Rond de Oostzee
|
(2) Drie hoofdsteden |
•••••
8 juli 2018
Onze verkenning van Helsinki begint te voet. Vlak naast ons hotel
ligt de Oespenski Kathedraal, een mooie 'uienkerk'. Deze Russisch
aandoende bouwstijl zien wij meer in de stad. De bouwmeesters hebben
zich duidelijk laten inspireren door Sint-Petersburg. De kathedraal
werd gebouwd tussen 1862 en 1868 en is de grootste Russisch-orthodoxe
kathedraal van heel West- en Noord-Europa en het centrum van de Fins-orthodoxe
gemeenschap in Finland. |
De kathedraal is prachtig gelegen aan
de haven van de stad. |
Wij lopen verder en komen bij het Senaatsplein,
het bekendste plein van Finland en letterlijk en figuurlijk het hart
van Helsinki. Hier is bijna altijd wel iets gaande, de ene keer een
massale demonstratie, dan weer een feest en soms een groots concert
waar tienduizenden mensen op afkomen. Het is echter rustig als wij
het plein betreden. Aan één kant van het plein staat de Domkerk, een
evangelisch-lutherse kerk gebouwd tussen 1830 en 1852. In het midden
van het gebouw bevindt zich een ronde toren met een 62 meter hoge
koepel, die wordt omringd door vier kleinere koepeltorens. Boven elk
van de vier ingangen staan drie beelden van apostelen. Op deze manier
worden alle twaalf apostelen weergegeven. Deze uit de negentiende
eeuw stammende lutherse kerk schijnt het meest gefotografeerde object
van heel Finland te zijn. Ik voel mij bijna verplicht ook enkele foto's
te nemen. |
 |
 |
Niet ver van het Senaatsplein bevindt
zich het Centraal Station van Helsinki. Het door Eliel Saarinen in
Art Nouveau stijl ontworpen gebouw werd in 1919 geopend. Het station
is voor het grootste deel bedekt met graniet. Het meest opvallend
zijn de klokkentoren en de twee paren standbeelden aan beide zijden
van de ingang. De bollen in de handen van de beelden zijn lampen die
's nachts branden. Ook binnenin het gebouw zien wij elementen van
de art nouveau stijl. |
 |
 |
 |
De twee dingen die wij nog willen zien
in Helsinki liggen iets buiten het centrum van de stad. In het stationsgebouw
kopen wij daarom twee kaartjes voor de tram, die wij aan het einde
van de middag gaan gebruiken om terug naar ons hotel te kunnen rijden.
Mijn versleten heupgewricht houdt het vooralsnog vol, dus vervolgen
wij onze wandeling door de Finse hoofdstad tot wij bij opnieuw een
bijzondere kerk komen, de Temppeliaukio-kerk. Deze werd in 1969 gebouwd
door de architecten Timo en Tuomo Suomalainen. Eerst werd er in een
rotsheuvel met explosieven een gat geblazen, waarna de opening aan
de bovenkant werd afgedekt met een koepel van glas en koper. Voor
het dak werd maar liefst 22 kilometer koperdraad gebruikt! De wanden
van de kerk bestaan uit onafgewerkte rotsen. Naast geloofscentrum
wordt de kerk ook veel gebruikt voor concerten vanwege de uitstekende
akoestiek. |
 |
 |
 |
Het laatste item op onze agenda voor
vandaag is het monument voor de Finse componist Jean Sibelius, die
leefde van 1865 tot 1957. Het bevindt zich in het Sibeliuspark en
is ontworpen door de Finse beeldhouwster Eila Hiltunen. Het is een
opvallend werk waarin 600 aan elkaar gelaste orgelpijpen als een opvliegende
vogel naar de hemel strekken. De ontwerpster wilde de essentie van
Sibelius' muziek weergeven in het werk. Door onder de pijpen te gaan
zitten en mijn camera naar boven te richten, maak ik enkele opmerkelijke
foto's. Ook poseer ik vóór een metalen buste van de componist naast
het monument. |
 |
 |
 |
 |
Een tram van lijn 4 brengt ons terug
naar het Scandic Grand Marina Hotel.
