De invoering van het Studiehuis was een klap in het gezicht van alle leraren
die verknocht waren aan hun literatuurlessen. Met wekelijks twee
in plaats van drie lesuren in 5 en 6 vwo werd het woekeren met de
tijd en in die twee lullige uurtjes moest de 'docentsturing' bovendien
tot een minimum worden beperkt. De 'leeslast' (een woord dat je
associeert met de advocaten van Milosevic, die een dossier van 90.000
pagina's moeten doorspitten) werd per vreemde taal vastgesteld op
40 uur en van 'leeslust' hadden Clan & co nooit gehoord.
Tegenstanders van deze verschraling werden gepaaid met het nieuw
in te voeren vak Letterkunde. Stonden leerlingen voorheen op een
hongerdieet van 'local heroes' als Multatuli, Lord Byron, Goethe en
Baudelaire, in de toekomst zouden ze mogen aanzitten aan het copieuze
banket van de wereldliteratuur: Koreaanse sagen, Boliviaanse boerenballades,
Syrische minnelyriek ...! En een beetje school zou per direct overstappen
op GLO. Op bijscholingscursussen werd tot vervelens toe het schrikbeeld
opgeroepen van de leerling die vier keer hetzelfde verhaal over
de Romantiek moest aanhoren. Aan die onduldbare toestand zou het
Geïntegreerd Literatuuronderwijs voorgoed een eind maken.
Het is echter verdacht stil geworden rond dit nieuwe vak. In nieuwsgroepen
lees je er niets over en toen ik GLO 'googlede' kreeg ik uitsluitend
de lauwe derrie die lerarenopleidingen en het Tweede Faseloket afscheiden.
Tussen de zoekresultaten van de eerste twee pagina's zat niet één
school die goede sier hoopte te maken met grensverleggende literatuurprojecten.
Mijn twijfels over de levensvatbaarheid van de nieuwgeborene werden
bevestigd toen ik al op plaats 22 een citaat tegenkwam uit mijn
eigen standaardwerk, het Klein
Woordenboek Van Het Nederlands Onderwijs:
"Geïntegreerd Literatuuronderwijs: cursus Bluff Your Way Into Literature;
een docentencollectief overlegt wekelijks drie uur over de invulling
van het ene uurtje letterkunde."
Het is dan ook geen wonder dat juist literair begaafde collega's
tekeer blijven gaan tegen de Tweede Fase. Jan Siebelink schreef
in Trouw een paginalange elegie voor het middelbaar onderwijs, de
dichter Robert Anker luchtte onlangs zijn hart in Tirade en L.H.
Wiener voert in Nestor zijn alter ego Victor van Gigch op, een zevenenvijftigjarige
leraar Engels, die mij meteen voor zich innam omdat hij 's ochtends
de tafeltjes in zijn lokaal naar achteren schuift en zich zo het
ruime podium verschaft dat de ware voordrachtkunstenaar toekomt.
Het boek schetst het dilemma van een hele generatie. Van Gigch staat
voor de grootste opgave in zijn carrière, "... te volbrengen in de
zes resterende jaren, een opgave die bestond uit het behalen van
de negatieve overwinning om niet verbitterd te eindigen, om niet
te hoeven omzien in wrok, om niet met lege handen achter te blijven,
zoals verreweg de meeste afgewerkte leraren. [...] De negatieve overwinning
om zich in het nieuwe onderwijssysteem te schikken en zich met een
persoonlijk gemonsterde mate van stoïcisme te onderwerpen aan een
nu eenmaal toch onontkoombaar opgelegde verandering."
Dit eenzame gevecht tegen de ontgoocheling is maar één van de draden
die Wiener behendig vervlecht in zijn roman. Als Nestor niet zo'n
grandioos boek was zou ik mijn exemplaar opsturen aan Jacques Wallage,
wiens gekwetste ijdelheid hem nog steeds belet in te zien wat hij
heeft aangericht: in NRC Handelsblad van 11 augustus veegt de geestelijke
vader van het Studiehuis met voorspelbare ijver zijn eigen stoepje
schoon. Interessanter dan zijn gejeremieer over de slappe knieën
van zijn opvolgers en de vreesachtigheid van veel scholen, is echter
dat Wallage niet de geringste poging doet het failliet van de onderwijsvernieuwing
te verbloemen.
Het zou ook vergeefse moeite zijn. In de publieke opinie wordt de
roep om kennis en 'Bildung' luider. Een derde van de leraren heeft
minder plezier in het werk: de alfa's zijn murw en de bèta's boos.
Volgens de inspectie wordt er in het studiehuis "armoedig lesgegeven".
De aanpassingen en reparaties waartoe nu besloten is, zullen wel
weer onwennigheid en onderlinge conflicten veroorzaken (leve de
'vrijheid' van de scholen!) maar verhelpen niet de fundamentele
zwakte van het systeem.
Waarom blijven we eigenlijk tegen beter weten in doormodderen? Het
is welletjes zo. We hebben vijf jaar geprobeerd er het beste van
te maken (en geloof me, Jacques, burgemeesteren in Groningen is
leuker!). Er is maar één oplossing: terug naar de Mammoetwet. De
huidige lichting doet nog examen nieuwe stijl, een bezemklas erachteraan
voor de kneusjes en dan kappen!
Ergens boffen wij nog. De gesloopte dijkhuisjes en omgehakte boomgaarden
langs de Betuwelijn zijn voorgoed verdwenen; in het onderwijs daarentegen
is de infrastructuur onaangetast. Mits we niet te lang dralen, lopen
er nog voldoende mensen rond die vertrouwd zijn met het oude stelsel.
Het terugdraaien van de Tweede Fase kan dus vrijwel 'overnight' geschieden,
zonder enige vorm van Procesmanagement. Als het gezond verstand
zegeviert, hoeft het ministerie alleen een kleine annonce te zetten
in een advertentieblad: "Gratis af te halen: 50.000 studienissen
– zo goed als nieuw".
© Marius Jaspers - p 2003 Levende Talen Magazine
Reacties naar marius.jaspers@gmail.com
https://arnodb.nl/marijas/ |