•••••
Jueves, 26 de septiembre de 2019
Het is wellicht eentonig maar het blijft mooi weer: opnieuw onbewolkt
en zo'n 32 graden.
Vandaag staat Sevilla op het programma. Het is eigenlijk iets te warm
om een stad te verkennen en de reisleidster heeft het dan ook wat
moeilijk af en toe.
Marga heeft voorafgaande aan de reis online toegangskaartjes gekocht
voor dé bezienswaardigheid van Sevilla, het Real Alcázar, dat al eeuwen
dienst doet als paleis voor de Spaanse vorsten. We hoeven dus niet
aan te sluiten bij de lange rij voor de kassa en kunnen direct naarbinnen.
Het magnifieke complex is vanaf de 10e eeuw in verschillende fasen
gebouwd en vertoont dus een grote verscheidenheid aan architectonische
stijlen. De kern van het paleis, een meesterwerk van de mudejarstijl,
werd vanaf 1362 gebouwd door Peter I, die hiervoor een beroep deed
op metselaars uit Granada, wat nog te zien is aan de decoratie, die
sterk lijkt op die van het Alhambra, dat uit dezelfde tijd dateert. |
 |
 |
 |
 |
De tuinen zijn een ware hof van Eden
en net als het paleis weerspiegelen ze verschillende perioden: de
Moorse tijd, de renaissance, en de barok. Ze beslaan 80% van het Alcázar
en zijn trapsgewijs aangelegd, met veel waterpartijen zoals de gewoonte
was.
Vanuit de tuin loopt een ondergrondse gang naar de baden van Doña
María de Padilla die zijn gemaakt in een grote, overwelfde ruimte
onder een van de gebouwen van het complex. |
Het volgende punt op de agenda van
vandaag is het Plaza de España. Dit immense, halvemaanvormige plein
met een gracht is een ode aan de azulejotechniek. Het gebouw rond
het plein bestaat uit een lange galerij met okerkleurige bakstenen
bogen en wordt geflankeerd door twee 80 meter hoge hoektorens. |
Op het plein staan 58 bankjes in nissen
waarvan de azulejos de belangrijkste gebeurtenissen uit de
geschiedenis van elke Spaanse provincie voorstellen. Ook de bruggetjes
over de gracht zijn met azulejos versierd. Waarempel, daar
zijn 'mijn' Don Quichote en Sancho Panza weer! De Canarias azulejo
moet natuurlijk ook op de foto. |
 |
 |
We hebben trek gekregen en bestellen
un plato de jamón, queso y chorizo op een terrasje. Het smaakt
allemaal prima, alleen is het niet handig dat we een terras hebben
uitgekozen aan de rand van een nauwe straat met veel verkeer en uitlaatgassen.
We blijven dan ook niet lang zitten.
Wij lopen naar het Casa de Pilatos. Aan het einde van de 15e eeuw
begon de bouw van dit paleis, een combinatie van mudejar-, renaissance-,
en gotische stijl. Het werd in de 16e eeuw voltooid door Don Fadrique
de Ribera, de eerste markies van Tarifa. Er wordt beweerd dat hij
zich liet inspireren door het huis van Pontius Pilatus in Jeruzalem,
vandaar de naam.
De patio doet denken aan een elegant Moors paleis met zijn delicate
stucwerk en magnifieke azulejos. De bogen zijn verschillend
van vorm en ook de motieven van de tegelpanelen zijn allemaal anders.
Hoewel de meeste beelden Romeins zijn, is dat van Pallas Athene een
oorspronkelijk Grieks werk uit de 5e eeuw v.C. |
 |
 |
Op de weg terug naar ons hotel lopen
wij de Plaza de la Encarnación op en zien ineens iets dat wij niet
hadden verwacht: het Metropol Parasol. Dit verbluffende gebouw met
organische vormen is het nieuwe symbool van Sevilla. Het is geheel
uit hout opgetrokken en is 150 meter lang, 70 meter breed, en 26 meter
hoog, waarmee het het grootste bouwwerk van hout ter wereld is. |
Volgens de architect Jürgen Mayer bestaat
het uit vijf enorme parasols, maar de Sevillianen zien er eerder paddenstoelen
in en hebben het plein al omgedoopt tot Las Setas de la Encarnación.
Een seta is een paddenstoel. Vinden wij het mooi? Daarover
zijn de meningen verdeeld.
Een promenade leidt naar het dak van het gebouw, vanwaar wij een panoramisch
uitzicht op de stad hebben. |
Moe maar voldaan keren wij terug in
het hotel, waar wij de avondmaaltijd aan ons voorbij laten gaan. Zoveel
trek hebben wij niet meer. |
•••••
|