The return of Augijas

De redactie heeft mij verzocht nog één keer een column te verzorgen op deze vertrouwde en dierbare plek, aangezien bij mijn opvolger Marius Jaspers de fut er uit is zo tegen het eind van het schooljaar.

Voordat u daaruit de verkeerde conclusie trekt, het is een mythe dat leraren hard werken – wie dat beweert, zou ik willen uitnodigen een paar dienstjes mee te draaien met de containerreinigers in de Rotterdamse haven of met de 19e eeuwse pitpony's in de bruinkoolmijnen bij Nottingham. Het is maar net waarmee je het wilt vergelijken! Dat veel docenten op hun tandvlees de grote vakantie halen, bewijst in mijn ogen alleen maar dat ze te lamlendig zijn nota te nemen van mijn pamflet Rotte Eieren Met Ovale Schalen, of anders de intellectuele bagage missen om de daarin vervatte arbeidsbesparende tips en 'bon mots' te doorgronden.

De geestelijke vermogens van het onderwijzend personeel worden door het grote publiek nog steeds schromelijk overschat, ondanks dat ik niet moe word het op conferenties en in interviews te herhalen: leraren zijn zo dom als poep. Ik kan dat simpel aantonen met een bewijs uit het ongerijmde: stel immers dat er in het suffe Nederlandse onderwijs iemand rondliep met enige allure, met een begin van brille, zou zo'n man of vrouw dan niet allang zijn bezweken aan katatonische verveling of anders direct zijn doorgestoten naar 'the groves of Academe'? Zeg nou zelf, de gemiddelde docent heeft de uitstraling van een gebutst bintje dat sinds de vroege crisisjaren heeft liggen verpieteren in een klamme juten zak in de voorraadkelder van een Drentse duplexwoning.

Dat het heus wel anders kan demonstreert iemand als Gerard Westhoff, in professorale klederdracht te bewonderen in een dit jaar door het NabMVT uitgebrachte brochure, jolig balancerend op een surfplank samen met Alessandra Corda – lekker moppie trouwens, en ook nog eens een goed stel hersens boven haar schoudervulling. Kijk, dan ben je goed bezig! Zo krijgt het talenonderwijs sex-appeal!

Maar ter zake, dit is een themanummer en men wil dringend van mij weten wat ik vind van chatten en e-mailen als didactische werkvorm.

Trouwe fans zullen zich herinneren hoe ik mij in het verleden heb gekant tegen antiquiteiten als systematische vocabulaireverwerving, meerlettergrepige woorden, iedere vorm van traditie, de tweede tot en met de vierde naamval, de boekdrukkunst en leraren die tijdens de les proberen hun leerlingen te overstemmen. En nu heeft de avant garde onder de ICT-ers dan ICQ en MSN ontdekt en kennelijk wordt er van mij verwacht dat ik sta te juichen. Mooi niet dus.

Dit is nou weer zo'n typisch voorbeeld van generaals die bezig zijn de vorige oorlog te winnen. Want de leraar die verder kijkt dan zijn krijtje lang is, weet natuurlijk allang dat hij zijn handleiding Windows Voor Senioren rustig naar de Slegte kan brengen.

Mailen is uit bij de jeugd. SMS-en is in. Maandelijks worden er wereldwijd 200 miljard SMS-jes verstuurd, maar hoeveel leraren Frans doen iets met dit gegeven? Die 'stick-in-the-muds' ondertekenen hun brieven nog steeds met "je vous prie d'agréer, Madame, l'expression de mes sentiments respectueux" en ander plagiaat uit de verzamelde correspondentie van Flaubert. Het is ze ten enenmale ontgaan dat er op dat gebied het een en ander is veranderd de laatste 200 jaar. Tegenwoordig is het BJR ('bonjour'), A2m'1 ('à demain') , JTV ('je te vois') en A+ ('à plus tard'). En zwakke spellers kunnen zich prima redden met smiley's en emoticons als :^D ('excellente idée!') en <:~I ('c'est idiot').

Alleen, ik ken mijn pappenheimers. Het pedante docentenvolkje zal pertinent weigeren de 21e eeuw te betreden en de realiteit onder ogen te zien. Dus als u mij nou vraagt, Augijas, hoe moet het verder met het talenonderwijs, dan zie ik persoonlijk maar één oplossing: collectief ontslag voor dat hele vastgeroeste zootje, dat zich geen lor aantrekt van de ideeën van vooraanstaande Utrechtse vakdidactici.

Ik knap het wel alleen op, met behulp van de moderne techniek! We installeren webcams in de klaslokalen waar voorheen Frans of Duits werd gegeven en laten de leerlingen op de ingeroosterde uren gewoon opdraven. Boeken neemt niemand nog mee (neem het ze eens kwalijk!) en een mobieltje heeft iedereen, dus laat die kids lekker zelfstandig doen waar ze zin in hebben: SMS-en dus, maar dan wel in de doeltaal!

Het is een waterdicht systeem: mijn team van medewerkers en ik kijken via de webcams mee vanuit Utrecht (behalve wanneer we even moeten poseren voor een fotosessie) en als we er eentje zien niksen, sturen we razendsnel een SMS-je met "8ung, bitte" of "Kestufé" ('qu’est-ce que tu fais?'). Twee vliegen in één klap: ik maak een eind aan het lerarentekort en Nederland krijgt ten langen leste talenonderwijs à la Augijas.

Was getekend,
Augijas

 

© Marius Jaspers - p 2002 Levende Talen Magazine

Reacties naar marius.jaspers@gmail.com
https://arnodb.nl/marijas/