Ik heb er hier nooit ruchtbaarheid
aan gegeven, maar met de verkiezingen van 21 maart in het verschiet
kan ik de schijn van politieke neutraliteit onmogelijk langer ophouden:
ik heb mijn eigen politieke partij, de PAVOHOVAHA (onthoud die naam!).
Vandaag richt ik mij tot u in mijn gecombineerde hoedanigheid van
erevoorzitter, secretaris, lijstduwer en lijsttrekker.
PAVOHOVAHA staat voor Partij voor het Onnut van het Algemeen. Wij
kanten ons fel (zo fel mogelijk althans) tegen de jachtigheid van
het moderne bestaan en verdedigen het principiële recht op laksheid
en ledigheid voor alle bevolkingsgroepen. Onze leden (onder wie 93%
slapende leden) weigeren mee te gaan in de dwangmatige hectiek van
de 24-uurseconomie. Wij zijn een partij van bon vivants – van uitbuikers,
van nababbelaars en levensgenieters. Waar de modale kiezer levenslang
– of tot de eerste bypass – van deadline naar deadline jakkert en
het ene bloeddrukverhogende agendapunt na het andere aftikt, huldigt
de achterban van de PAVOHOVAHA (onthoud die naam!) deze aloude levenswijsheid:
kalm aan dan breekt het (partij)lijntje niet.
Te zijner tijd (denk halverwege de jaren twintig) zal ons gedachtengoed
worden uitgewerkt in een Partijmanifest. Wij zijn wat je noemt een
partij van de lange adem. Maar u begrijpt waar wij voor staan: in
het hijgerige politieke landschap van vandaag, waarin de scoringsdrift
van de sufste bejaardenpartij groter is dan die van Klaas-Jan Huntelaar
en Robin van Persie tezamen, bieden wij een kalme enclave. Weg met
de waan van de dag! De PAVOHOVAHA-persvoorlichter (in casu ikzelf)
vraagt bij stormachtige ontwikkelingen in de actualiteit standaard
om drie dagen bedenktijd. Het spreekwoordelijke nachtje slapen, zeg
maar.
Hoe behartenswaardig deze opstelling in beginsel ook is, je zet jezelf
er publicitair wel mee op een 0-3 achterstand. De pers heeft geen
boodschap aan onthaasting en bezinning – die microfoons gaan op een
holletje naar de buren, hengelend naar een onbekookte reactie of een
zure oprisping uit de onderbuik. Ook op andere vlakken strookt de
politieke praktijk niet met onze filosofie. Zo loopt bij debatten
in de Haarlemse gemeenteraad een teller mee; de spreker krijgt precies
2 minuten toebemeten. Twee minuten? Die zijn verstreken voordat je
drie keer PAVOHOVAHA kunt zeggen. Je haalt je bretels op, begint je
betoog met een toepasselijk Latijns citaat van Cicero of Marcus Aurelius,
geeft er voor hulpbehoevende raadsleden de vertaling bij, schraapt
je keel voor de inleiding en prompt begint de burgemeester er ongedurig
doorheen te hameren. "Wilt u afronden ...? Wil de HAVOPOHOVA afronden
NU? NU afronden!"
Alles goed en wel, verwijten ze ons soms bij paneldiscussies, maar
draait het in de politiek niet om daadkracht en resultaat? We moeten
tienduizenden huizen bouwen, het milieu redden, de verkeerscirculatie
garanderen en de stad financieel gezond maken! Ik haal dan mijn bretels
op, laat een pregnante stilte vallen, haal mijn bretels andermaal
op en zeg dan bedaard: "Met uw welnemen, ik zou het graag omdraaien.
Heeft u ooit stilgestaan bij de onherstelbare maatschappelijke schade
die wordt aangericht door haast en tijdsdruk? Er doorheen gejaste
wetten, ad hoc maatregelen, onvoldragen standpunten, opportunisme?
Omdat het altijd vijf voor twaalf is op jullie horloges?"
Soms komt er na afloop een bekeerling naar mij toe. "Ik wil op u stemmen,
alleen ... welke lijst zijn jullie eigenlijk?" Helaas, dat is een
teer punt. Toen ik naar het kiesbureau slenterde om de PAVOHOVAHA
te registreren, ben ik blijven plakken op een terrasje en – tot mijn
schande – eer ik er erg in had was de inschrijftermijn verstreken.
Het is niet anders. Maar ik beloof, als alles meezit, kunnen jullie
volgende keer op mij rekenen. In 2022, of anders 2026.
© Marius Jaspers - p 2018 Straatjournaal
https://arnodb.nl/marijas/ |