Voorpublicatie

Hieronder het eerste hoofdstuk uit mijn roman De Tijdschrijver, die in het voorjaar van 2012 verschijnt bij uitgeverij Procrastinatio.

Zes maanden geleden begon Siert ineens eigenaardig te doen. Ik had net de kapucijners op tafel gezet - met spek en piccalilly, zijn lievelingskostje. Al na een paar happen legde hij zijn vork neer en zei: "Gerda, wij moeten eens praten. Wat zou je ervan vinden als wij de zaken hier thuis efficiënter gingen aanpakken? Zegt de term competentiemanagement jou iets?" En zo begon, al wist ik destijds nog niet dat het zo heette, onze eerste klankbordsessie.

Nou heeft Siert wel eens vaker wat. Montignac, Krishnamurti, beleggen via het internet. Hij heeft zelfs nog een blauwe maandag gejogd. Meestal laat ik 'm maar betijen en dan waait het wel weer over. Als je achtentwintig jaar getrouwd bent, maak je je niet meer zo snel sappel. Het is een beste kerel en hij werkt hard, dus zolang ik verder geen hinder ondervind van zijn bevliegingen.

Maar deze keer kwam hij wel in mijn vaarwater. Of ik wel genoeg nadacht over mijn functioneren in termen van concreet gedrag en of ik mijn doelen optimaal realiseerde – van dat soort vragen. "Ga je mond spoelen, jij en doe effe normaal!" zei ik eerst. Maar zo makkelijk kwam ik er niet van af. Die competentiegerichte benadering betekende veel voor Siert, dat was aan alles te merken. Hij deed zijn uiterste best mij te paaien. Ik moest het niet opvatten als een motie van wantrouwen, verzekerde hij me. Hij was tevreden over me, maar iedereen deed tegenwoordig aan individuele professionalisering, dus waarom een huisvrouw niet? "Ik wil vooral dat je expliciteert wanneer je succesvol bent en waar nog ruimte is voor optimalisatie in lijn met de strategie van de organisatie."

Vanaf die dag was het competentie voor en competentie na. Competentiemanagement implementeren, competentie opbouwen, competentie ontwikkelen, exploiteren, formuleren; na een week kwam hij aanzetten met een competentieprofiel, waarop ik mijn ontwikkelpunten moest noteren. Zo hoorde dat in een leercultuur. "O Siert, wat opwindend, de leercultuur, daar heb ik op SBS 6 een programma over gezien!" probeerde ik nog. Maar voor geintjes was hij niet meer te porren. Hij dacht nog maar aan één ding.

Hij begon me voor de voeten te lopen. Hij had zich aan het huishouden nooit iets gelegen laten liggen, maar nu dook hij links en rechts op om werkwijzers voor me op te hangen – planloos met de stofzuiger door het huis zwieren, was er niet meer bij. Ik moest ook bijhouden hoeveel schuursponsjes en WC-Eend ik gebruikte. En in iedere kamer hingen speciale formulieren in drievoud, waarop ik al mijn investeringen in tijd en energie moest registreren. Het zag er niet uit, al die paperassen aan de muur, maar als ik ze vergat in te vullen, kreeg ik dat op mijn brood bij het wekelijkse resultaatgesprek dat hij had ingesteld. Dan dreigde hij me met intervisie. Ik sputterde tegen dat ik door al die rompslomp aan mijn schoonmaakwerk amper toekwam en dat het een onhygiënische bende was in huis, maar hij leek belangrijker zaken aan zijn hoofd te hebben. "Dat is zeker een aandachtspunt. Ik zal het meenemen, want er is een facilitaire reorganisatie op handen. Jij bent namelijk niet de enige hier in de buurt die het reinigingswerk niet heeft geoptimaliseerd."

Ik hield mijn hart vast toen hij zich een heel weekend opsloot in zijn werkkamer en mijn vrees werd bewaarheid toen hij op het diascherm zijn Masterplan presenteerde. Het huishoudelijk werk werd bij ons op het woonerf voortaan opgesplitst in sectoren: Education and Care, Shopping, Catering, Cleaning, Home Entertainment en Laundry. Ik kreeg Shopping in mijn maag gesplitst. Dus in het vervolg deed ik alle boodschappen voor de huisnummers 1 t/m 11 en 15, terwijl de vrouwen die daar woonden bij ons over de vloer kwamen om stof af te nemen en te strijken, onder supervisie van interim-manager Siert.

Een tijdje ging het goed, totdat mijn man instortte onder zijn nieuwe werklast (hij ging gebukt onder een slepende ruzie tussen Roos van nummer 7 en Annet van 9 over krassen op haar parket). Toen ik hem eens fijn in de watten wilde leggen, doemde Claudia naast het bed op. Ze wapperde veelbetekenend met een diagram van de organisatiestructuur en ging op haar strepen staan: wat ik daar te zoeken had? Zij was immers verantwoordelijk voor Education and Care! Siert knikte zwakjes en ik had geen poot om op te staan.

Toen ik verdrietig door de buurtsuper sjokte, kwam ik de weduwnaar van nummer 13 tegen, de enige uit onze straat die daar nog kwam. "Gaat het wel goed met je?" Hij keek me schattend aan en tot mijn opluchting voegde hij er niet aan toe: Realiseer je je doelen optimaal in termen van concreet handelen?

(wordt vervolgd)

Bronvermelding: alle gecursiveerde woorden zijn afkomstig uit één personeelsbulletin van het Regio College Zaanstreek Waterland.

 

© Marius Jaspers - p 2003 Levende Talen Magazine

Reacties naar marius.jaspers@gmail.com
https://arnodb.nl/marijas/