Raadkoek

Door gelukkige omstandigheden kreeg ik vorige maand mijn eerste flesje Haarlemmerolie in handen. (Het zat in het eerste hulpkoffertje dat de nieuwe stadsdichteres van de wethouder van Cultuur kreeg.)

"Medicamentum gratia probatum" stond er op de verpakking. Voor recreatief oraal gebruik was ik niet dapper genoeg, maar toen ik (door ongelukkige omstandigheden) mijn rechterduim verstuikte, bracht ik bij wijze van experiment vóór het slapengaan een paar druppeltjes van het donkere, petrochemisch ruikende goedje op de zwelling aan.

Als ik het niet dacht! Gelijk na het insmeren trok mijn duim krom, de nagel liet spontaan los en de huid verschrompelde zienderogen. De nachtrust bracht geen verbetering. De volgende ochtend lag mijn duim los naast mij op het hoofdkussen ... zwart, dood en gemummificeerd!

Nee, grapje! De duim zit nog vast en heeft het overleefd, maar de genezing was ook weer niet dermate wonderbaarlijk dat ik hier een potje ga tel-sellen. De reclame laat ik liever over aan de familie Tilly zelf, die in de bijsluiter (uit 1749) hoog opgeeft van haar panacee. Welk ongemak je ook hebt tussen teen en kruin, Haarlemmerolie geeft verlichting!

Een kleine bloemlezing: "Dit medicament geneest de benaauwde band die men heeft op of om de maag, pijn in de Lenden, geronne Bloed en blaauwe plekken, en alle die door zwaar Graveel Waterlek gaan." Dat klinkt toch beter dan incontinent door niersteen. "Haarlemmerolie geneest allerlei Koorts, velerlei Maag-, Long- en Lever Quaal, inwendige Quetzing en Verzwering, Opsteiging der Moer en de Mizerien die daardoor ontstaan, en bevorderd de Stonden, pijnlijk Wateren en Stoelgang, verbeterd alle Radicale Vochten en geeft het Aanzicht een gezonde Couleur, drijft Scheurbuik en Waterzucht uit, Engelsche Ziekte, Rijfkoek en Wormen."

Voor wie toevallig last heeft van een opstijgende baarmoeder of waterzucht: Haarlemmerolie is anno 2009 vrij verkrijgbaar bij de betere drogist en de erkende kwakzalver; in urgente gevallen wil ik na de uitzending best de voorgeschreven 15 droppelen afstaan. Waar het mij nu evenwel om gaat is die rijfkoek.

Wat is rijfkoek?

Google kwam met een wedervraag: "Bedoelt u reifkoek?" Met een korte ei dus. Dat is een soort rösti, maar niet wat we zochten. Mijn driedelige Van Dale bracht evenmin uitkomst. Woordspeurders op mijn weblog beten zich in de rijfkoek vast; hun vasthoudendheid ging ver, héél ver, maar werd helaas noch in de gerenommeerdste noch de obscuurste woordenboeken beloond met het verlossende lemma.

Een mogelijke ontsluiering van het rijfkoekmysterie kwam toen Harrie van der Meulen opperde dat het een onzinwoord was, door fabrikant Claes Tilly listig tussen wèl bestaande aandoeningen opgenomen om plagiaat te ontmaskeren. Wie de hele lijst klakkeloos overpende en pretendeerde dat zijn eigen tovermiddel de gevreesde rijfkoek kon genezen, viel door de mand.

Het sprak mij wel aan, zo'n fopziekte van Haarlemse makelij. Geïnspireerd bedacht ik zelf een paar zeer lokale kwalen:

· Krochtknieën,

· Uiverbeien (aandoening aan het zitvlak, veroorzaakt door te lang zitten op barkrukken aan de Riviervismarkt),

· Koopslever (idem, een paar cafés verderop),

· Hildehart (veelvoorkomend onder linkse politici, zijnde de onbedwingbare behoefte willekeurige inwoners van de Slachthuisbuurt te vertroetelen),

· Tunnelzeer: pijnlijke naweeën na het uiteenspatten van een tunneldroom.

· Een behulpzame lezer kwam met Periodische Tingeltangelitis, beter bekend als het syndroom van Delèfre, waarbij de patiënt (zelfs al loopt hij op de Engelandlaan of de Delftlaan!) zich dag en nacht ergert aan het geluid van de Damiaatjes. Beste remedie: Haarlemmerolie rechtstreeks in de buis van Eustachius gieten.

Met een beetje goede wil moet er - nu de lange winteravonden weer naderen - een leuk gezelschapsspel inzitten, zoiets als ganzenbord. Je loodst je pion van Kennemergasthuis Lokatie Noord naar Kennemergasthuis Zuid en overwint onderweg allerlei malheur. Wacht niet op het luxe ontwerp van Joost Swarte of Gerrie Hondius. Leuker is het om zelf een spel in elkaar te fröbelen met zelfbedachte Haarlemse Mizerien en gebreken. Mag ik nog even?

· Koepelcellulitis,

· Ziekte van Corsokof (epidemisch, in april),

· Lambermonsoedeem (ontstaan door het eten van meer dan zes gangen),

· Schalkwijkplatjes,

· Mullerbeurs (genoemd naar Rens Muller; de beurs is sterk gezwollen, maar blijkt bij inwendig onderzoek leeg),

· Bakenesserwratten,

· Ziekte van Leeflang (= evenementitis A + B: de patiënt wordt onrustig en krijgt koorts zodra er drie dagen geen festiviteiten op de Grote Markt zijn geweest),

· Cobraspenase / ziekte van Prins: verslaving aan plastische chirurgie van gebouwen,

· Raaksmijt.

· Ten slotte, wat dacht u van chronische Bavomanie, waarbij de patiënt dwangmatig de Broodkast en andere Haarlemse ons-kent-onsjes bezoekt. Wees allen gewaarschuwd, u zit in de risicogroep!

[Voorgelezen tijdens de Broodkast radiouitzending van maart 2009 op Radio Haarlem 105.]

 

© Marius Jaspers - p 2009 Raarlems Dagklad

Reacties naar marius.jaspers@gmail.com
https://arnodb.nl/marijas/