Jarno Klampers, de bejaarde vaste columnist van live-talkshow De Vrieskist
kleedde zich aan.
Maillot, wollen sokken, thermisch ondergoed, twee gewatteerde broeken,
schipperstrui, drie delen krant onder de trui en zijn onafscheidelijke
duffelse jas. Hij masseerde zijn dode vingertoppen. Was hij maar stratenmaker!
Columnisten kennen geen vorstverlet, en vandaag was de dag van zijn maandelijkse
bijdrage over de actualiteit.
Klampers stommelde de trap af. Verdomme, de krant was wéér niet bezorgd!
Op de kokosmat lag rijp. De andere nieuwsstromen zouden ongetwijfeld bevroren
zijn, onder deze omstandigheden. Er zat niets anders op dan het weeralarm
te negeren en zelf aan nieuwsgaring te doen in deze sinds lang van de
buitenwereld afgesneden provinciestad. Wie weet kon hij onder de aangekoekte
sneeuw nog ergens een paar nieuwskruimeltjes vinden, of na lang schrapen
een vergeten lokaal twistappeltje opgraven.
Hij lengde een kwart liter schelvispekel aan met antivries, stak de flacon
in zijn binnenzak en wrikte de voordeur open. Buiten ontweek hij twee
dik ingebakerde vrouwen met burgerzin, die elkaar onbeholpen te lijf gingen
met hun sneeuwschuivers. Het zoveelste grensconflict in zijn straat. Notitieblokje
in de aanslag, glibberde Jarno over de stoep, zo goed en zo kwaad als
het ging. Het huisvuil was al weken niet meer opgehaald.
Hé, een stadspoolvos - die werden steeds minder schuw! De buurt was vrijwel
verlaten. Verkleumde medewerkers van Spaarnelanden hielden een huis-aan-huiscollecte
om zout, een eenzame wijkverpleegster stond op haar tenen bij een boom
en knaagde aan een vetbolletje. De vorst had het park veranderd in een
barre ijsvlakte, waarover de striemende oostenwind lege Unox-verpakkingen
voortdreef, als paniekerige korhoenders op de toendra.
Een winterdag als alle andere, dacht Klampers mismoedig, hoewel ... de
sneeuwjacht werd nu wel bijzonder dicht. Op de rijbanen van de Prins Bernhardlaan
stonden de auto's stil, schots en scheef, met een enkele Connexxion-bus
ertussen - de restanten van een eens zo trotse file.
In de verte turend, ontwaarde Klampers door de sneeuwsluiers heen een
vrouwengestalte, rank en gracieus. Unox, was zijn eerste, voor de hand
liggende gedachte, ze delen weer uit. Mutsen of worsten. De vrouw schreed
naderbij, barrevoets, ze leek wel te zweven, en was slechts gehuld in
een doorschijnend gewaad van tule.
Unox?
Tussen haar borsten groeiden weelderige ijsbloemen, in grillige en betoverende
patronen. Haar bleekblauwe ogen keken hem smachtend aan en ze reikte hem
haar slanke, blote arm. "Ga je met me mee? Wil je?"
Dankzij een uiterste wilsinspanning besefte Jarno Klampers dat zij een
zinsbegoocheling was, een fata morgana in de ijswoestijn, en dat hij bevangen
was geraakt door de kou. Hij nipte haastig van zijn schelvispekel en aanvaardde
de terugtocht. Bij de voordeur lagen twee bewusteloze huisvrouwen met
burgerzin, maar de column duldde nu geen enkel uitstel meer. De redactie
van De Vrieskist was meedogenloos. Binnen was het fris. Klampers
brak de ijspegels van zijn neus en baard, bikte een wak in een mok bevroren
thee, zette de PC aan, krabde het beeldscherm schoon en begon nijdig te
typen.
STR**IPLA* - *VERHEID - ALLEE* - G*ED - V**R - Z*MER
Juist ja ... De aansteker. Zo, dat lijkt er meer op, bromde Klampers nadat
hij de O en de N had ontdooid: STROOIPLAN OVERHEID ALLEEN GOED VOOR ZOMER
Het werk vlotte. Even doorbikkelen en de inleiding was af. Geen betere
verwarming dan woede, dacht hij, en lanceerde een cynisch plan voor een
door Unox gesponsorde schaatsmarathon over de permafrost in de Haarlemse
wijken. De gevoelstemperatuur in de kamer steeg, al bleef het lastig werken:
leestekens verdwenen onder de poedersneeuw, kruiende volzinnen hoopten
zich op midden in het scherm. Klampers gaf geen krimp en kluunde verwoed
op de slotzin af. Toen sloeg het noodlot onverbiddelijk toe: de laatste
alinea's werden bedolven onder een allesverwoestende lawine. Reddingswerkers
stonden machteloos, St. Bernhards jankten.
Er knapte iets in Klampers. Hier was een grens bereikt. Getergd belde
hij de presentator van De Vrieskist. "Met Marc dat het Kraakt?
Marc? Jarno hier. Ik kap ermee. Dit is geen werken zo, dit zijn extreme
condities, versta je me? Extreem! Probeer het in april nog maar eens,
dan doe ik met alle liefde het bloemencorso voor jullie, of als het dan
niet dooit, wordt het de Zomerstuifstuif. Vanavond neem ik ijsvrij!"
[Voorgelezen tijdens de Broodkast radiouitzending van januari 2010
op Radio Haarlem 105.]
© Marius Jaspers - p 2010 Raarlems Dagklad
Reacties naar marius.jaspers@gmail.com
https://arnodb.nl/marijas/ |