (ja, ook die van de 'bloeddiamanten') zouden werkloos kunnen worden door die laboratoriumdiamant, die immers 25% goedkoper is. Of stel, je tast diep in de buidel om een echtelijke ruzie te sussen (die ontvlamde toen je je vrouw listig een flesje Odol mondwater cadeau deed) en koopt een diamant. Jij weet niet beter of hij is zuiver en puur als de liefde zelf, maar zíj - zo is ze - ontdekt een verontreiniging van éénmiljardste. Ze voelt zich vies bedrogen en keilt die nepper door de erkerruit - dan heb je toch een probleem?

Met de meeste problemen, klein of groot, worstel je in eenzaamheid, en dat terwijl groepsworstelen zoveel meer voldoening geeft.

Gelukkig hebben wij een overheid die het belang van een gemeenschappelijke vijand inziet. Aan oorlog begint ze weliswaar niet meer, maar onlangs werden wel de eerste Witte Winterdagen georganiseerd. Driekwart centimeter sneeuw, maar niettemin hadden KNMI, NS en ANWB niets nagelaten om de burger de ernst van de toestand in te peperen. En die pikte het prima op. Fietsers keken grimmig; een enkele perfectionist voerde een ijspirouette uit en smakte tegen de vlakte. Goedgedresseerde forenzen renden radeloos van perron naar perron, ook toen alles nog op tijd reed. In de files bleef geen plaats onbezet. Landbouwtrekkers glibberden van de dijk, ter verhoging van de probleemvreugde. Wat hadden we het slecht samen!

2013 komt eraan, met alle problemen van dien. En mochten die nou tegenvallen (je zal het zien, dat uitgerekend jij problemen krijgt waar je niks mee kan), denk dan aan de verwensing die Chinezen hun ergste vijand naar het hoofd slingeren: "Mogen al je gebeden worden verhoord!"

Dan heb je pas écht een probleem.

 

© Marius Jaspers - p 2012 Straatjournaal

Reacties naar marius.jaspers@gmail.com
https://arnodb.nl/marijas/