9 juli 2018
Vandaag rijden wij een deel van de oude Koningsroute van Helsinki
aan de oostkust van Finland naar Turku aan de westkust. De rit is
slechts zo'n 200 kilometer, maar reisleidster Marga heeft vier stops
gepland, dus wij gaan niet al te laat op pad. Het landschap waar wij
doorheen rijden is het beste samen te vatten met twee woorden: groen
en water. Finland heeft ongeveer 188.000 meren en daarvan zien wij
er vandaag enkele tientallen. Het is heerlijk weer en het is een plezier
op ons gemak door dit mooie landschap te rijden.
De eerste stop die wij maken is in het dorp Inkoo. Eigenlijk moet
ik hier de Zweedse plaatsnaam Ingå gebruiken, want het dorp is een
tweetalige gemeente met Zweeds als meerderheidstaal. Zo'n 5% van de
bevolking van Finlands spreekt Zweeds. Wij zijn in Inkoo / Ingå om
de laatmiddeleeuwse stenen kerk te bezichtigen. Het is ons al eerder
opgevallen dat in dit land de toren van een kerk veelal losstaat van
het schip. Dat is ook hier het geval. De schilderingen op het plafond
en de muren zijn prachtig. |
 |
 |
 |
 |
Wij vervolgen onze rit en gaan op zoek
naar het landgoed Mustion Linna. Wij kunnen het echter niet vinden.
Als wij na veel heen en weer gerij op het punt staan het op te geven
zien wij ineens een klein bordje dat ons de weg wijst naar onze tweede
bestemming van de dag. Gelukkig maar, want het landgoed is een bezoek
meer dan waard. Nadat wij koffie hebben gedronken in het restaurant
maken wij een wandeling door het immense, rondom een meer liggende
park dat bij Mustion Linna hoort.
Nadat wij zijn bijgekomen van de aanblik van een nukkuva fauni en
Marga is ontsnapt aan de scherpe tanden van een krokodil lopen wij
over een vervaarlijk, op het water schommelend houten plankier dat
ons langs een fontein over een deel van het meer leidt. Wij halen
veilig en wel het einde van het wiebelende pad over het water en betreden
opgelucht de vaste wal. Voordat wij weer in de auto stappen, nemen
wij nog even een rustpauze in een romantisch aan het water liggend
prieel. |
 |
 |
 |
 |
Fiskars is een bekend merk scharen
en messen. Het bedrijf Fiskars werd opgericht in 1649 door de Nederlandse
koopman Peter Thorwöste, die toestemming kreeg van koningin Christina
I van Zweden om een metaalgieterij op te zetten in het kleine dorpje
Fiskari (Fiskars in het Zweeds). De eerste Fiskars scharen werden
meer dan 130 jaar geleden gemaakt en waren gemaakt van gesmeed staal.
Het beroemdste ontwerp van het bedrijf, de ergonomische oranje schaar,
werd in 1967 ontworpen door Olof Bäckström.
Wij bezoeken in Fiskari / Fiskars het museum dat gewijd is aan de
metaalgieterij van onze landgenoot. Het leukste vinden wij enkele
kamers die zijn ingericht op de manier zoals die lange tijd geleden
gebruikelijk was. Het geeft een goed beeld van de leefomstandigheden
van de mensen die in de fabriek werkzaam waren. |
 |
 |
Onze laatste stop van de dag is een
wit kerkje in het dorp Tenhola / Tenala. Wij stoppen daar slechts
even, want wij willen niet al te laat bij ons hotel zijn, het Original
Sokos Hamburger Börs, dat in het centrum van Turku staat. Deze voormalige
hoofdstad van Finland is niet echt de moeite waard, dus eten wij een
hapje Chinees in een naburig restaurant en gaan vroeg naar bed. Morgen
gaat de wekker al om half zes af!
