Van despoot tot stadswacht

Ik heb een imagoprobleem. Nou heet ieder probleem tegenwoordig een imagoprobleem (de NS-directie, de Taliban, de piranha: vooral een kwestie van verkeerde PR, het beleid niet goed verkocht), maar ik heb er een in de strikte zin des woords.

Lang, lang geleden, vóór de invoering van de Tweede Fase, was iedere leraar een despoot. Dat wilde niet per se zeggen dat hij een schrikbewind voerde en dat in iedere klas kadaverdiscipline heerste, maar uiteindelijk bepaalde de leraar in zijn eigen kleine koninkrijkje wat er gebeurde, of hij nou tegen de klas zei: "Ga maar wat voor jezelf doen" of "Pak je schrift, ik dicteer ...". En zolang hij daarbij een zekere redelijkheid en consequentie betrachtte konden beide partijen goed leven met dat systeem.

Nou maak ik nieuwe leerlingen indien nodig nog steeds duidelijk dat ik niet hun butler ben, maar sinds de Tweede Fase is mijn rol wezenlijk veranderd. "Zo zo, ben je er eindelijk ook achter, Jaspers?" zullen onze ideologen en moderne schriftgeleerden nu zeggen. "Jouw functie is een dienstverlenende geworden, lees de stukken er maar op na, je bent voortaan procesbegeleider."

De narigheid is alleen dat ik het ervaar als een degradatie. Het is niet dat ik me te goed voel om af en toe gedienstig een antwoordenboekje aan te reiken, een studiewijzer in elkaar te draaien, of op mijn hurken bij een groepje te zitten om te controleren of ze hun 'Goals and Objectives Sheet' wel serieus invullen. Waar het me om gaat is dat ik nog nooit zo veel geleurd, gezeurd en onderhandeld heb als in dit Tijdperk van de Zelfstandig Werkende Leerling, en het is mijn stellige indruk dat het mijn collega's net zo vergaat. Een deadline is nooit definitief dead (of zijn er al op stalinistische leest geschoeide havo's?), en een als onvoldoende beoordeelde opdracht betekent meestal dat de leerling in kwestie enige haastige cosmetische verbeteringen aanbrengt en hoopt dat je het werk daarna laat passeren. Doe je dat niet, dan concludeert hij dat hij een imagoprobleem heeft, niet dat het hem schort aan ijver of kennis.

Af en toe wordt triomfantelijk melding gemaakt van een succesje bij de fraudebestrijding (Hoera, 17-jarige scholier uit Lisse uitgesloten van examen na bedrog met CKV-verslagen, jubelt allen!). Dat neemt niet weg dat de leraar in de ogen van veel leerlingen veranderd is van iemand die hun kennis objectief beoordeelt ("Ik reken 4 fouten een punt") in iemand die je moet paaien, die in het gros van de smoezen trapt (of uit vermoeidheid doet of hij er in trapt), en die je af kunt schepen met half werk of jatwerk.

Vroeger werd je natuurlijk ook wel eens beduveld, maar nu vragen we er als het ware om, met handelingsdelen als spreekvaardigheid en luistervaardigheid. De specialisaties die we mijns inziens bij uitstek trainen zijn 'begging, stealing and borrowing'. Of je nou soepel bent of streng, het leraarschap is helaas een baan geworden met een hoog stadswachtgehalte.

Ik heb altijd met ze te doen als ik ze op straat zie staan, in een iets te felgekleurd, imagoverhogend bedoeld hesje. De stadswacht wijst op een opengescheurde vuilniszak en debatteert machteloos met een anabole sportschooljongen in een veel te strak, imagoverhogend T-shirt. "Wie zegt mij dat die zak van mijn is?" Stadswacht toont een doorweekt etiket dat hij tussen koffieprut, bananenschillen en kattengrit heeft opgediept. "O, ik vat het al ... nee, dan moet jij Jimmy hebben, mijn broer, die heet toevallig dus ook J. van zijn initialen, ik ben John. Hij is van de week geëmigreerd, daarom legt die zak daar ook."

Herkenbaar?

 

© Marius Jaspers - p 2002 Talendocenten

Reacties naar marius.jaspers@gmail.com
https://arnodb.nl/marijas/