•••••
Lunes, 24 de septiembre de 2018
Wij maken de lange autorit van Plasencia naar Mérida, waar wij in
de gelijknamige parador voor twee nachten een kamer hebben geboekt.
De temperatuur loopt vandaag op naar 38 graden. Dat is een beetje
teveel van het goede. Gelukkig zitten wij een groot deel van de dag
in de koelte van onze airconditioned auto. De verwachting is dat de
temperatuur vanaf morgen langzaam terugloopt tot zo'n 32 graden.
De eerste uren rijden wij door het mooie Parque Nacional de Monfragüe.
Dit nationale park beslaat een paar bergen waarvan de hellingen met
bossen zijn bedekt. Het ligt aan de Río Tajo (de Taag) op de plaats
waar de Tiétar erin uitmondt. |
Bij het stuwmeer Embalse de Torrejón-Tiétar
parkeren wij de auto langs de kant van de weg om een moment van het
uitzicht over het water te genieten. In het landschap wordt de garrigue,
een op de maquis lijkende vegetatie, afgewisseld met bossen van eiken
en mediterrane boomsoorten. |
Even verderop ligt de Puente del Cardenal,
een brug uit 1450 die werd gebouwd om kuddes schapen veilig van de
ene naar de andere oever te brengen. De brug wordt nog steeds voor
dat doel gebruikt. |
Het park is ecologisch van groot belang
vanwege de mediterrane flora en de buitengewone fauna met een groot
aantal zeldzame, beschermde dieren, zoals monniksgieren, zwarte ooievaars
en keizerarenden. De vogels laten zich hier makkelijk observeren en
bieden een boeiend schouwspel. Bij de Salto del Gitano, een spectaculaire
rotspiek hoog boven de Taag, zien wij tientallen grote vogels vliegen.
Iemand vertelt mij dat het monniksgieren zijn. Ik doe een poging een
foto te maken van die zwarte stippen in de blauwe lucht. Ik weet er
zowaar enkele te 'vangen'! |
Een paar kilometer voorbij de Salto
del Gitano voert de weg langs het Castillo de Monfragüe, een klein
Arabisch fort uit 811 boven op een rotspiek. Wij rijden tot halverwege
de berg, waar wij niet meer verder kunnen met de auto. Wij zullen
verder moeten klimmen. |
Als wij boven bij het kasteel zijn,
worden wij voor onze inspanningen beloond met een fantastisch panorama
van 360 graden over het natuurpark en de bergen met de Tiétar en de
Taag in de diepte, en het gezelschap van zwevende roofvogels. |
Wij rijden verder. In de buurt van
Trujillo neemt Marga de besturing van de auto van mij over. Er is
geen wolkje te zien in de stralend blauwe hemel. Het land is geel
geblakerd door de zon. Vanuit de koele auto de warmte instappen is
een avontuur op zich. 38 graden, pfff ... Al tientallen kilometers
lang rijden wij op lange, rechte wegen waarop geen tegenligger of
inhaler te zien is. Hier geen massatoerisme; wij zijn alleen op de
wereld. Wat een bijzondere ervaring is dit. |
Wij komen aan bij onze parador in Mérida.
Marga heeft de niet te benijden taak de auto een parkeerplaats in
te frommelen die slechts een decimeter breder is dan de auto. Uiteraard
doet zij dat met de van haar bekende schwung. Als de auto eenmaal
staat, kan er aan beide kanten net een vloeipapiertje tussen ...
De parador is gevestigd in een nonnenklooster uit de 18e eeuw. Op
de schoorsteen ligt een ooievaarsnest. |
Wij eten in het restaurant van de parador.
Ik probeer mooi Spaans te spreken met onze serveerster María. Als
Marga mij in het Nederlands om verduidelijking vraagt van een van
haar in het Spaans gestelde opmerkingen, zegt María ineens: "Maar
jullie zijn Nederlands?" Pfff ... daar sta / zit je dan weer. Doe
je zo je best, blijk je met een Spaanse te spreken die met een Nederlander
is getrouwd. Zo schiet het nooit op. Ietwat verongelijkt en teleurgesteld
leg ik mij te ruste. |
•••••
|