10 juli 2018
Na een geïmproviseerd ontbijt in de lobby van het hotel halen wij
onze auto uit de parkeergarage en rijden snel naar de haven van Turku.
De veerboot van de Silja Line die ons naar Stockholm zal brengen vertrekt
om acht uur en wij moeten anderhalf uur vantevoren aanwezig zijn.
Precies op tijd slokt the belly of the beast ons op. De overtocht
zal inclusief een uur tijdsverschil elf uur duren. Het wordt een relaxte
dag. Languit liggend genieten wij van de zon op het zonnedek, drinken
een biertje, eten wat, en lezen een boek in onze e-readers. Het uitzicht
dat wij hebben vanaf de boot is niet te versmaden. Wij lezen in een
reisgids dat in dit deel van de Botnische Golf tussen Turku in Finland
en Stockholm in Zweden zo'n 10.000 eilanden en eilandjes liggen. Dat
moet wel kloppen, want de hele dag 'slalomt' de boot tussen eilandjes
door. Het is druk op het water, niet alleen met plezierbootjes, maar
ook met veerboten die de waterverbindingen tussen de verschillende
havensteden van Zweden, Finland, Denemarken en de Baltische staten
onderhouden. |
 |
 |
 |
 |
Het is al acht uur als wij inchecken
bij het Scandic Klara Hotel in het centrum van Stockholm. Wij hebben
geen zin meer om een leuk restaurant te zoeken en nemen onze toevlucht
tot een snelle hap in een naburige McDonald's. Ook lekker op zijn
tijd.
11 juli 2018
Stockholm wacht op ons. Wij lopen naar het Centraal Metrostation en
kopen er een dagkaart voor het openbaar vervoer. Daarmee kunnen wij
ook op de ponten, een vervoersmiddel waar de inwoners van deze waterrijke
stad veel gebruik van maken. Wij hebben de kaart vandaag echt nodig.
Twee keer met de metro, een keer met de tram, en een keer met een
pont zorgen ervoor dat wij de kosten van de kaart er ruimschoots uithalen.
Een metrotrein brengt ons eerst naar Gamla Stan, de oude stad. Dit
is voor veel toeristen veelal de eerste stop tijdens een bezoek aan
de hoofdstad van Zweden. Zo ook voor ons. Dit stadsdeel huisvest het
parlement en het koninklijk paleis en je loopt door tal van prachtige,
historische, knusse straatjes. Op Stortorget, het centrale plein van
Gamla Stan, poseer ik voor het museum gewijd aan de Zweedse industrieel
Alfred Nobel, die met zijn geld een stichting in het leven riep die
elk jaar de bekende Nobelprijzen uitreikt. |
 |
 |
 |
 |
Met de pont bereiken wij vervolgens
het eiland Djurgården dat met recht een preteiland genoemd kan worden.
Op een grote, permanente kermis laten bezoekers zich bang maken in
rollercoasters, huizenhoge draaimolens en van grote hoogte vallende
platforms. Daarom zijn wij echter niet hier. Op het eiland kun je
ook een aantal interessante musea bezoeken. Het Noordse Museum en
het ABBA Museum slaan wij over, maar wij gaan wel bij het Vasa Museum
naarbinnen. Het bezoek aan dit fantastische museum wordt een van de
hoogtepunten van onze reis rond de Oostzee.
Op 10 augustus 1628 voer het gloednieuwe oorlogsschip Vasa vanaf de
scheepswerf in de richting van de havenmond van Stockholm toen een
windvlaag haar slagzij deed maken. Het schip kwam zo schuin te liggen
dat het water de geopende geschutspoorten binnenstroomde. De Vasa
liep vol water en zonk. Berging was niet mogelijk en gedurende ruim
drie eeuwen lag het schip ongestoord op de bodem van de haven. Pas
in de jaren vijftig van de 20e eeuw werd het wrak van de Vasa opnieuw
gevonden. In 1961 werd het geborgen door zes kabels onder het schip
door te trekken en het op te takelen. De Vasa werd daarna decennialang
geconserveerd en volledig gereconstrueerd. Het wordt sinds 1990 tentoongesteld
in het Vasamuseum op Djurgården, het drukst bezochte museum van Scandinavië.
