"Ik doe niet moeilijk over een beetje
pijn!" We zaten 's zomers buiten rond een houtvuur; de spreker, een
vriend van mij, liet zijn uitspraak volgen door een dramatische pauze
en keek suspense-verhogend de kring rond (spalkte hij zelf zijn botbreuken?
Trok hij zijn eigen kiezen? Had hij zonder verdoving zijn appendix
verwijderd?). En dan de anticlimax, met perfecte timing: "Ik slik
gewoon een paar pijnstillers."
Dit had een lichtvoetige, zwierige, tierige december-column moeten
worden, waarin ik samen met jullie soepel richting jaarwisseling zou
walsen. Helaas, ik heb al drie dagen spit.
Niet de spectaculairste soort, Hexenschuß heet die bij de oosterburen.
Waarbij 'het' in de rug schiet en het slachtoffer zich ineens amper
kan bewegen – als door een pijl getroffen. Maar ook zo is het al erg
genoeg. Wat kan een mens toch véél, in gewone doen. En hoe weinig
met zo'n weerspannige rug! In een theekopje roeren, sokken aantrekken,
de pedaalemmer bedienen, een doffe alinea oppoetsen ... Het gaat allemaal
gepaard met pijnscheuten en hevige krampen, verwacht en onverwacht.
Heerst er een nieuwe, besmettelijke spitvariant? Mijn broer had twee
weken geleden ook spit. Toen ik hem appte om een lotgenotengroepje
op te richten, raadde hij me prompt aan om dagelijks twee Ibuprofen
te slikken. Nota bene: hij is gediplomeerd fysiotherapeut. Vreemd
genoeg was ík niet op dat voor de hand liggende idee gekomen. Niet
miemelen. Geen zelfbeklag, door de zure appel heen bijten, dat ben
ik. Ik meldde me altijd een dag later ziek dan verstandig was en begon
ter compensatie een dag te vroeg. En dat een arbeidzaam leven lang.
Je kiest jezelf niet uit. Denk je. De aard van het beestje ... Je bent
behaagziek en/of ambitieus, behulpzaam, goedlachs, impulsief, nors,
gul, egocentrisch, lui. Het is een pakket. Sommige eigenschappen kwamen
tot bloei, andere werden onderdrukt. En samen maken ze je tot wie
je bent. In mijn geval tot iemand die stug doorgaat en halsstarrig
te lang op een verkeerd ingestelde bureaustoel blijft zitten.
Over andere levenspaden die je had kunnen kiezen, gaat een aardige
roman van Matt Haig die ik onlangs kreeg: The Midnight Library. Een
jonge vrouw, Nora, pleegt zelfmoord en komt (voordat ze écht dood
wordt) terecht in een soort hiertussenmaals: een bibliotheek waar
talloze boeken over haarzelf staan. What if biografieën; ze mag, totdat
ze definitief besluit dat het leven haar niets waardevols te bieden
heeft, haar bestaan een paar keer oppakken op een punt nadat ze een
andere afslag heeft gekozen. Dus wél doorgaan met die talentvolle
band, of toch voor een olympische zwemmedaille gaan of emigreren of
als vrijwilliger in de hondenopvang werken of ...
Literair vond ik het geen groots boek, maar niettemin houdt het me
nog steeds bezig. Al die splitsingen die ieder van ons tegenkomt,
met daarachter eindeloze vertakkingen, met elk hun eigen consequenties
en repercussies. Als je je verzet tegen je vader, verslechtert misschien
de verhouding met je broer. En ga zo maar door. Wie pijn stelselmatig
verdooft, mist misschien belangrijke signalen (mijn bluffende vriend
zou niet veel later sterven aan een hartaanval). Wie constant lijdt,
kan grimmig worden of hardvochtig. Zeg het maar ...
Leven is moeilijk! Dat besef zou je vergevingsgezinder moeten maken,
tegenover jezelf en anderen, als dat niet al te kerstboodschapperig
klinkt. Verdraagzamer tegenover dit arme, zwabberende, stuurloze land
waarin iedere prik, QR-code, roetveeg, hug, zoen of afgestoken vuurpijl
zomaar tot opgestoken middelvingers kan leiden. Houd bij zulke ergernis
dat beeld van miljoenen Nederlanders voor ogen die op goed geluk hun
weg zoeken: verkeerd voorsorterend, te laat afremmend, klemgereden,
afslagen missend. Afgeleid, omgeleid, misleid. Hun bestemming vergeten.
Wellicht helpt het. Zo, tijd voor een Ibuprofennetje.
© Marius Jaspers - p 2021 Straatjournaal
https://arnodb.nl/marijas/ |