Welke duistere democratische processen spelen
zich af in ons brein in de aanloop naar de verkiezingen van 19 maart? Ik
schat dat per gemeente zo'n 100 mensen het opbrengen alle verkiezingsprogramma's
puntsgewijs uit te vlooien – van AAnpak meeuwenoverlast tot extra flexplekken
voor ZZp'ers. Die honderd zijn de kandidaten zelf.
En de overige stemgerechtigden? Eenvoudig is het voor de verstokte partijleden,
die niet beter weten dan dat ze PvdA stemmen, of VVD; die tot het sluiten
van de stembus overdag folderen en 's nachts slapen met een rode roos in
het knoopsgat van hun pyjamajasje of met een oranje-blauwe stropdas om.
'Kiezers' is niet de juiste benaming voor ze. Ze kiezen niet, ze doen wat
ze al sinds hun achttiende doen.
Soms benijd ik deze getrouwen. Zelf behoor ik tot de 90% voor wie 'zwevend'
nog te zacht is uitgedrukt. Zwenkend, wapperend, dwarrelend, komt dichter
in de buurt. In het stemhokje crasht mijn potloodje na een paniekerige duikvlucht
meestal ergens links van het politieke midden, maar het houdt iets willekeurigs.
Als ze mij straks bij de exit-poll een microfoon voorhouden om mijn
overwegingen met het volk te delen, zal ik waarschijnlijk iets brabbelen
over de Jazz Douche.
Misschien moet ik dat even uitleggen.
Eind januari woonde ik een zogenaamd 'stadsgesprek' bij. Haarlem moet vanaf
2015 jaarlijks 10 miljoen euro extra bezuinigen en de zittende raad had
de burgers uitgenodigd zich uit te spreken. Dat was de rolverdeling: wij
zouden voorstellen aandragen en de politici zouden 'luisteren'. Luisteren!
Het werd uitgesproken alsof het om een uniek en gedurfd experiment ging
– voor sommige raadsleden was het misschien wel hun eerste keer als luisteraar.
Een enkele luistermaagd hield het na een uur dan ook niet meer en begon
onbeheerst te citeren uit het partijprogramma.
Dat iedereen van goede wil was, stond buiten kijf. De zaal zat vol, de burgemeester
was er, ambtenaren powerpointten naar beste vermogen taartdiagrammen op
een scherm en vele deelnemers putten zich uit in constructieve betogen en
erkenden de ernst van de situatie. Dat gat in de begroting gaapte tussen
ons in als een oude bomkrater en alle betrokkenen gingen gedienstig aan
de slag met meegebrachte krabbertjes, schrapertjes en dunschillertjes om
het te vullen. Met dien verstande ... voor geen prijs subsidie weghalen
bij de sport, evenmin bij bejaarden en jongeren en eenzamen, niet bezuinigen
ten koste van de veiligheid en ook Stadspromotie was heilig en het zou kortetermijndenken
zijn om ... en kapitaalvernietiging om ... en cultuurvandalisme om ...
Ze hadden allemaal gelijk, vandaar die betonnen ernst. Niemand die zei:
"Kom op, jongens, waar hebben we het over? Tien miljoen? Als elke Haarlemmer
elke week één pilsje minder drinkt, of één patatje minder eet, kunnen we
die hele bezuinigingsronde laten zitten." Ik zat in een zaal met 200 gehersenspoelde
boekhouders.
Niemand die vond dat er ondanks de Crisis, nee, juist vanwége de Crisis
ook in Haarlem een Jazz Douche moest komen. Dat idee hoorde ik bij een Amsterdamse
talkshow met het thema The Happy City. Daar waren twee studenten van The
Delft Institute for Positive Design. Frisse, gisse jonge mensen. Zo hadden
ze de opdracht gekregen Rotterdam voor één burger naar keuze een beetje
prettiger te maken. Voor een bejaarde jazz-DJ bedachten ze een plek op een
buurtpleintje waar je je als voorbijganger heerlijk kon laten overspoelen
met oude jazz. En zo was er meer.
Angsthazen en knopentellers komen er genoeg in de raad, ook zonder mijn
stem. En redelijke, verstandige mensen ook. Ik ga tussen de kandidaten zoeken
naar een speelse, inventieve, originele geest, die de stad soms een kwartiertje
uit zijn crisisbesef durft te kietelen. Leve de jazz douche, de ideeënwaterval,
de fun-fontein en de grappentap!
© Marius Jaspers - p 2014 Straatjournaal
https://arnodb.nl/marijas/ |