Buscando a Don Quijote
09


01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17

•••••

Lunes, 24 de septiembre de 2018

Wij maken de lange autorit van Plasencia naar Mérida, waar wij in de gelijknamige parador voor twee nachten een kamer hebben geboekt. De temperatuur loopt vandaag op naar 38 graden. Dat is een beetje teveel van het goede. Gelukkig zitten wij een groot deel van de dag in de koelte van onze airconditioned auto. De verwachting is dat de temperatuur vanaf morgen langzaam terugloopt tot zo'n 32 graden.

De eerste uren rijden wij door het mooie Parque Nacional de Monfragüe. Dit nationale park beslaat een paar bergen waarvan de hellingen met bossen zijn bedekt. Het ligt aan de Río Tajo (de Taag) op de plaats waar de Tiétar erin uitmondt.


Bij het stuwmeer Embalse de Torrejón-Tiétar parkeren wij de auto langs de kant van de weg om een moment van het uitzicht over het water te genieten. In het landschap wordt de garrigue, een op de maquis lijkende vegetatie, afgewisseld met bossen van eiken en mediterrane boomsoorten.



Even verderop ligt de Puente del Cardenal, een brug uit 1450 die werd gebouwd om kuddes schapen veilig van de ene naar de andere oever te brengen. De brug wordt nog steeds voor dat doel gebruikt.


Het park is ecologisch van groot belang vanwege de mediterrane flora en de buitengewone fauna met een groot aantal zeldzame, beschermde dieren, zoals monniksgieren, zwarte ooievaars en keizerarenden. De vogels laten zich hier makkelijk observeren en bieden een boeiend schouwspel. Bij de Salto del Gitano, een spectaculaire rotspiek hoog boven de Taag, zien wij tientallen grote vogels vliegen. Iemand vertelt mij dat het monniksgieren zijn. Ik doe een poging een foto te maken van die zwarte stippen in de blauwe lucht. Ik weet er zowaar enkele te 'vangen'!



Een paar kilometer voorbij de Salto del Gitano voert de weg langs het Castillo de Monfragüe, een klein Arabisch fort uit 811 boven op een rotspiek. Wij rijden tot halverwege de berg, waar wij niet meer verder kunnen met de auto. Wij zullen verder moeten klimmen.


Als wij boven bij het kasteel zijn, worden wij voor onze inspanningen beloond met een fantastisch panorama van 360 graden over het natuurpark en de bergen met de Tiétar en de Taag in de diepte, en het gezelschap van zwevende roofvogels.




Wij rijden verder. In de buurt van Trujillo neemt Marga de besturing van de auto van mij over. Er is geen wolkje te zien in de stralend blauwe hemel. Het land is geel geblakerd door de zon. Vanuit de koele auto de warmte instappen is een avontuur op zich. 38 graden, pfff ... Al tientallen kilometers lang rijden wij op lange, rechte wegen waarop geen tegenligger of inhaler te zien is. Hier geen massatoerisme; wij zijn alleen op de wereld. Wat een bijzondere ervaring is dit.


Wij komen aan bij onze parador in Mérida. Marga heeft de niet te benijden taak de auto een parkeerplaats in te frommelen die slechts een decimeter breder is dan de auto. Uiteraard doet zij dat met de van haar bekende schwung. Als de auto eenmaal staat, kan er aan beide kanten net een vloeipapiertje tussen ...

De parador is gevestigd in een nonnenklooster uit de 18e eeuw. Op de schoorsteen ligt een ooievaarsnest.


Wij eten in het restaurant van de parador. Ik probeer mooi Spaans te spreken met onze serveerster María. Als Marga mij in het Nederlands om verduidelijking vraagt van een van haar in het Spaans gestelde opmerkingen, zegt María ineens: "Maar jullie zijn Nederlands?" Pfff ... daar sta / zit je dan weer. Doe je zo je best, blijk je met een Spaanse te spreken die met een Nederlander is getrouwd. Zo schiet het nooit op. Ietwat verongelijkt en teleurgesteld leg ik mij te ruste.

•••••

01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17