Spoedwetten

Een maatschappelijk probleem oplossen, hoe gaat dat in dit land? Ik noem maar wat, er ontsnappen binnen twee weken drie gevaarlijke gevangenen. Het grote publiek is verontrust (zoals dat heet), Geen Stijl en de Telegraaf hetzen en hitsen naar hartelust en er worden kritische Kamervragen gesteld. Kritische vragen naar de bekende weg weliswaar, want de verantwoordelijke minister vindt eveneens dat zware jongens in de nor horen. Hij gaat diep door het stof (in politiek Den Haag uit voorraad leverbaar) en belooft een commissie van deskundigen te benoemen.

Binnen een jaar verschijnt een rapport (vanzelfsprekend een dik rapport – een dun rapport zou wantrouwen wekken; niet bij het grote publiek, dat tegen die tijd allang weer andere besognes heeft, maar bij beleidsmakers). Het rapport signaleert schokkende misstanden in de penitentiaire inrichtingen en bevat een pakket aanbevelingen.
1) Dikkere tralies in de cellen.
2) TNO gaat experimenteren met slimme beddenlakens die niet aan elkaar vastgeknoopt kunnen worden.
3) Alle cake van bezoekers controleren op gesmokkeld gereedschap.
4) Cipiers krijgen ter bevordering van de waakzaamheid sterkere koffie.
5) Cipiers draaien kortere diensten.
Herinvoering van de loden bal aan de enkels van gevangenen wordt verworpen uit milieuoverwegingen.

Vervolgens komen de plasjes, zoals dat zo onsmakelijk heet, die ambtenaren, vakbonden en budgetbewakers erover doen. Zo ontstaat het COMPROMIS: van elke drie tralies wordt er slechts één dikker; de slimme lakens blijken toch te dom of te duur; er komen uitsluitend steekproeven voor messen en vijlen; cipiers moeten twee keer zoveel slappe koffie drinken als in het oude systeem, houden lange diensten en krijgen activity-trackers, zodat ze het surveilleren niet kunnen laten sloffen.

En zo sukkelen we verder. Soms wou ik dat ik een jaartje alleenheerser was, zodat ik er een reeks effectieve spoedwetten doorheen kon jassen. Een voorbeeld: Amsterdam heeft een slordige 10.000 daklozen. De opvangcentra puilen uit. Een bedroevende situatie en de hoofdstad hééft het al zo moeilijk, want ze kampen ook nog eens met de sprinkhanenplaag die toerisme heet en de bijbehorende Airbnb-epidemie. Op de dolle, dwaze woningmarkt maken witwassers en huisjesmelkers de dienst uit. Waar láát je die daklozen, je kan ze moeilijk allemaal inkwartieren bij willekeurige burgers ...

Nee, niet bij willekeurige burgers. Zelfs voor alleenheersers zijn er grenzen aan het out-of-the-box-denken. Maar er bestaat wel een categorie burgers die zelf adverteert dat zij beschikt over alle noodzakelijke voorzieningen om een vreemdeling onder te brengen. Om bij Amsterdam te blijven: daar worden volgens de laatste tellingen 20.000 woningen aangeboden voor vakantieverhuur.

Nou ben ik als dictator de beroerdste niet. Het gaat mij te ver om die 10.000 daklozen permanent onder te brengen bij de 20.000 Airbnb-verhuurders. Hun bijverdienste zij ze gegund. Wel zou ik een stelsel invoeren waarbij ze na iedere zes overnachtingen van rijke Duitsers en Japanners verplicht zijn om één nacht een onfortuinlijke dakloze op te vangen. Hotels idem dito. Daartoe ontwikkelen mijn ICT-ers een soortgelijke app als Booking.com gebruikt. Deelnemende daklozen krijgen een review en hoe beter ze zich gedragen, hoe luxueuzer hun volgende accommodatie. Viespeuken en ordeverstoorders verspelen hun rechten of komen in nulsterrenhotels.

O ja, nog zoiets: op vertoon van een pasje mogen daklozen vanaf deze zomer in tweetallen aanschuiven bij burgers die door middel van rooksignalen adverteren dat ze veel te eten hebben. Bij iedere barbecue moeten in mijn dictatuur twee tuinstoelen worden gereserveerd voor passerende hongerigen. Na afloop helpen ze met de afwas. Geweldig, toch?

Bij gebrek aan volmachten en een achterban van 99% doe ik deze twee ideeën graag over aan Femke Halsema en haar collega-burgemeesters. Wie weet horen we er voor 2030 nog iets van?

 

© Marius Jaspers - p 2019 Straatjournaal

Reacties naar marius.jaspers@gmail.com
https://arnodb.nl/marijas/