Slauerjas

Alleen in het onderwijs kan ik aarden.
Nimmer dong ik naar 'n lucratiever vak;
Dienstauto, glamour noch leefgemak
Verkoos ik boven de blijvende waarden.

Alleen in mijn klaslokaal kan ik aarden.
Ik schmier en ontroer in eigen theater,
Leg bij mijn jong publiek, die dankbare schare,
De kiem van wijsheid en cultuur - voor later.

Als ik ooit, na zware, toegewijde jaren,
Wederom bij een proefwerk blijk ingedut
En zachtkens een meisjeshand mij wakker schudt,
Krijg ik het - even maar - te kwaad,
Indachtig die laatste zoemer, die weldra gaat,
De aanzegger van mijn emeritaat (c.q. 'vut').

Beantwoord naar keuze één van onderstaande vragen in verzorgd Nederlands (lengte 400 à 500 woorden).

Opdracht 1 (open vraag, maximum score 10 punten):
Geef een interpretatie van bovenstaand gedicht als een ietwat sentimentele, maar serieuze ode aan een vrijwel uitgestorven type leraar. Onderbouw je antwoord met citaten.

Opdracht 2 (open vraag, maximum score 10 punten):
Toon aan dat het gedicht een cynisch commentaar is op de harteloze manier waarop oudere leraren vaak worden afgedankt (ongeveer zoals aftandse ezels die door Griekse boeren in het ravijn worden geworpen).

 

© Marius Jaspers - p 2004 Talendocenten

Reacties naar marius.jaspers@gmail.com
https://arnodb.nl/marijas/