De Vasa is 69 meter lang en bijna 53 meter hoog. Als wij de ingang
en de kassa van het museum zijn gepasseerd en het schip voor ons zien
staan vallen onze monden open van verbazing en ontzag. Wat is het
ongelooflijk groot! De eerste indruk is bijna verpletterend. Het enorme
schip stormt vanuit het halfduister van de immense hal als het ware
op ons af. Ik probeer met een panoramafoto het schip in één beeld
te vangen. Dat lukt me, maar de foto zal helaas nooit het gevoel kunnen
weergeven dat wij krijgen bij de eerste aanblik van de Vasa. |
 |
De museumingang ligt op het zogenoemde
vierde niveau. Vandaar staan naar beneden toe twee verdiepingen open
voor het publiek en naar boven nog eens drie. Op al die zes niveaus
laat de Vasa zich in al zijn overweldigende schoonheid bewonderen. |
Op en achter de walkways rondom het
schip zijn interessante displays ingericht die een beeld geven van
het leven aan boord van een oorlogsschip als de Vasa en het dagelijks
leven van de bewoners van het 17e-eeuwse Stockholm. Ook zijn er voorwerpen
te zien die tijdens en na de berging uit het binnenste van het schip
zijn gehaald. |
Wij brengen bijna drie uur in het museum
door. Met tegenzin verlaten wij het en rijden met de tram en de metro
naar het Stadshuset - het Raadhuis -, dat in onze reisgids genoemd wordt
als een van de mooiste gebouwen van Stockholm. Het werd tussen 1911
en 1923 gebouwd in de nationaal-romantische bouwstijl naar het ontwerp
van de architect Ragnar Östberg. Achter de indrukwekkende gevels van
acht miljoen bakstenen verschuilen zich kantoren, vergaderzalen en
feestzalen. |
 |
 |
 |
Wat een dag! Moe maar tevreden lopen
wij terug naar ons hotel, het Scandic Klara.
12 juli 2018
Een rustige dag vandaag. Wij rijden op ons gemak de ongeveer 250 kilometer
van Stockholm naar Örebro door Södermanland, een streek in het zuiden
van Zweden. Om ons heen zien wij een typisch Zweeds landschap van
bossen, glasheldere meren en rode houten huisjes met witte kozijnen.
Wij verwachten elk moment Inspektör Beck of zijn collega Wallander
tegen te komen. Halverwege de ochtend willen wij ergens koffie drinken,
maar wij zien geen geschikte uitspanning. Uiteindelijk stoppen wij
bij een gebouw dat op een café lijkt maar wat bij nader inzien een
kanoclub blijkt te zijn. Ik ben aardig taalvaardig, maar mijn linguïstische
capaciteiten laten mij ditmaal in de steek bij de Zweedse tekst op
het uithangbord: Vandrarhem. Gamla Mejeriet. Öppet året runt. Geeft
niets, in de kantine van de club hebben ze lekkere koffie, mét een
dikke plak cake, en buiten vinden wij een plekje in de zon bij een
pittoresk riviertje. Genieten dus! |
 |
 |
Aan het einde van de middag komen wij
aan bij ons hotel in Örebro, het Scandic Grand Hotel. Er is nog tijd
om een korte wandeling te maken naar het Slot Örebro, een kasteel
gebouwd op een eilandje in de rivier Svartån. Het is dé bezienswaardigheid
van de stad. Men weet niet hoe oud het kasteel precies is. Het was
waarschijnlijk Koning Magnus Eriksson, die het in 1350 heeft gebouwd.
Slot Örebro ziet er fraai en romantisch uit met al dat water eromheen.
