•••••
Te Anau, 24 november 2014
Gedurende vijf weken zijn Marga en ik antipoden. Antipode: (aardr.)
tegenvoeter, bewoner van een plaats met even grote, doch tegengestelde breedte,
en 180° verschil in lengte (Van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal).
Op onderstaande kaart heb ik in wit de route aangegeven die wij tot nu toe
in Nieuw-Zeeland gereden hebben. |
 |
Queenstown noemt zichzelf the adventure
capital of the world, en dat klopt wel. Wij waren er een volle dag en dus
hebben wij veel kunnen doen. 's Ochtends hebben wij een marathon gelopen,
's middags hebben wij een bungyjump gemaakt, en 's avonds gingen wij een
berg op en af. Eh ... dat laatste klopt wel, die eerste twee niet natuurlijk,
maar ze komen wel in mijn verhaal voor!
De stad ligt prachtig aan Lake Wakatipu. Het kleine maar gezellige centrum
kijkt uit op een baai en de winkels en restaurants aan de 'boulevard' worden
druk bezocht. Bij zonsondergang was er muziek, de terrasjes zaten vol en
iedereen had het naar zijn zin. Wij hadden een fijne dag in Queenstown en
dat kwam mede door de ongedwongen sfeer.
Ons hotel lag op zo'n twee kilometer van het centrum. Vanuit onze kamer
hadden wij niet alleen een fraai uitzicht op het meer, wij konden ook het
vliegveld aan de overkant zien. Vliegtuigen die opstegen deden dat over
het water naar ons toe en dat leverde mooie beelden op. Uiteraard heb ik
een paar starts op film staan! |
 |
 |
 |
Wij waren in de stad op de dag dat de jaarlijkse
Queenstown Marathon werd gehouden. Dat maakte de sfeer nog specialer. Overal
stonden toeschouwers die de deelnemers aan de race aanmoedigden. Ieder van
jullie die aan dit soort races heeft meegedaan, weet hoe gaaf het is om
tussen een haag van mensen op het finishdoek af te lopen. De laatste kilometers
van het parcours lagen in het centrum, de finish was in een park net daarbuiten.
Een beetje vreemd vond ik het dat de renners onder een boog door moesten
die was opgericht om de doden van de Eerste Wereldoorlog te gedenken. Het
was overigens geen marathon waar toppers aan meededen of toptijden werden
gelopen. De winnaar kreeg slechts 3000 NZ dollar, dat is ongeveer 2000 euro.
De mannenrace werd gewonnen door James Parsons in 2.33.42 uur, de vrouwenrace
door Victoria Beck in 2.55.20 uur. |
 |
 |
Even buiten Queenstown ligt de Kawarau Bridge
en dagelijks springen tientallen mensen daar vanaf. Een paar meter boven
het water van de snelstromende rivier onder hen worden ze tegengehouden
door het elastiek dat aan hun benen is gebonden en zwiepen ze weer omhoog.
Na een paar van die heen-en-weer bewegingen dalen ze af naar een bootje
waarvan de bemanning de springers veilig aan wal brengt. In 1987 werd hier
de eerste commerciële bungyjump ooit gemaakt en tegenwoordig is het een
industrie. Je betaalt 195 NZ dollar (ongeveer 130 euro) voor een shot adrenaline
die nog geen halve minuut duurt.
Als je het ontvangstgebouw binnenkomt, word je direct gegrepen door de opwinding
en energie van het gebeuren: opzwepende rockmuziek komt uit speakers en
aan de muur hangt een groot projectiescherm met daarop beelden van de brug,
het springplatform, de springer, het water. Als je aan de andere kant het
gebouw verlaat, zie je de brug en 43 meter eronder de rivier. Degenen die
gaan springen staan zenuwachtig te drentelen terwijl ze op hun beurt wachten.
Toeschouwers joelen en gillen als hun familielid of vriend op het punt staat
zich naar beneden te werpen. Als ze op het platform het elastiek aan iemand
vastmaken praten de jongens van de crew voortdurend tegen hem. Zo zorgen
ze voor afleiding. Van de sprong wordt een video opname gemaakt die de springer
na afloop meekrijgt. Hij moet zwaaien naar de camera links, naar de camera
rechts, en dan is het one, two, three. Er springen trouwens opvallend
meer vrouwen dan mannen, althans toen wij er waren. Wij zagen zelfs een
meisje van hooguit 13 die de sprong waagde. Dapper! Ze durft meer dan ik
... |
 |
 |
 |
 |
Het was tijd voor ons om ook iets sportiefs
te doen, en dus ... gingen wij met de Skyline Gondola naar Bob's Peak,
waar je vanaf een hoogte van 450 meter een schitterend uitzicht hebt op
de stad en de wijde omgeving. Boven, in de bar van het panoramarestaurant,
dronken wij een Coronabiertje en hadden een leuk gesprek met een Nieuw-Zeelander
die in de jaren negentig een half jaar in Wageningen had gewerkt. Hij kende
nog wat woordjes Nederlands. Hij nam afscheid met het verzoek Say hello
to Holland from me. Dat zullen we doen. |
 |
Veel dingen zijn in Nieuw-Zeeland duurder
dan in Nederland, slechts enkele zijn goedkoper. Ik zal een paar voorbeelden
geven. Voor het gemak geef ik de bedragen in euro's. Benzine kost duidelijk
minder, €1,40 per liter, en dat is fijn want onze reis is lang en de auto
loopt niet op water. Wijn is heel duur, en dat is vreemd gezien de vele
wijnhuizen die wij hier tegenkomen. Een glas bij het eten in een restaurant
kost €7,00, voor een fles van een beetje kwaliteit moet je in de supermarkt
€15,00 neertellen. Voor een pint bier ben je hetzelfde kwijt als voor
een glas wijn. Wat je voor eten betaalt is vergelijkbaar met Nederland.
