•••••
Sábado, 22 de septiembre de 2018
Wij rijden opnieuw door de Sierra de Gredos. Ons reisdoel is Jarandilla
de la Vera, waar wij vanavond overnachten in de gelijknamige parador.
Het is drukker op de weg dan gisteren. Het is zaterdag en de Spanjaarden
zijn ook op stap. De temperatuur blijft hoog. Ook vandaag wordt de
33 graden gemakkelijk gehaald.
Wij stoppen bij de Grutas del Áquila. Het toegankelijke deel van deze
Arendsgrotten, ontdekt in 1963, omvat een zeer grote zaal (10.000
vierkante meter, gemiddeld zo'n 10 meter hoog) waarvan de bodem en
het plafond zijn bedekt met monumentale stalagmieten en stalactieten
die gedurende honderdduizenden jaren zijn gevormd. Hun 'groei' wordt
geschat op minder dan een millimeter per decennium. Opmerkelijk zijn
de mooie calcietstromen, wit maar soms ook oker gekleurd door ijzeroxide,
en de enorme zuilen die het geheel de uitstraling geven van een kathedraal.
Wij hebben in het verleden tijdens onze expedities naar verre en vreemde
landen meer grotten verkend, maar deze Grutas del Áquila vinden wij
een van de mooiste die wij gezien hebben. Het bezoek aan de grotten
wordt een van de hoogtepunten van onze reis door Midden-Spanje.
Je mag alleen naar binnen onder begeleiding van een gids. Aan het
begin van de wandeling door het onderaardse waarschuwt hij onze groep
bezoekers dat het in de grotten ten strengste verboden is foto's te
maken. Eenmaal binnen vergeet hij blijkbaar dat hij dat gezegd heeft.
Hij maakt in ieder geval geen bezwaar als iedereen direct druk begint
te fotograferen, en terecht, want deze grotten zijn zeer fotogeniek!
Ik probeer natuurlijk ook een paar mooie foto's te maken, alhoewel
ik bang ben dat de relatieve duisternis in de grotten dat verhindert.
De flash van de camera gebruik ik sowieso niet, want dat slaat alle
kleuren dood, en zal waarschijnlijk alsnog de toorn van de gids over
mij afroepen. |
 |
 |
 |
 |
De weg voert ons verder door de regio
La Vera, gelegen aan de voet van de Sierra de Gredos. Uit deze streek
komt de in Spanje zeer gewilde pimentón - paprika - de la
Vera. Door het zachte, vochtige klimaat ontstond hier een mediterraan
ecosysteem. Je ziet dan ook veel citroen-, sinaasappel-, vijgen-,
en palmbomen. Naast paprika worden hier asperges en 80 procent van
de Spaanse tabak geteeld. In de dorpen sieren veelal witte huizen
met erkers de rustige straatjes, die samenkomen op een schilderachtig
centraal plein. Wij lopen door een van die dorpen, Villanueva de la
Vera, waar enkele huizen rondom een groot rotsblok zijn gebouwd. |
 |
 |
Op het centrale plein van Villanueva
de la Vera strijken wij neer op een terrasje. De inwoners van het
dorp zijn druk bezig met hun tapasritueel. Als je een drankje
bestelt, krijg je er een tapas, een klein hapje, bij. Wij zien
mensen hun drankje en hapje nuttigen om even later tien meter verderop
op een ander terras hetzelfde te doen. Zo lopen zij drie à vier etablissementen
af tot ze genoeg hebben. Wij bestellen bier en krijgen er een paar
warme stukjes vlees met brood bij. Daar hebben wij natuurlijk niet
genoeg aan en bestellen daarom een schaal met verschillende soorten
jamón - ham - voor mij en een schaal met queso - kaas
- voor Marga. Lekker! |
 |
Wij hervatten de rit en passeren Valverde
de la Vera, Talaveruela de la Vera, Robledillo de la Vera, en Losar
de la Vera om uiteindelijk onze bestemming, Jarandilla de la Vera,
te bereiken.
Wij melden ons bij de receptie van de in een kasteel uit de 15e eeuw
gevestigde Parador de Jarandilla. Vele historische figuren hebben
de binnenplaatsen en torens van deze parador bezocht, waaronder de
Heilige Romeinse keizer Carlos V. Dankzij de zorgvuldige renovatie
is de middeleeuwse sfeer behouden, maar er zijn wel moderne faciliteiten
toegevoegd, zoals een buitenzwembad. Dit is normaliter om deze tijd
van het jaar gesloten, maar door de abnormaal hoge temperaturen van
de laatste dagen is het nog steeds open. Tijd dus voor enkele ontspannen
uurtjes op een ligbed! |
 |
 |
Wij sluiten de dag af met een diner
in het restaurant van de parador gezeten aan een tafel op de feeëriek
verlichte binnenplaats. Af en toe rommelt en weerlicht het in de verte.
Gelukkig komt de onweersbui niet dichterbij; we hebben alleen wat
palmboombladeren en de open, met sterren gevulde lucht boven ons!
Na het dessert bestel ik een café irlandés, die nogal bijzonder
uitvalt. Er is niks mis met de smaak, maar er is wel heel ruimhartig
met de room omgesprongen en ook het glas doet mij niet echt aan Ierland
denken. Het is echter wel lekker! |
•••••
|