Het is helaas al gesloten dus het blijft voor ons bij een blik op
de buitenkant. |
 |
 |
13 juli 2018
De Zweedse nieuwslezer op de televisie vertelt ons dat het warm tot
zeer warm weer zal worden. Het zal ons niet echt deren want vandaag
laten wij ons een groot deel van de dag verkoelen door de airconditioning
van de auto. Wij moeten zo'n 350 kilometer van Örebro naar Oslo overbruggen.
De Zweedse streken Dalsland en Värmland waar wij doorheen rijden,
hebben hetzelfde typisch Zweedse landschap als Södermanland gisteren.
Dit landschappelijk schoon is vaak bezongen door schrijvers en dichters,
zoals Selma Lägerlof, de schrijfster van Nils Holgersson's wonderbare
reis.
De rit verloopt voorspoedig. Reisleidster Marga heeft geen bezienswaardige
zaken langs onze route kunnen vinden, dus doen wij het kalmaan en
bekijken ondertussen het vriendelijke landschap. Opeens moeten wij
echter afremmen voor een file. Wij realiseren ons dat wij bij de grens
tussen Zweden en Noorwegen zijn aangekomen. In tegenstelling tot Zweden
is Noorwegen geen lid van de Europese Unie, maar ze hebben toch wel
het Schengen-verdrag getekend? De Noorse douanebeambten zijn daar
kennelijk niet van op de hoogte en voeren een controle uit. De tien
auto's voor ons worden met een vriendelijk knikje doorgewuifd, wij
... worden met datzelfde vriendelijke knikje aan de kant gezet. De
overigens zeer correcte maar zwaar bewapende beambte vraagt mij in
het Engels waar ik vandaan kom. Ik zeg tegen hem: Well, where do
I start? Let's see. We began in The Netherlands, then we went to Germany,
Lithuania, Latvia, Estonia, Finland, Sweden and now, hopefully, Norway.
Hij begint te lachen en vraagt mij hoeveel drank ik bij mij heb. Ik
zeg dat ik niet meer dan twee flessen wijn in de auto heb. Ik moet
de kofferbak openen waarin twee koffers en een tas liggen. Hij gelooft
het verder wel en met opnieuw een vriendelijk knikje zegt hij dat
ik door mag rijden. Phew ... toch even spannend!
Tijdens het laatste stuk van de route naar Oslo moeten wij terugdenken
aan de nieuwslezer van vanmorgen. Op een gegeven moment geeft het
dashboard display aan dat de buitentemperatuur 31 graden is! Ik denk
dat dit hier maar zeer weinig voorkomt. Tim the Finn, de naam die
wij aan onze Tom Tom hebben gegeven, leidt ons feilloos door het drukke
Oslo naar het Scandic Holmenkollen Park Hotel, gelegen op een berg
ten noorden van de stad. Het is een bijzonder hotel met een bijzonder
uitzicht. Het houten gebouw lijkt op een kasteel en vanaf het terras
kijk je uit op de 350 meter lager gelegen hoofdstad van Noorwegen. |
 |
 |
Nadat wij ingecheckt hebben, nemen
wij eerst een duur, maar verfrissend Noors biertje op het terras.
Wij hebben nog geen zin om te eten en lopen daarom naar de 60 meter
hoge Holmenkollen skischans naast het hotel. Wij hebben deze schans
eerder bekeken. In 2002 maakten wij een rondreis door het zuiden van
Noorwegen en een bezoek aan Oslo stond toen ook op ons programma.
Nieuw voor ons is nu de skisimulator bij de ingang van de skischans.
In het hevig schuddende apparaat spring je mee met een skiër die met
100 kilometer per uur van de Holmenkollen glijdt. Als je dat hebt
doorstaan ga je met een andere skiër met 130 kilometer per uur bergafwaarts.
