Zo vroeg al?

Mijn schreden zijn wankelmoedig momenteel en dat kan nog wel even zo blijven, al hoop ik van niet.

Naar de oorzaak hoef ik niet te raden: drie weken geleden stierf mijn broer. Daar wil ik het hier nu verder niet over hebben (binnenkort zal ik een wat langer stuk plaatsen over zijn einde), het gaat me nu om de manier waarop mijn verdriet zich uit.

In vermoeidheid en prikkelbaarheid natuurlijk en ongeduld met de muizenissen waar de rest van de wereld zich (oppervlakkig als altijd) mee bezighoudt. Geklessebes jaagt mij op de vlucht en alles wat aandacht wil trekken, stoot mij af. Weg met alles wat schittert en schettert en tettert, zo voelt dat onbewust. De actualiteit kan me gestolen worden, de krant blijft vaak ongelezen. Ook mijn inlevingsvermogen is aanmerkelijk gedaald – ik moet mijn eigen emoties kanaliseren en die van anderen moeten daar niet nog eens doorheen willen kolken.

Ik drink niet meer dan gewoonlijk. Wandelen en fietsen doen mij goed, evenals Prokofiev. Van ravottende kinderen en dollende honden knap ik op. Ook betrap ik mezelf op een sorteer- en opruimwoede, zowel in huis als op de PC. Weg met alle ballast! Overzichtelijkheid en systematiek moeten tegenwicht bieden aan de labiliteit.

Het blijft voorlopig eierenlopen. Gisteren fietste ik naar mijn werk en zag eerst een rode eekhoorn en even later bij Duin en Kruidberg die prachtige kudde Konikspaarden. Maar niet alle schoonheid die zich toevallig aandient, staat garant voor een opkikkertje. Dinsdagochtend fietste ik om kwart voor acht langs de Bergweg bij Bloemendaal en zag in het oosten de zon. Groot, volmaakt rond, vermiljoen. Alsof ze hem speciaal voor mij hadden opgehangen.

"Shit, dat kan er nog wel bij. Gaat die rotzon nu al weer onder?"

Ik dacht het echt en moest er vervolgens zelf om lachen. Dat dan weer wel.

 

© Marius Jaspers - p 2011 Raarlems Dagklad

https://arnodb.nl/marijas/