Versmurfing

"Con-nóóóóó, ik vind het zo sa-hááááái."

Dit lijzige protest kwam niet van een wiskundebolleboos die zich tegen heug en meug aan een nieuwe batterij sommen over de cosinusregel zette. De klager, veertien of vijftien schatte ik hem, lag lamlendig op de zonbeschenen aanlegsteiger van het koopvaardijschip de Batavia in Lelystad en likte aan een Magnum; Conno, de geadresseerde leerkracht, stond op tien meter afstand in gezelschap van andere deelnemers aan de excursie. Hij incasseerde de klacht met de bleke gelatenheid van de professional, in plaats van dit buitenkansje te benutten om de pedagogische meerwaarde van kielhalen te demonstreren.

Het zou me niks verbazen als deze Conno bij de teamevaluatie de arm ook nog eens tot aan de oksel in eigen boezem heeft gestoken. Want zo zijn de mores in onderwijsland. Was de voorbereiding wel optimaal geweest? Was het uitstapje bij nader inzien niet te hoog gegrepen voor deze leeftijdsgroep, een bezichtiging van een zeilschip dat bijna vierhonderd jaar geleden bij Australië was vergaan? De VOC, de Gouden Eeuw, wat zegt dat die kinderen nou nog? Volgende keer toch maar liever een eigentijds onderwerp, iets dat aansluit bij de belevingswereld van het kind?

Ik haat dat begrip, de belevingswereld van het kind. We worden er nu al jaren mee doodgegooid, zonder dat er ooit bij wordt gezegd om welk kind het precies gaat. Laten we nou eindelijk eens constateren dat het een drammerig, futloos, verwend kind is - de grootste gemene deler van alle Nederlandse jongeren, het soort dat in programma's als Uit Je Dak of Door Het Lint bij gebrek aan andere expressiemiddelen jolig zijn achterwerk ontbloot.

Zo'n kind van ouders die op samenzweerderstoon tegen je fluisteren dat ze vroeger zelf ook jong en opstandig zijn geweest en die er derhalve volledig achterstaan dat hun Timo op de havo niet wordt lastig gevallen met 'feitjes' (altijd in de pejoratieve verkleinvorm). Van die ouders die in opstand komen als hun oogappel bij wijze van hoge uitzondering iets 'in zijn kop moet stampen', een frase die wordt uitgesproken alsof wetenschappelijk vaststaat dat een puberschedel acuut versplintert zodra er meer dan twee naamvallen of formules tegelijk in worden gepropt.

In hoofdstuk 2 van Dickens' Hard Times - het draagt de weinig subtiele titel Murdering The Innocents - lezen we hoe Thomas Gradgrind, terzijde gestaan door zijn handlanger Mr. M'Choakumchild, de arme Sissy Jupe grilt en drilt omdat het kind (consequent aangesproken als "girl number twenty") niet snel genoeg over de brug komt met de definitie van een paard - ondanks dat haar vader paardentrainer is. Het juiste antwoord wordt feilloos opgedreund door klasgenoot Bitzer ("His skin was so unwholesomely deficient in the natural tinge, that he looked as though, if he were cut, he would bleed white."):

"Quadruped. Graminivorous. Forty teeth, namely twenty-four grinders, four eye-teeth, and twelve incisive. Sheds coat in the spring; in marshy countries sheds hoofs, too. Hoofs hard, but require to be shod with iron. Age known by marks in mouth."

Dickens legt het er dik bovenop: ons hart moet bloeden voor Sissy (en liefst met rood bloed). Maar toch ... ik lees die scène tegenwoordig met aanzienlijk minder plezier dan twintig jaar geleden. Wij hebben hier in Nederland Gradgrind en M'Choakumchild wel érg lichtzinnig vervangen door meester Hurkzit en juf Kwarkgeest. Want ik maak me sterk dat die slappe darm op de aanlegsteiger meer plezier aan het uitstapje zou hebben beleefd als hij zich vooraf enige cijfers over de Batavia had eigen gemaakt.

Wat vaak vergeten wordt, is dat gememoriseerde cijfers, gedichten en feitjes de verbeelding aan het werk kunnen zetten, zodat 21 kilometer tuigage van een 'feitje' ineens verandert in iets opzienbarends. Jammer genoeg gebeurt in de wiskundelessen veelal het omgekeerde. Daar wordt alles voorgekauwd. Een abstract begrip als 'ruit' wordt een spekkie, een 'bol' een kauwgumbal en een 'kegelsnede' een stickie; het ontbreekt er nog maar aan dat wiskundeleraren zulk lekkers in de les uitdelen om nóg beter aan te sluiten bij de belevingswereld van het kind.

Het is de versmurfing van het middelbaar onderwijs. Alles moet leuker en makkelijker en van die trend is inmiddels een hele industrie afhankelijk. Een van Nederlands mooiste musea is het Teylers in Haarlem. Van hun Educatieve Dienst kreeg ik onlangs een fors lespakket toegestuurd, bestaande uit videoband, poster, boekje, cd-rom, kijkwijzer en docentenhandleiding.

Helaas, het ging niet om een introductie tot de schatten in het Numismatisch Kabinet of het natuurkundig instrumentarium in de Ovale Zaal. Ze adverteerden voor De Versierde Mens II: Piercing (voor wie het ontgaan is: De Versierde Mens I ging over tatoeages). "De piercing-tentoonstelling neemt de hedendaagse jongerencultuur als vertrekpunt. Door middel van foto's, interviews, videoclips en documentaires brengt de expositie in beeld wat jongeren beweegt zich zo te versieren: van zich afzetten tot juist erbij horen. Ook is er aandacht voor de hygiënische aspecten van het piercen."

Arme jongeren zónder piercing. Het is de hoogste tijd dat we ons weer gaan bekommeren om degenen die zich níet herkennen in het cliché van de tiener dat de commercie, de omroepen en de educatieve uitgeverijen ons opdringen. En dat we dombo's die er graag aan voldoen uit hun zelfgenoegzaamheid wakker schudden en ze nolens volens naar een hoger plan tillen, in plaats van ze in schoolverband te leren welke zeep ze het best kunnen gebruiken voor het reinigen van hun tong- en tepelringetjes.

Door in de les krampachtig te dingen naar de publieksgunst doen we alle leerlingen tekort en laten we schandalig veel talent onbenut. Leraren moeten zich niet langer laten aanpraten dat ze hebben gefaald in hun beroepsuitoefening zodra de eerste de beste sufgezapte figuur achterin de klas verzucht dat het "zo sa-hááááái" is. Het zou mooi zijn als iedere docent die van zijn vak houdt vanaf nu kiest voor de tegenaanval zodra hij dat woord hoort: "Luister, Timo. HET is niet saai, HET is juist boeiend. Dat jij het saai VINDT is iets anders. Dat is vooral een kwestie van ondergestimuleerd intellect, en daar gaan we dit jaar gelukkig wat aan doen."

 

© Marius Jaspers - p 2003 Trouw

Reacties naar marius.jaspers@gmail.com
https://arnodb.nl/marijas/