Leuk! |
In 2002 heb ik een foto gemaakt vanaf
het punt hoog boven ons waar de springers hun aanloop beginnen. Helaas
is de lift nu stuk en kan ik dit niet herhalen. Ik volsta met een
panoramafoto te maken van het stadion waarin de springers neerkomen
en afremmen. |
Als wij teruglopen naar het hotel zien
wij in de verte de eerste donderwolken hun natte lading afwerpen boven
het land. Geen wonder na zo'n warme dag. Wij vluchten naar binnen en
gaan in het restaurant iets eten. Morgen staat Oslo op het programma.
De Noorse nieuwslezer op de televisie vertelt ons dat het daar morgen
30 graden zal zijn. Pfff ... |
 |
14 juli 2018
De eerste week van onze reis rond de Oostzee was grotendeels gewijd
aan de Baltische staten Litouwen, Letland en Estland. Tijdens de tweede
week waren hoofdsteden belangrijk: zes dagen geleden waren wij in
Helsinki, drie dagen geleden in Stockholm en vandaag in Oslo.
Wij lopen vanaf ons hotel een stukje de Holmenkollen berg af naar
een metrostation, waar wij een dagkaart voor het openbaar vervoer
kopen. Een bovengronds rijdende metrotrein van lijn 1 brengt ons naar
het Vigelandpark. In dit immense openluchtmuseum staan meer dan 200
beelden van de hand van Gustav Vigeland. De meeste sculpturen staan
langs een centrale laan en beelden de menselijke levensloop uit, van
geboorte tot dood. In het midden staat een ruim 14 meter hoge pilaar
waarin niet minder dan 121 figuren zijn uitgehouwen. Rondom de monoliet
staan 36 beeldengroepen die de levenscyclus uitbeelden. |
 |
 |
In een ander deel van het park zien
wij een fontein met daaromheen 20 bronzen beeldengroepen, combinaties
van mensen en bomen. De boom is het symbool voor wedergeboorte en
eeuwig leven. |
Een heel bekend beeld is dat van een
stampvoetend jongetje met gebalde vuisten. Het heet dan ook Boos Jongetje
of Sinnataggen in het Noors. Er staat een bordje met een verzoek het
niet aan te raken. Blijkbaar gebeurt dat vaak, want de linkerhand
van het jongetje is helemaal verkleurd. Niet alleen de hand trouwens,
ook het piemeltje heeft duidelijk aantrekkingskracht op mensen. Ik
ben zelf niet geheel onschuldig in deze, want ik laat mij door Marga
fotograferen bij een zeer rondborstige dame. |
Een tram vervoert ons naar de haven
die gedomineerd wordt door de twee enorme torens van het lelijke,
van rode bakstenen gemaakte stadhuis. Aan de andere kant van het water
zien wij een mooier gebouw, de Akershus vesting, een kasteel dat eind
13e eeuw gebouwd werd om Oslo te beschermen. Er zijn zeer veel mensen
op de been. Dat is niet zo verwonderlijk, want het is zaterdag en
prachtig weer. |
Wij lopen door het historische centrum
van de stad naar het moderne, in 2008 geopende gebouw van de Opera.
Het is afgewerkt met Italiaans marmer en wit graniet en lijkt als
een ijsberg uit het water op te duiken. De architecten van het gebouw
wonnen in 2009 met hun ontwerp de prestigieuze Mies van der Rohe Award.
Het dak is bedoeld om op te lopen, maar voor velen is het ook een
gave zitplek. Delen van het dak zijn zelfs aangepast voor gebruik
door skateboarders. |
De innovatieve structuur van het gebouw
geeft bezoekers mooie uitzichten op de omgeving. Niet alle windrichtingen
bieden echter een fraaie aanblik. Oslo schijnt de snelst groeiende
stad van Europa te zijn en dat geloof ik direct als ik de vele hijskranen
in de omgeving zie. |
Wij lopen terug naar de haven om daar
aan het water een ijsje te eten en naar vechtende meeuwen te kijken.
Het is ondertussen etenstijd, maar van alle restaurants in de omgeving
zitten de terrassen bomvol. Wij besluiten om met de metro terug naar
ons hotel op de Holmenkollen berg te gaan en daar het diner te gebruiken. |
•••••
|