Koffie is weer wel duurder, €3,00 voor een kop is heel gewoon. Je moet je
portemonnee echt trekken als je een attractie wilt bezoeken, een ritje met
een kabelbaan is €20,00, toegang tot een natuurpark krijg je voor €25,00,
voor topattracties zoals Hobbiton en de Sky Tower moet je minstens €45,00
dokken. Als je een scenic flight met een helicopter of een klein vliegtuig
wilt maken moet je een paar honderd euro overhandigen. |
Wij rijden vrijwel elke dag van A naar B
en onderweg komen wij allerlei dingen tegen die wij leuk, mooi, opmerkelijk,
schitterend, vreemd vinden. Wij maken er foto's van en 's avonds in het
hotel kijken wij er op de laptop naar en zeggen wij tegen elkaar: "O ja,
dat was leuk, mooi, opmerkelijk, schitterend, vreemd, hè?" Verder gebeurt
er niets mee, want dat soort dingen past meestal niet bij een van de onderwerpen
die nader uitgediept worden in deze serie reisverslagen.
Zo reden wij van Queenstown naar Te Anau en ook tijdens deze rit van zo'n
170 kilometer waren er zaken die leuk, mooi, opmerkelijk, schitterend, vreemd
waren. Deze keer wil ik er echter zes aan de vergetelheid ontrukken door
de foto's die ik ervan gemaakt heb in deze aflevering van Antipoden te
plaatsen. Het zijn een verkoper van pioenrozen, een schilderij van wolken,
vreemde bruine groeisels in een landschap als een ansichtkaart, een rode
auto op een verlaten weg, twee vermomde schapen, en een eenzaam watervliegtuig. |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
Milford Road, de 120 kilometer lange weg
van Te Anau naar de Milford Sound, wordt algemeen gezien als de mooiste
weg van Nieuw-Zeeland en daar valt wat voor te zeggen. Wij rijden eerst
langs het water van Lake Te Anau met aan de overkant een imposant bergpanorama.
Aan het einde van het meer draait de weg een lange vallei in. Hier begint
het Fiordland National Park. Het bos wordt dichter. We stappen even uit
om langs de Mirror Lakes met hun waterspiegelingen te lopen. Milford Road
klimt tot boven 900 meter de bergen in. Wij zien de Darran Mountains die
ruim 2700 meter hoog zijn. Onverwacht duikt een hoge rotswand voor ons op
met onderin een klein gaatje: de Homer Tunnel, 1270 meter lang, eenbaans,
niet verlicht, lekkend, en zeer gevaarlijk. Al in de tunnel begint de afdaling
die een hellingsgraad heeft van 10%. Als we weer in het licht rijden nemen
we de ene na de andere haarspeldbocht om tenslotte aan te komen bij de Milford
Sound. |
 |
 |
 |
 |
De Milford Sound is een van de meest bezochte
plekken van Nieuw-Zeeland. Als wij een boottocht over deze fjord maken zien
wij waarom. Wij hebben in Noorwegen fjorden gezien die prachtig waren, en
dat is deze ook, maar de Milford Sound heeft iets speciaals. Het is een
smal fjord en de wanden rijzen op veel plaatsen bijna loodrecht omhoog.
Onze boot vaart de 16 kilometer lange fjord af tot op de Tasman Zee. Op
dat moment zijn wij op de plek waar James Cook in 1772 voer. Vanaf dat punt
kun je de ingang van de fjord echter niet zien en Cook noteerde dan ook
in zijn logboek dat hier slechts een kleine baai was. Het bleek een van
zijn weinige vergissingen te zijn.
In de streek rondom de Milford Sound valt de meeste regen van Nieuw-Zeeland:
gemiddeld 7 tot 9 meter per jaar! De gids op de boot vindt ons dan ook lucky
people, want het is weliswaar zwaar bewolkt, maar het regent niet.
Het is een mooie tocht die wij maken op de fjord. Wij varen langs spectaculaire
rotswanden waarover watervallen kletterend of in kleine stroompjes naar
beneden vallen. De boot vaart tot in de spray van de 155 meter hoge Sterling
Falls. Het water valt op het dek! Wij zien zeehonden en zowaar ook penguins!
Als we weer aan wal staan vinden we het jammer dat de cruise voorbij is,
maar we kunnen ons verheugen op de terugrit over de mooie Milford Road terug
naar Te Anau. |
 |
 |
 |
 |
•••••
|